Blad 8 Wij zijn daarom van plan deze hele problematiek nog eens zorgvuldig te bezien en eventueel daarover volgend jaar, bij de vaststelling van het nieuwe jaarprogram, nadere voorstellen aan u voor te leggen. Dit maakt het mogelijk om vooral alle financiële consequenties van een dergelijke uitbreiding nog eens nader te bezien. 12. De flexibiliteit van de gebiedsaanwijzing Opzet is dat jaarlijks bij de vaststelling van het verdeel- besluit en het program woningverbetering de gebiedsaanwij- zing kan worden aangepast. Hier passen wel enkele kanttekeningen bij. Het ligt voor de hand dat jaarlijks de "afgewerkte" actiegebieden worden afgevoerd. Geleidelijk aan kunnen dan nieuwe actiegebieden worden toegevoegd. Met de stimuleringsgebieden ligt dat wat anders. Uiteraard blijft onverlet de bevoegdheid van de Gemeenteraad om ook deze grenzen te wijzigen. Het lijkt evenwel niet verstandig dit te doen9. In de eerste plaats moet worden voorkomen dat in de overige gebieden een afwachtende houding gaat heersen. Men mag niet de indruk hebben dat over een of twee jaar de woning wel in een stimuleringsgebied zal liggen en het derhalve verstandig is te wachten met onderhoud. Daar komt nog bij dat de knik in de rijksbijdrage voor stadsvernieuwing in 1998 zal nopen tot een versmalling van het beleid. In de notitie "Nog tien jaar laatste loodjes" is aangegeven, dat het - naar het zich nu laat aanzien - verstandig is om dan te kiezen voor uitsluitend complexma- tige aanpak. Dat betekent dat nog maar 4 jaar de stimule ringsgebieden van betekenis zijn. Ook dat pleit er voor om de gebiedsaanwijzing een semi-statisch" karakter te geven. De aanwijzing tot "wonen boven winkelsgebied" komt in karakter het meest overeen met de aanwijzing tot stimule ringsgebied 13. Programmering De bijlage geeft u een overzicht van de bij de gebieds- aanwijzing aangegeven actiegebieden. Voor deze complexmatig aan te pakken gebieden is een nadere programmering nodig. Het bijgevoegde concept-Raadsbesluit bevat een voorstel voor een dergelijke programmering (punt III). Daarbij is aangesloten bij de notitie "Nog 10 jaar laatste loodjes", waarin wordt uitgegaan van een complexmatige aanpak van 75 woningen in de jaren 1994 en 1995, en van 100 woningen op jaarbasis in latere jaren. 9 Uitzondering moet worden gemaakt voor evidente vergissingen. Blad 9 De bedoeling is dat jaarlijks bij de vaststelling van het verdeelbesluit ook de meerjarenprogrammering voor de aan te pakken complexen wordt vastgesteld. Als een complex in de programmering is opgenomen betekent dat in eerste aanleg nog slechts dat voor dat complex een haalbaarheidsonderzoek zal worden verricht. Aan de hand van de uitkomsten van dat onderzoek zal dan nader worden be paald of verbetering in bestuurlijke, financiële en maat schappelijke zin haalbaar is. Het ligt in het voornemen om bij de haalbaarheidsonderzoeken altijd wat "vooruit" te gaan werken zodat bij de voortgang van de verbetering er steeds van enkele complexen voldoende gegevens beschikbaar zijn. Dan kan, als om welke reden dan ook de verbetering van een complex niet doorgaat, zonder noemenswaardige stagnatie verder worden gegaan met een ander complex. 14. Relatie met aanschrijvingsbeleid In de nu voorliggende voorstellen zou het passen om het aanschrijvingsbeleid meer algemeen als instrument in te zetten. Dit zou er toe moeten leiden dat enerzijds het gerichte, op één gebied geconcentreerde, aanschrijvingsbe leid komt te vervallen; anderzijds het aanschrijvingsmiddel vaker over de gemeente verspreid wordt ingezet. Als u hier in beginsel mee instemt, dan zullen u hierover binnenkort nadere voorstellen worden gedaan. 15. De onderhouds- en beheersregeling na subsidiëring. De SVK heeft er op gewezen dat de onderhoudsregeling voor de stimuleringsgebieden betrekkelijk zwaar is, zeker als men in aanmerking neemt dat de hoogte van de subsidie in die gebieden tamelijk bescheiden is. Wij zijn van mening dat dit erg meevalt. De regeling is globaal en geeft ruimte aan nadere invulling. Hieraan wordt momenteel gewerkt door een werkgroep uit het platform waarin zowel de SVK als de Woningwacht, die beide terzake een inspraakreactie gaven, zijn vertegenwoordigd. Deze werkgroep zal voor de stimule ringsgebieden haar voorstellen vóór 1 januari 1994 gereed hebben. Uitgangspunt daarbij is een toezicht op het onder houd in een betrekkelijk lichte en vooral stimulerende vorm. Voor de actiegebieden wijst de SVK er op dat voor de diver se arrangementen verschillende onderhoudsregimes zullen gelden. Uit het formele oogpunt van de verordening sec is deze opmerking juist. Achtergrond van het verschil in regeling is tweeërlei. In de eerste plaats vloeit het onderscheid voort uit de aard van de subsidiearrangementen met hun eigen fiscale gevolgen. Daarnaast speelt de twijfel aan de doeltreffendheid van alleen publiekrechtelijk ge sanctioneerde voorwaarden een rol.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 446