Blad 2
de vraag gerechtvaardigd welke taken nog door de gemeente
worden gefinancierd. Tegen deze achtergrond zijn in de
bovengenoemde visie de volgende te financieren taken van de
nieuwe welzijnsinstelling benoemd:
1. Hulpverlening:
2. (voortraject tot) toeleidingsactiviteiten
3. Advies- en informatiewerk
4. Buurt- en wijkwerk:
5. Opvoedingsondersteuning
6. Sociaal Cultureel Werk
7. Bijzondere projecten.
Voor een nadere omschrijving van bovengenoemde taken wordt
kortheidshalve verwezen naar de voor u ter inzage gelegde
notitie "Visie inzake een nieuw op te richten welzijnsor
ganisatie"
In verband met de noodzaak om te komen tot een bezuiniging
van f 15 miljoen in de beleidsperiode 1993 - 1997, hebben
wij wederom kritisch gekeken naar de te financieren taken
van de nieuwe welzijnsinstelling
Gelet hierop en op de vraag vanuit het werkveld om duide
lijkheid te bieden omtrent het toekomstige beleid terzake,
hebben wij de notitie "Het welzijnswerk in 1994 en de
toekomstige welzijnsorganisatie, de te financieren taken"
vastgesteld.
Inzake het toekomstige beleid, zoals verwoord in bovenge
noemde notitie, brengen wij het volgende onder uw aandacht.
Tegen de achtergrond van de resultaten van het onderzoek
naar de welzijnsbeleving in de jaren 90 in de gemeente
Dordrecht, zijn wij van mening dat de te financieren taken
van een geïntegreerde welzijnsinstelling dienen te worden
beperkt tot:
a) vangnetvoorzieningen (als alternatief voor het ontbreken
van zelfredzaamheid t.a.v. het sociaal maatschappelijk
functioneren van burgers);
b) activiteiten die zijn gericht op het opheffen van het
sociaal isolement.
Dit houdt in dat de werkzaamheden van de welzijnsinstelling
zich in de toekomst beperken tot die individuen, groepen en
categorieën die in een sociaal isolement verkeren. Als
categorieën noemen wij met name de randgroepjongeren en
etnische groepen. Hierbij zij nadrukkelijk gesteld dat
vanuit de instelling een geïntegreerd hulp- en activitei
tenaanbod moet worden geboden.
Bovenstaande houdt - in relatie tot onze bovengenoemde
"visie inzake een nieuw op te richten welzijnsorganisatie"
Blad 3
- expliciet in dat de volgende taken van de welzijnsorgani
satie in de toekomst door ons worden gefinancierd.
1. Hulpverlening
2. (voortraject tot) toeleidingsactiviteiten
3. Opvoedingsondersteuning
4. (ondersteuning bij) gerichte activiteiten
5. Bijzondere projecten
Voor een nadere omschrijving van deze taken verwijzen wij u
kortheidshalve naar de voor u ter inzage gelegde notitie
"Het welzijnswerk in 1994 en de toekomstige welzijnsorgani
satie, de te financieren taken".
Rekening houdend met de taakstelling ad f 1 miljoen in het
kader van de Bezuiniging 1993 - 1997 is voor de nieuwe
welzijnsinstelling een budget beschikbaar van (afgerond)
f 2,9 miljoen.
Gelet op de ingrijpende consequenties van deze taakstelling
op de te financieren taken van de nieuwe welzijnsinstelling
met ingang van 1995, achten wij het niet verantwoord de
invulling van de taakstelling ad f 5 ton m.i.v. 1994 los te
zien van het toekomstige takenpakket van de nieuwe instel
ling.
Zoals hiervoor omschreven is op inhoudelijke gronden beslo
ten te komen tot een nieuwe welzijnsinstelling met een
geïntegreerd hulp- en activiteitenaanbod. Ook de keuze tot
de te financieren taken (binnen het beperkte financiële
kader) is gebaseerd op een inhoudelijke afweging.
In verband met het bovenstaande achten wij het wenselijk
dat de nieuwe instelling vanaf het begin kan starten met
een geïntegreerd hulp- en activiteitenaanbod en zich niet
in het eerste jaar van haar bestaan moet concentreren op
een ingrijpende reorganisatie.
Derhalve willen wij de invulling van de taakstelling ad f 5
ton beschouwen in het licht van de toekomstige taak van de
welzijnsorganisatie en achten wij het niet gewenst dat deze
instelling reeds op 1 januari 1994 van start gaat. Een
gefaseerde invoering achten wij evenmin gewenst aangezien
dan onzes inziens in de eerste fase geen sprake zal zijn
van een geïntegreerd aanbod en het de duidelijkheid naar de
burgers niet vergroot.
Hierover hebben wij overleg gevoerd met de besturen van de
betrokken instellingen en organisaties. In dit overleg is
een oplossing geformuleerd, naar aanleiding waarvan wij u
het volgende voorstellen.
Indien de subsidiëring van de betrokken instellingen en
organisaties tot augustus 1994 wordt gecontinueerd en de
nieuwe welzijnsinstelling per gelijke datum start met het
toekomstige budget ad (afgerond) f 2,9 miljoen, kan de