14. De eigenaar is tot geen enkele vrijwaring gehouden, doch hij staat er, onverminderd het in artikel 11 en 20 vermelde, voor in dat: de eigenaar bevoegd is tot verlening van het op stalrecht de eigenaar niet bekend is met feiten die er op wijzen dat de grond enige verontreiniging bevat die het aanbrengen en gebruiken van de in artikel 3 bedoelde gebouwen en/of werken en/of beplantin gen door de opstalhouder bemoeilijkt danwel onmo gelijk maakt, of die heeft geleid tot een ver plichting tot schoning van de grond, danwel tot het nemen van andere maatregelen. 15. De opstalhouder verklaart het onderzoek naar die feiten en omstandigheden die naar geldende verkeersop vattingen tot zijn onderzoeksgebied behoren, volledig te hebben verricht en hij aanvaardt uitdrukkelijk dat de uitkomsten van dit onderzoek geheel voor zijn risico komen. 16. De uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenissen zijn ondeelbaar en alle partijen zijn hoofdelijk verbonden aan deze verbintenissen. 17. Na het verlijden van de voor de verlening (levering) van het opstalrecht vereiste notariële akte hebben partijen niet langer het recht op volledige ontbinding van de overeenkomst, zij het dat het hier bepaalde het recht op schadevergoeding onverlet laat. 18. Indien de opstalhouder op de ingevolge het in artikel 13. vermelde te bepalen tijd en plaats van het verlij den van de voor de verlening (levering) van het op stalrecht vereiste notariële akte niet persoonlijk of door een behoorlijk gevolmachtigde verschijnt, danwel verschenen zijnde, weigert deze akte te ondertekenen, of het door hem verschuldigde te betalen, wordt hij zonder enige aanmaning of ingebrekestelling geacht weigerachtig of nalatig te zijn; in dat geval zal de eigenaar het recht hebben deze overeenkomst door een schriftelijke mededeling aan opstalhouder te ontbin den, alles onverminderd de bevoegdheid van de eigenaar gebruik te maken van de hem door de wet gegeven rechtsmiddelen; in ieder geval zal de opstalhouder ingeval van ontbin ding op grond van het in dit artikel bepaalde ver plicht zijn de schade die de eigenaar lijdt volledig aan hem te vergoeden; 8 daarenboven zijn alsdan alle kosten welke op de ont binding van de overeenkomst zullen vallen, alsmede de kosten welke alsdan gevallen zijn op de ter uitvoering van de overeenkomst verrichte werkzaamheden, volledig voor rekening van de opstalhouder; 19. Over- of ondermaat van de grond zal aan geen van partijen enig recht verlenen. 20. De eigenaar brengt hierbij ter kennis van de opstal houder dat hem met betrekking tot de grond en/of het opstalrecht geen uit de openbare registers en/of de feitelijke situatie en/of anderszins kenbare, bijzon dere lasten en beperkingen, rechten en aanspraken, heersende en lijdende erfdienstbaarheden (waaronder begrepen in artikel 163 Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek bedoelde, voor de inwerkingtreding van het Nieuw Burgerlijk Wetboek, door bestemming en/of herle ving ontstane erfdienstbaarheden, alsmede door verja ring ontstane erfdienstbaarheden, alsmede door verja ring ontstane niet in de openbare registers ingeschre ven erfdienstbaarheden), kwalitatieve rechten, zake lijke rechten als bedoeld in artikel 5, lid 3 sub b van de Belemmeringenwet Privaatrecht, danwel ingevolge deze wet of op andere wijze opgelegde gedoogplichten, op de grond en/of het opstalrecht betrekking hebbende niet in de openbare registers ingeschreven, doch wel voor een dergelijke inschrijving vatbare feiten, alsmede boete- en kettingbedingen, bekend zijn; ongeacht het hiervoor in dit artikel gestelde zal de grond en/of het opstalrecht, zo nodig in afwijking van het bepaalde in artikel 15, boek 7 Nieuw Burgerlijk Wetboek, door de eigenaar aan de opstalhouder ter be schikking worden gesteld/worden verleend (geleverd) met alle daarbij behorende, uit de openbare registers en/of de feitelijke situatie en/of anderszins kenbare, bijzondere lasten en beperkingen, rechten en aanspra ken, heersende en lijdende erfdienstbaarheden (waaron der begrepen de in artikel 163 Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek bedoelde, voor de inwerkingtreding van het Nieuw Burgerlijk Wetboek, door bestemming en/of herleving ontstane erfdienstbaarheden, alsmede de door verjaring ontstane niet in de openbare regist ers ingeschreven erfdienstbaarheden) kwalitatieve re chten, zakelijke rechten als bedoeld in artikel 5, lid 3 sub b van de Belemmeringenwet Privaatsrecht danwel ingevolge deze wet of op andere wijze opgelegde gedoogplichten, alsmede met alle op de grond/het opst alrecht betrekking hebbende niet in de openbare regis ters ingeschreven, doch wel voor een dergelijke in schrijving vatbare feiten, en vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan; 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 210