Zoals eerder aangegeven is de gemeente niet verplicht een financiële bijdrage te leveren. Om een aantal redenen adviseren wij u toch over te gaan tot subsidiëring: Het verwijderen van olietanks voorkomt bodemverontreini ging. De kosten van bodemsanering zijn zeer hoog. Door het geven van subsidie zullen waarschijnlijk meer tanks aangemeld worden. Particulieren zijn weliswaar verplicht hun tanks aan te melden maar als zij dit niet doen is dit niet te controleren; Ondergrondse tanks zijn een erfenis uit het verleden. Het lijkt niet meer dan reëel dan dat we hiervoor geza menlijk de kosten dragen en niet de toevallige eigenaar van het perceel waar de tank zich bevindt. Diverse eigenaren van tanks hebben in het verleden zelf actie ondernemen door de tanks te laten vullen met water (hetgeen ook door de overheid werd geadviseerd). Deze mensen moeten nu opnieuw kosten maken omdat het onscha delijk maken of verwijderen thans door een erkend be drijf dient te gebeuren en afvullen met water niet afdoende blijkt te zijn. De gemeente heeft zelf een actie tankslag uitgevoerd die niet meer voldoet aan de huidige eisen. Burgers zullen het moeilijk te accepteren vinden dat het nu 'opnieuw moet Voorgesteld wordt een derde van de kosten te subsidiëren. Uitgaande van f 1.500,- per tank en 300 tanks (aanname) leidt dit tot een kostenpost van f 150.000,-. Volgens het BOOT dienen de kosten voor bodemsanering "binnen de gebrui kelijke wettelijke kaders" opgepakt te worden. Het wordt zinvol geacht dat eventueel aangetroffen verontreiniging van geringe omvang direct opgepakt wordt. Hiervoor dient een bedrag gereserveerd te worden. Van de thans beschikbare f 250.000,- kan in eerste instantie een bedrag van f 130.000,- aangewend worden voor de actie tankslag. Afhan kelijk van het verloop van de actie dient bekeken te worden of er aanvullende middelen beschikbaar gesteld dienen te worden. Hiervoor kunnen de 'Schenkenschansmiddelen' die nog beschikbaar komen, aangewend worden. Voor subsidiëring zal voorrang gegeven worden aan de tanks die van de vorige actie tankslag bekend zijn en diegenen die reeds zelf actie hebben ondernomen (burgers die tanks op verkeerde wijze onschadelijk hebben gemaakt en diegenen die tank reeds aangemeld hebben). Alvorens over te gaan tot de tweede fase van de actie tankslag zullen wij de commis sie voor Milieu en Stadsbeheer informeren over het verloop van de actie. 4 Als er f 125.000,- van de Schenkenschansmiddelen aangewend wordt ter dekking van de tegenvallers, betekent dit dat er, in ieder geval voorlopig, geen subsidies kunnen worden gegeven op het laten verwijderen/onschadelijk maken van tanks. Binnen vijf jaar dienen eigenaren hun ondergrondse tanks echter onschadelijk te hebben gemaakt. Als de gemeen te derhalve tot subsidiëring over wil gaan dient dit op korte termijn te gebeuren. Zodra de overige Schenkenschansmiddelen binnenkomen dient nagegaan te worden in hoeverre zij benodigd zijn voor de tweede fase van actie tankslag. Voor de eventueel resteren de middelen stellen wij voor dit aan te wenden voor het Milieu Uitvoeringsprogramma 1995 en verder. Hier zullen wij in het kader van het MUP 1995 op terugkomen. Onder de vermelding dat de Commissie voor Milieu en Stads beheer om advies is gevraagd en deze u in haar vergadering van 20 oktober 1993 heeft geadviseerd met ons voorstel in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd concept-besluit. Leeuwarden, 28 oktober 1993 Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mevr. J.G. Vlietstra Loco-Burgemeester. mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 240