Blad 6
dat kan bijvoorbeeld zijn reden vinden in het verschillend
fiscaal regime6.
Uiteraard zullen de jaarprogramma's uit het stadsvernieu
wingsfonds en het BWS op elkaar worden afgestemd.
9Monumenten
Voor monumenten (in ruime zin) is een uitvoerige regeling
gemaakt. De regeling valt uiteen in drie onderdelen. Het
eerste onderdeel betreft de rijksmonumenten; waarvan de
subsidiëring plaatsvindt via het BRRM. In de concept-veror
dening is slechts de mogelijkheid opgenomen hier in bijzon
dere gevallen een aanvullende subsidie te geven uit het
stadsvernieuwingsfonds
Het tweede onderdeel bevat een regeling voor woonhuismo
numenten. Subsidiabel zijn alle werkzaamheden, die voor de
instandhouding noodzakelijk zijn, althans voorzover ze het
normale onderhoud te boven gaan. De subsidievorm is globaal
overeenkomstig de subsidiëring voor stimuleringsgebieden;
de maximale subsidiabele kosten zijn uiteraard hoger. Ook
het subsidiepercentage is hoger; een restauratie kan geheel
gefinancierd worden met een aflossingsvrije lening
Het derde onderdeel is de subsidiëring van niet-woonhuismo-
numenten; het gaat hier om panden ter grootte van een
woonhuis. Voor deze panden is dezelfde regeling voor subsi
diëring vooraf opgenomen.
Voor monumenten en wonen boven winkels bevat de regeling
een plankostensubsidiezoals die ook nu bestaat. Wij zijn
van mening dat in een bescheiden subsidie op planontwikke
ling een goede stimulans zit om tot daadwerkelijke aanpak
van panden te komen.
De verordening voorziet in een mogelijkheid dat de gemeente
convenanten sluit om bepaalde verbeterprojekten te realise
ren. Dergelijke convenanten zouden met name een rol kunnen
spelen bij het verbeteren van monumenten en bij de uitvoe
ring van de regeling voor wonen boven winkels. Een conve
nant kan een belangrijk sturingsinstrument vormen, waarmee
een optimale inzet van de beschikbare gelden kan worden
bevorderd
10. Wonen boven winkels
Voor wonen boven winkels is een betrekkelijk eenvoudige
regeling ontworpen. Deze regeling sluit qua subsidiërings-
vormen aan bij de stimuleringsgebieden respectievelijk de
monumenten.
6 Overigens zal nog bekeken worden of het voorstel in het concept van gescheiden deelbudgetten voor
eigen woningen en verhuurde woningen moet worden gehandhaafd. Naar mijn aanvankelijke mening kan dat
leiden tot een onnodige verstarring en kan worden volstaan met een minder vergaande onderscheiding van
deelbudgetten
Blad 7
Voor het opheffen van bouwtechnische gebreken wordt dezelf
de subsidie verstrekt als voor respectievelijk stimule
ringsgebieden en monumenten. Daarboven op wordt een ruimere
subsidie gegeven voor ontsluiting van de woning en voor
verbetering van de indeling.
De verordening geeft de mogelijkheid om de regeling te
koppelen aan een gebiedsaanwijzingEen voorstel daartoe
vindt u in de kaartenset (bijlage). Door deze gebiedsaan-
wijzing wordt een gerichte inzet van de middelen mogelijk
gemaakt
11. De gebiedsaanwijzing voor de woningen (bijlage)
De kaartenset in de bijlage bevat de gebiedsaanwijzingBij
het ontwerpen van deze kaarten is uitgegaan van het strate
gisch beleidsplan. Om de gebiedsaanwijzing zo simpel moge
lijk te houden is de gebiedsdifferentiatie teruggebracht
tot drie typen, waarvan er twee op de kaart zijn aangege
ven. Iedere woning, die op de kaart geen aanduiding heeft
gekregen valt in de categorie overige gebieden. Voor die
woningen is geen subsidie mogelijk.
Bij het aangeven van de stimuleringsgebieden en de actiege
bieden is gebruik gemaakt van:
het rapport Kwaliteit woningvoorraad Leeuwarden van
Bouwcentrum Advies B.V. (1990);
de lokale kennis van een werkgroepje uit het Platform;
de eigen kennis van de staat van het woningbestand
binnen de Afdeling Wonen en de Afdeling Bouwen (monu
mentale aspecten).
Grondslag was het uitgangspunt dat de "sterkere" gebieden
zichzelf zonder subsidie zouden moeten kunnen redden. In de
zwakkere gebieden is bekeken waar met "een duwtje in de
rug"7
kan worden volstaan, en waar zwaardere ingrepen nodig zijn.
Voor de gebieden waar zwaardere ingrepen nodig zijn, de
actiegebieden, wordt gedacht aan haalbaarheidsonderzoeken
gevolgd door complexmatige verbetering.8
In de inspraakperiode is van verschillende kanten aange
drongen op een uitbreiding van het aantal na-oorlogse
complexen dat wordt aangewezen als actiegebied. Wij zullen
dit voorstel in ernstige overweging nemen. Dit hoeft,
gezien de programmering, voor het komende jaar geen gevol
gen te hebben voor de gebiedsaanwijzing
7 Zie de omschrijving van de stimuleringsgebieden in het strategisch beleidsplan.
8 Tenzij het haalbaarheidsonderzoek voert tot de conclusie dat andere maatregelen wenselijk zijn.
Zie hierover bijlage 1, toelichting blz