Blad 4
Zij is daarom ook tegen het nemen van een voorbereidingsbe-
sluit. Nog weer een andere fractie heeft ook moeite met het
maken van een uitzondering ten aanzien van het bestemmings
plan. Zij voert aan dat de eigenaar van Longkruid 7 op de
hoogte was van de bepalingen van het bestemmingsplan, toen
hij deze grond kocht. Naar haar mening gaat het te ver om
van het bestemmingsplan af te wijken. Zij wil daarom niet
positief reageren op het voorbereidingsbesluitDe volgende
fractie die tijdens deze vergadering het woord heeft ge
voerd, vindt dat andere mogelijkheden om te bouwen onbenut
worden gelaten. Zij vindt dat er creatiever met het bestem
mingsplan moet worden omgegaan. De laatste fractie die aan
het woord is geweest, heeft zich bij de vorige sprekers
aangesloten. Zij zegt dat de bezwaren van omwonenden altijd
zeer kritisch bekeken worden. Naar haar mening is het geen
goede zaak om met dit voorbereidingsbesluit in te stemmen.
De commissie kon zich dan ook niet verenigen met het con
cept-raadsvoorstel en -besluit. Als gevolg hiervan is het
voorstel niet geplaatst op de agenda voor de raadsvergade
ring van 24 juni 1991.
Wij merken voorts het volgende op.
De door de heer Boukes gevraagde vergunning voor het ver
groten van een woning/praktijkruimte op het perceel Long-
kruid 7 (de aanleiding voor ons aanvankelijke voorstel om
een voorbereidingsbesluit te nemen) hebben wij bij besluit
van 3 juli 1991, nr. B 439/90 geweigerd. In hetzelfde
besluit weigerden wij tevens de gevraagde vrijstelling ex
artikel 18a en 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en
het Besluit op de Ruimtelijke Ordening 1985. Tegen het
besluit tot weigering van de bouwvergunning heeft de heer
Boukes een beroepsschrift ingediend en tegen de weigering
van de vrijstelling een bezwaarschrift.
Blijkens de Verzamelwet der gemeenten van 25 juli 1991 -in
werking getreden op 26 juli 1991- is artikel 51 van de
Woningwet vervallen verklaard, zodat tegen een geweigerde
bouwvergunning geen beroep meer mogelijk is bij de Gemeen
teraad. In het vervolg is de Arob-rechtsgang van toepassing
(bij ons college
Op 8 november 1991 hebben wij onze beslissing van 3 juli
1991, nr. B 439/90 gehandhaafd, met dien verstande dat de
overwegingen met betrekking tot het toepassen van de be
voegdheid tot het verlenen van een vrijstelling als bedoeld
in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening als
niet geschreven dienen te worden beschouwd. De bezwaar
schriften van de heer Boukes tegen de weigering van een
vrijstelling als bedoeld in artikel 18a van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening en de weigering van een bouwvergunning
hebben wij derhalve ongegrond verklaard. De heer Boukes
heeft hiertegen geen beroep ingesteld.
Blad 5
Voorts heeft de D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzeke
ringsmaatschappij N.V. zich eind augustus 1991 namens de
heer Boukes met een brief tot uw Raad gewend met het ver
zoek om de weigering om een voorbereidingsbesluit te nemen,
te herzien. Op dat moment was van een weigering om een
voorbereidingsbesluit te nemen evenwel nog geen sprake. Na
telefonisch overleg is gebleken dat bedoelde brief moest
worden aangemerkt als een verzoek aan de Raad om een voor
bereidingsbesluit te nemen.
In een later stadium bleek ook anderszins dat de heer
Boukes zijn plannen om (in dit geval zijn woning) uit te
breiden nog niet geheel had laten varen. Nadat hierover
overleg had plaatsgevonden, heeft hij hiertoe medio 1992
een bouwplan ingediend. In antwoord op een brief van 17
september 1992 hebben wij bij brief van 13 oktober 1992,
DAS Rechtsbijstand dan ook bericht dat wij bij besluit van
16 september 1992, nr. B 257/92 aan haar cliënt, de heer
Boukes vergunning hebben verleend voor het vergroten van
zijn woning. "Het medio 1992 door de heer Boukes ingediende
bouwplan is in overeenstemming met het ter plaatse geldende
uitwerkingsplan, zodat de gevraagde vergunning zondermeer
kon worden verleend"Wij hebben hieraan toegevoegd ervan
uit te gaan dat haar brief van 26 augustus 1991, gericht
aan uw Raad, hiermee als vervallen kon worden beschouwd.
DAS Rechtsbijstand neemt hier evenwel geen genoegen mee.
Zij blijft erop aandringen dat er door u een beslissing
wordt genomen op haar verzoek om een voorbereidingsbesluit
te nemen voor dit perceel. Zij schrijft o.a. dat haar
cliënt, ondanks de recente uitbreiding van zijn woning, een
dringende behoefte heeft aan de oorspronkelijk gedachte
uitbreiding, zodat hij gaarne alsnog een beslissing van uw
Raad tegemoet ziet op zijn verzoek om een voorbereidingsbe
sluit te nemen, dusdanig dat zijn plannen alsnog door
middel van een vrijstellingsprocedure kunnen worden verwe
zenlijkt
Op dit verzoek zal dan ook alsnog gemotiveerd een beslis
sing moeten worden genomen. Gelet op het standpunt van de
Commissie voor Stadsontwikkeling, zoals dat hiervoor is
weergegeven, hebben wij gemeend ervan af te moeten zien u
voor te stellen dit voorbereidingsbesluit te nemen; het
verzoek van de heer Boukes om een dergelijk besluit te
nemen komt niet voor inwilliging in aanmerking.