Blad 2
PdS
4. aangenomen moet worden dat het aantal meldingen altijd een
topje van de ijsberg zal blijken te zijn.
Behalve de verslaglegging betreffende het discriminatiemeldpunt
speelt er nog een andere zaak, die wij u hierbij willen
voorleggen, te weten de oprichting van een provinciaal anti
discriminatiebureau
PROVINCIAAL ANTI-DISCRIMINATIEBUREAU
Bij brief van 15 oktober 1991 heeft de Stichting Anti
Discriminatiebureau Friesland (ADB) zich tot u gericht met het
verzoek om een bijdrage in de exploitatie van het ADB dat met
steun van het Ministerie van WVC en de Friese gemeenten
gedurende een experimentele periode haar bestaansrecht zou
moeten bewijzen. Van de Friese gemeenten werd een bijdrage naar
rato van het inwonertal gevraagd. De Vereniging van Friese
Gemeenten heeft bij brief van 21 november 1991 de leden
geadviseerd niet in te gaan op het verzoek van het ADB vanuit
de overweging dat de gemeenten reeds verschillende
klachtenprocedures kennen en een ADB daar niet wezenlijk iets
aan toevoegt
Ook in de Interne Commissie behorende bij het gemeentelijk
discriminatiemeldpunt is het verzoek van het ADB besproken. De
Interne Commissie heeft naar aanleiding daarvan een gesprek
gehad met de initiatiefnemers van het ADB. Uit dit overleg kwam
naar voren dat het op te richten ADB nog maar weinig
(financiële) draagkracht heeft en dat de daadwerkelijke start
van het ADB nog zeer onzeker is. De Interne Commissie heeft het
ADB in overweging gegeven de financiële haalbaarheid van het
ADB sterker te maken alvorens een verzoek om een bijdrage door
de gemeente Leeuwarden op adequate wijze in behandeling zou
kunnen worden genomen. De Interne Commissie heeft tevens
aangegeven dat het gemeentelijk meldpunt onder die
omstandigheden ook bereid is tot samenwerking met het ADB.
Bij brief van 15 oktober 1991 heeft de Nederlandse Vereniging
tot Integratie van Homoseksualiteit afdeling Friesland (COC)
zich tot u gericht met het oog op de oprichting van het ADB.
Het COC staat op het standpunt dat een op te richten ADB uit
zou moeten gaan van een brede definitie, dat wil zeggen ook de
discriminatie van mensen op grond van hun seksuele gerichtheid
zou moeten behandelen. Het COC verzoekt eventuele subsidiënten
dit uitgangspunt als voorwaarde te formuleren voor
subsidiëring. Het COC heeft met het ADB over deze zaak
gesproken
Blad 3
PdS
Op 9 april 1992 heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden met
het bestuur van het ADB waarin het ADB zich heeft
gedistantieerd van voornoemde negatieve uitlatingen over het
Leeuwarder gemeentelijk meldpunt door een der initiatiefnemers
van het ADB. In het gesprek werd naar voren gebracht dat het
ADB inmiddels een bijdrage van f 60.884,(op een totale
begroting van f 155.942,had weten te verzamelen, afkomstig
van het Ministerie van WVC., de Provincie en een aantal
gemeenten. Met de bijdrage van de gemeente Leeuwarden, geraamd
op f 17.114,zou het ADB van start kunnen, zij het in
afgeslankte vorm. Tevens werd aangekondigd dat het ADB zou
starten met uitvoering van taken op het anti-racistische vlak
en dat op termijn naar uitbreiding van die taken met
behandeling van klachten op grond van seksuele gerichtheid zou
worden toegewerkt. Het ADB heeft nog niet duidelijk gemaakt hoe
met een afgeslankte begroting zowel de kwantiteit als de
kwaliteit van het functioneren van het ADB zou kunnen worden
gewaarborgd.
Inmiddels is de uitslag van de Herwaardering 1992-1996 bekend.
Op basis van de resultaten van deze herwaardering en de
afwegingen inzake de middelen ten behoeve van nieuw beleid
hebben wij besloten om in het kader van nieuw beleid geen
middelen te reserveren ten behoeve van onderhavig initiatief.
Gelet op bovenstaande stellen wij u voor het onderhavige
subsidieverzoek van het ADB af te wijzen.
Mede tegen deze achtergrond vragen wij nog uw aandacht voor een
verbreding van het gemeentelijk meldpunt.
VERBREDING VAN HET MELDPUNT
In het vorenstaande is al gewezen op de brief van het COC
waarin de gemeente verzocht wordt om bij de afweging om al dan
niet over te gaan tot subsidiëring van het Friese ADB als
voorwaarde te stellen dat de activiteiten van het ADB
uitgebreid worden naar klachten met als achtergrond de seksuele
gerichtheid van burgers. Wij merken op dat het
discriminatiemeldpunt dergelijke klachten in het verleden ook
binnen heeft gekregen en behandeld volgens de procedure die
voor racistische klachten wordt gehanteerd.
Thans wordt echter voorgesteld de activiteiten van het meldpunt
nadrukkelijk aldus uit te breiden. Extra middelen zijn hiervoor
niet beschikbaar en de uitbreiding dient binnen de bestaande
formatie te worden gevonden. Na een inventarisatie van alle
werkzaamheden op de afdeling is structureel ruimte voor de