Blad 4
Deze beperking was bewust gekozen. Het Fries Cultuurtoe-
ristisch Ontwikkeling- en Actieplan van de provincie Fries
land (waar het onderzoek verband mee hield) richt zich met
name op de eigen bevolking en de reeds in de provincie
aanwezige bezoekers.
Er komen met betrekking tot de plannen voor een cultuurtoe-
ristische bestemming van het voormalige Stadhouderlijk Hof
een aantal interessante zaken uit het onderzoek:
circa 50Z van de bevolking laat in sterke mate het
bezoek aan dorpen en steden en een aantrekkelijk land
schap meespelen bij het vormgeven aan de vakantie;
de belangstelling voor een "cultureel" getinte vakantie
is des te sterker, naarmate de sociale klasse hoger is;
sterke tot zeer sterke interesse in steden en dorpen
heeft bijna 50Z van de Nederlandse repondenten; de
interesse in steden en dorpen is des te groter naarmate
de sociale klasse hoger is;
slechts 10Z van de landelijk geënquêteerden heeft de
afgelopen 5 jaar Friesland bezocht. Het zijn vooral
geïnteresseerden in een actieve en sportieve vakantie en
geïnteresseerden in het bezoeken van steden en dorpen,
en de museumbezoekers. Bijna de helft van de geënquê
teerden gaf daarbij als reden van niet bezoek op: niet
aan gedacht of overwogen;
cultuurtoerisme is met name onder alleenstaanden of
tweepersoonshuishoudens een optie voor vakantiebeste
ding;
de geënqueteerde hotelgasten waren over het algemeen
zeer sterk in cultuurtoerisme geïnteresseerd.
Uit het onderzoek kan dus de conclusie getrokken worden,
dat er genoeg belangstelling is voor stedenbezoekal dan
niet gericht op culturele activiteiten. Een groot aantal
Nederlanders heeft geen vakantie doorgebracht in Friesland.
Via goede arrangementen en de unieke vorm van verblijfsre-
creatie moet het aantal vakantiebezoeken aan Leeuwarden
omhoog gebracht kunnen worden.
Blad 5
Met betrekking tot de tussenrapportage merken wij nog het
volgende op.
1. Gebruik van het Hof voor het project "Stadshuizen" ligt
op de grens van wat het bestemmingsplan wel of niet toe
laat. De huidige bestemming Maatschappelijke Doeleinden
houdt in dat alleen niet commerciële bestemmingen moge
lijk zijn. Uitgangspunt van de werkgroep is echter
geweest, dat de in het gebouw noodzakelijk geachte
horeca-faciliteit alleen de in het gebouw geprojecteerde
functies mag ondersteunen. Er zal geen commerciële
exploitatie van drink- en eethoreca mogelijk zijn. Toch
achten wij het beter, teneinde een goede exploitatie en
beheer van het gebouw op langere termijn mogelijk te
maken een dusdanige wijziging in het bestemmingsplan aan
te brengen, dat het gebruik voor het project "Stadshui
zen" gemakkelijker mogelijk wordt. Voor verdere informa
tie verwijzen wij u naar de voor u ter inzage gelegde
bijlage 2.
2. Het voormalige Stadhouderlijk Hof heeft een bijzondere
monumentale en geschiedkundige waarde. Wij vinden dat
het plan het gebouw in zijn waarde laat. De Gele, Blauwe
en Nassauzaal blijven in de huidige staat en behouden
ook hun functie. Het trappenhuis van hofarchitect Marot
blijft intact, de laat-middeleeuwse kelder wordt her
steld. De huidige kamers van de wethouders zullen zoveel
mogelijk in hun huidige staat in de plannen worden
ingepast. De bovenverdiepingen zijn niet meer in hun
oorspronkelijke staat en het realiseren van appartemen
ten kan hier plaatsvinden, zonder dat de monumentale
waarde wordt aangetast. Voor verdere informatie verwij
zen wij u ook nog naar de voor u ter inzage gelegde
bijlage 3.
3. De tussenrapportage gaat er van uit dat een positieve
exploitatie mogelijk wordt, indien een EG-subsidie wordt
verstrekt van f 2.500.000,= en de gemeente het Stadhou
derlijk Hof inbrengt. Met nadruk willen wij stellen dat
voor ons op dit moment overdracht voor een symbolisch
bedrag niet aan de orde is. De inbrengwaarde is voors
hands vastgesteld op f 1.500.000,=. In een latere fase
wordt door een extern deskundige een definitieve over-
drachtswaarde vastgesteld.