Blad 6
Onder de vermelding dat de Commissie voor Algemene Zaken
ons voorstel in haar vergadering van 6 december jl. heeft
besproken en deze commissie u adviseert met ons voorstel in
te stemmen, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig
bijgevoegde ontwerp-besluiten.
Leeuwarden, 7 december 1993.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
drs. H.H. Apotheker Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.
Toelichting wijzigingen Belastingverordeningen
Bijlage 1. bij raadsbrief nr. 239
Naast de redactionele aanpassingen in verband met de nieuwe
terminologie van de AWB is in elke Belastingverordening een de
legatie-artikel opgenomen in verband met de t'ermijn van de be
handeling van bezwaarschriften.
In de aanpassingswetgeving in verband met de AWB is namelijk in
de Algemene Wet Rijksbelastingen voor het afdoen van een be
zwaarschrift een termijn gesteld van een jaar. Burgemeester en
Wethouders kunnen met schriftelijke toestemming door of vanwege
de Raad de uitspraak voor ten hoogste een jaar verdagen.
Tot heden kennen we voor de belastingen geen termijn voor het
doen van uitspraak op een bezwaarschrift.
In de praktijk wordt aan het afdoen van bezwaarschriften reeds
hoge prioriteit gegeven. De afdoeningstermijn bedraagt gemid
deld twee maanden. Het komt echter voor, in het geval er sprake
is van een gecompliceerde zaak waarbij ondermeer belanghebben
den één of meerdere keren worden gehoord, (nadere) adviezen
moeten worden ingewonnen enzovoorts, dat het doen van een uit
spraak langere tijd vergt.
Om gebruik te kunnen maken van de verdaging met een jaar heeft
de VNG geadviseerd in de Belastingverordeningen te regelen dat
de Raad deze bevoegdheid aan Burgemeester en Wethouders dele
geert. Wij stellen u voor dit advies over te nemen en verwijzen
u naar ARTIKEL I van het ontwerp-wijzigingsbesluitHierbij
wordt opgemerkt, dat het in dat artikel genoemde tweede lid,
thans als enig lid geldt. De verdaging met een jaar komt dus
tot uiting in het nieuwe eerste lid.
Van deze gelegenheid is tevens gebruik gemaakt enkele overige
formele aanpassingen voor te stellen. Dit betreft ook meestal
alleen de redactie van een artikel, behalve het voorstel een
nieuw artikel in te voegen bij de tarieventabel van de Leges
verordening. Deze toevoeging is het gevolg van een opmerking
van de Staatssecretaris van Binnenlands Zaken naar aanleiding
van een eerdere wijziging van deze verordening.
De staatssecretaris merkte op, dat in de verordening bepaalde
omstandigheden afhankelijk worden gesteld van het oordeel van
Burgemeester en Wethouders. Op deze wijze wordt de hoogte van
de belastingschuld bepaald door subjectieve criteria.
De staatssecretaris achtte het gewenst, dat de verordening een
objectieve redactie bevatte, zodat de belastingrechter een oor
deel kan vellen over de interpretatie van de criteria door Bur
gemeester en Wethouders.
De huidige subjectieve redactie werd in strijd met artikel 270
van de gemeentewet geacht.