Blad AO Steensma B.V. heeft een milieuvergunning die van 1977 da teert. Deze vergunning bevat geen voorschriften voor wat betreft geuroverlastDe vergunning is op dit punt dan ook verouderd en moet worden aangepast. Met het bedrijf is reeds contact geweest over het toepassen van de Rijksricht lijn voor stankbeleid. Het streven is deze richtlijn in 199A in de vergunning op te nemen. 59 De gemeente handelt niet juist, wanneer bij het treffen van eventuele maatregelen tegen de geur- en geluidover- last van de firma Steensma wordt uitgegaan van de ver schenen Rijksrichtlijn in plaats vanwege de te vestigen onderwijsvoorzieningDe milieu-investeringen, die noodzakelijk worden gemaakt door de komst van het on derwijsinstituut, worden ten onrechte op het bedrijf verhaald Het toepassen van de Rijksrichtlijn voor stankbeleid bete kent dat voor bedrijven die geuroverlast veroorzaken, in de milieu-vergunning voorschriften moeten worden opgenomen met het doel de geuroverlast voor de omgeving terug te dringen. De hoogte van de investeringen die een bedrijf moet doen om aan de richtlijn te voldoen is afhankelijk van de plaatse lijke situatie. Het principe "de vervuiler betaalt" is on verkort van toepassing. In het onderhavige geval is de bouw van het onderwijscomplex niet van invloed op de hoogte van de te plegen investering. Ook in de bestaande situatie staat namelijk een (te handhaven) schoolgebouw in de direc te omgeving van het bedrijf. De milieu-investeringen van de firma Steensma zijn niet noodzakelijk door de komst van de nieuwe school en de hoog te van de investeringen worden door de komst van de school niet beïnvloed. Financiering van milieu-maatregelen in het kader van het bestemmingsplan is dan ook niet aan de orde. 60 Op het terrein zullen zogenaamde dag-en-nacht-kassen worden geplaatstEr moeten maatregelen worden getrof fen om de hinderlijke lichtspreiding te voorkomen. In de milieu-vergunning zullen voorschriften worden opgeno men om deze hinder te voorkomen. Blad Al 61 Doordat de geplande nieuwbouw veel dichter op de wonin gen is geprojecteerd dan oorspronkelijk de bedoeling was, zal de toename van geluid- en windhinder groter zijn dan in het geluidhinderrapport staat vermeld. Het (niet onderzochte) akoestiekeffect zal, door toedoen van "De Hege Wier"daardoor ook groter worden (alley- effect) Op grond van de milieuvergunning zullen eisen worden gesteld aan de geluidniveaus, die de nieuwe school en het verkeer op het eigen terrein mogen veroorzaken. Bij de toetsing van de geluidniveaus aan de gestelde normen zal ook rekening worden gehouden met reflecties die zullen op treden door belendende bebouwing. 62 De toename van de geluidoverlast hoek Jansoniusstraat/Huizumerlaan is berekend op 1,9 db(A). De berekening klopt niet en de toename zal veel groter zijn. Bij de berekening van de geluidoverlast is gebruik gemaakt van de "Standaard Rekenmethode I" uit het "Reken- en meet- voorschrift Wegverkeerslawaai"zoals die op grond van de Wet geluidhinder moet worden toegepast. De gehanteerde ver- keers-intensiteiten zijn gebaseerd op recente tellingen en op zo nauwkeurig mogelijk ontwikkelde prognoses voor het verkeer. Met andere woorden: de basisgegevens en de bereke ning kloppen. Wij zien daarom geen aanleiding om de bere kende waarden te herzien. 63 De bebouwing komt pal achter de huizen aan de Huizumerlaan 3 t/m 19 en heeft een veel te grote hoog te. Hierdoor wordt de privacy aangetast en het vrije uitzicht beperkt. Volgens het bestemmingsplan blijft er achter de woningen te allen tijde een groenstrook van minstens 15 meter als af scherming tussen het schoolterrein en de achtererven. Deze maat van 15 meter is, zoals reeds opgemerkt, meer dan het dubbele van de oorspronkelijke maat (7 meter) die de betrokken bewoners in een door hen zelf georganiseerde en quête eisten (oktober 1992). De maximale hoogte van de be bouwing op deze afstand tot de achtererven is bepaald op 12 meter

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 430