Spreidingsplan Openbaar Basisonderwijs.
Bijlage nr. 157.
Aan de Gemeenteraad.
Op grond van met name overwegingen van doelmatigheid en
financiële rechtvaardigheid heeft Staatssecretaris Wallage
besloten over te gaan tot een aanmerkelijke schaalvergroting in
het basisonderwijs. In zijn nota "Toerusting en bereikbaarheid
van basisscholen" heeft hij voorstellen gedaan voor een
samenhangend beleid ten aanzien van de schaalgrootte in het
basisonderwijs
De nota Toerusting en Bereikbaarheid heeft zijn vertaling
gevonden in de "Wet, houdende wijziging van het stelsel van
stichtingsnormen en opheffingsnormen en van het huisvesting
stelsel in de Wet op het basisonderwijs" die naar verwachting
per 1 januari 1994 in werking zal treden.
Sedert het bekend worden van de voorstellen is er binnen het
openbaar basisonderwijs in Leeuwarden met voortvarendheid
gewerkt aan het in beeld brengen van de gevolgen van de
voorstellen. In december 1991 is het advies van het
Directeurenoverleg Openbaar Primair Onderwijs aan ons college
verschenen, terwijl in juni 1992 de nota "Uitgangspunten
schaalvergrotingsbeleid Openbaar Basisonderwijs" door uw Raad
is vastgesteld.
In de hierboven genoemde nota's is beschreven op basis van
welke overwegingen is besloten tot het hanteren van de
systematiek van de gemiddelde schoolgrootte. Deze systematiek
biedt de beste mogelijkheden voor gemeente - en schoolbesturen
om binnen de gegeven kaders eigen afwegingen te maken omtrent
de instandhouding en opheffing van scholen. Het wordt mogelijk
om op lokaal niveau een eigen beleid te voeren, waarbij scholen
die onder de norm van voor Leeuwarden 137 leerlingen zitten,
maar waaraan veel waarde wordt gehecht om deze in stand te
houden, ook daadwerkelijk in stand te houden. Daar moet dan
tegenover staan dat het bestuur ook één of meer scholen in
stand houdt die beduidend boven de opheffingsnorm zitten.
In voornoemde nota worden binnen de systematiek van de
gemiddelde schoolgrootte de volgende belangrijke criteria
genoemd
1. spreiding van scholen over de gemeente;
2. de rol van de school in het landelijk en/of lokaal
onderwijsbeleid;