Blad 2 3. De voorstellen in hoofdlijnen Het is wellicht dienstig om in het kort een samenvatting te geven van de hoofdlijnen van de voorstellen. Uitgangspunt is dat gestreefd moet worden naar een inte graal voorraadbeleidIedere woning in de gemeente is voorwerp van dat beleid. Beleid ten aanzien van de woningvoorraad moet gestoeld worden op de grondgedachte dat een eigenaar zelf verant woordelijk is voor zijn woning. Deze verantwoordelijkheid is niet slechts op hem zelf gericht; het is een verantwoor delijkheid ook tegenover de gemeenschap. In sommige gebieden zijn in het onderhoud en beheer van de woningvoorraad grote achterstanden opgetreden. In die gebieden kan niet meer worden volstaan met een beroep op de verantwoordelijkheid van de eigenaar. Zou men dat toch doen, dan is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te voorspellen dat van verbetering niets, of in ieder geval onvoldoende, terecht zal komen2. Er is daarom voor gekozen bij de beleidsontwikkeling een gebiedsdifferentiatie te maken. Deze differentiatie is uitvoerig beschreven in het strategisch beleidsplan, dat in oktober 1992 door de gemeenteraad is aanvaard. Voor de voorstellen, zoals ze nu nader zijn uitgewerkt is een driedeling in gebieden het meest relevant: actiegebieden, waar achterstanden nopen tot complexmatig ingrijpen; stimuleringsgebieden, waar met een relatief bescheiden steun achterstanden moeten worden weggewerkt; overige gebieden, waar geen subsidie voor verbetering wordt gegeven. Een concreet voorstel tot etikettering van de gebieden treft u aan op bijgaande kaartenset (bijlage). Voor de actie- en stimuleringsgebieden worden enkele subsi dievarianten voorgesteld. Daarbij is bijzondere aandacht gegeven aan de effecten van de subsidiëring in de actiege bieden, omdat daar het verbeterproces niet meer geheel vrijwillig is. Dit zou er toe kunnen leiden dat de laagste inkomensgroepen in de knel komen. Met het oog daarop is een arrangement ontwikkeld dat optimaal gebruik maakt van de mogelijkheden van de woonkostentoeslag in de bijstandsre gelingen. Het uiteindelijk, verrassend gunstige effect wordt uitvoerig beschreven in de toelichting. 2 Op zich is dat al een reden om in die gebieden te subsidiëren. De in de Commissie voor Stadsont wikkeling (22 juni 1993) geopperde gedachte om verwijtbare nalatigheid bij onderhoud te "straffen'' door geen subsidie te geven, is heel werkbaar in betere gebieden. In feite gaat dat ook gebeuren door aanschrijving bij vérgaande verloedering. Ook in de beheervoorwaardendie aan de subsidie worden gebonden, is deze gedachte terug te vinden. In de echt slechte gebieden werkt dit niet; nog afgezien van de omstandigheid dat het volstrekt onzeker is of men de nalatige of diens opvolger straft. Blad 3 De subsidie-arrangementen zijn nadrukkelijk slechts onder deel van het beleid. Voor de gebieden, waar geen subsidie wordt verstrekt, moeten voorwaarden worden geschapen, die een goed onderhoud en beheer mogelijk maken. De oprichting van de Woningwacht en de instelling van de aankoopkeuring zijn daartoe twee belangrijke instrumenten. Momenteel wordt nog met de betrokken marktpartijen onderhandeld over spaar en casco-arrangementen3. Ook is in de voorstellen aandacht gegeven aan het beheer na een ingreep. In de stimulerings- en actiegebieden zullen aan de subsidie voorwaarden worden verbonden, die hopelijk, een goed beheer op termijn waar- borgen(zie hieronder onder punt 15). Voor de voorstellen voor monumenten en wonen boven winkels zie de punten 9 en 10. 4. Inbreng Platform particuliere woningverbetering Zoals u bekend zijn de voorstellen ontwikkeld in nauw overleg met de betrokken marktpartijen en de woonconsumen ten. In het Platform particuliere woningverbetering zijn deze stap voor stap betrokken geweest bij de ontwikkeling van de voorstellen. In een aantal gevallen zijn voorstellen nader uitgewerkt in werkgroepjes uit het platform. Dat geldt voor de aankoopkeuring, de voorstellen tot gebieds- aanwijzing en voor de subsidie-arrangementen. Voor de onderhouds- en beheerregeling is een werkgroep nog aan het werk. Hetzelfde geldt voor de laatste detaillering van de financiële relatie met de banken en voor de voorlichting over de nieuwe regeling. Wij hebben de medewerking van de betrokkenen in dit platform zeer op prijs gesteld. 5. Overleg met lokale banken Bij de uitwerking van de subsidiearrangementen is in de werkgroep financiën uitvoerig overlegd met de in het Plat form zitting hebbende bankiers. Dat heeft uiteindelijk geleid tot voorstellen van de bankiers over de voorwaarden waaronder zij bereid zijn mee te werken aan de financiering van de woningverbetering. Zie voor de voorwaarden de toelichting bij de verordening (bijlage 1 bij de algemene toelichting). Daarnaast verwijzen wij u naar de concept raamovereenkomst met de banken, die u in een apart voorstel tegelijkertijd met deze raadsbrief is aangeboden. Op basis hiervan is de concept-verordening uitgewerkt. 3 Het spaararrangement beoogt arrangement ziet op afspraken met standaardklussen een het aantrekkelijke spaarvorm voor woningonderhoud bouwbedrijfsleven over standaardtarieven voor het casco materiaal en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 443