Blad 10 Bovengenoemde werkgroep buigt zich ook over de concreti sering van deze onderhoudsvoorwaardenDaarbij zal worden gestreefd naar een dusdanige afstemming van publiekrechte lijke en privaatrechtelijke voorwaarden dat voor alle subsidiearrangementen een materieel zo gelijk mogelijk onderhoudsregime zal gelden. Wel zal het onvermijdelijk zijn dat de terugvordering van de subsidie bij het arrange ment met jaarlijkse bijdragen onmogelijk blijft. Wij achten dit gevolg van de gekozen constructie aanvaardbaar omdat in de uitwerking van de onderhoudsregeling in ieder geval een controle zal worden opgenomen aan de hand waarvan wij, bij gebreke van een terugvorderingsmogelijkheid, bij nalatig heid in het onderhoud niet zullen schromen om tot aan schrijving over te gaan. De voorstellen zullen operationeel moeten zijn bij de vaststelling van het plan van aanpak voor het eerste aan te pakken actiegebied. 16. De hoogte van de subsidie In het Platform particuliere woningverbetering is over de voorstellen, zoals ze nu ter tafel liggen, in vérgaande mate overeenstemming bereikt. Hardnekkig meningsverschil is eigenlijk alleen blijven bestaan op het punt van de hoogte van de subsidie. Met name de SVK en de Woningwacht zijn van mening dat de subsidiebe dragen te laag zijn. Zij vrezen daardoor een ernstige stagnatie in de woningverbetering. Ook in de inspraak is dit punt naar voren gebracht. Het is buitengewoon moeilijk om hier te bepalen waar het gelijk ligt. The proof of the pudding is in the eating; we zullen moeten afwachten wat de effecten zijn. Voorlopig menen wij er van uit te mogen gaan dat subsi diepercentages van ongeveer 25 in de stimuleringsgebieden en 45 in de actiegebieden heel redelijk klinken10. Daarmee levert de overheid toch een substantiële bijdrage aan de verbeterkosten van het casco. Een dergelijk percentage is, vergeleken met de huidige percentages van 50 voor individu ele gevallen en 75 bij complexmatige verbetering, weliswaar beduidend lager; daar staat tegenover dat de financiering door de overeenkomst met de banken bijna altijd mogelijk is en wel op zeer gunstige condities. De SVK heeft er op gewezen dat in zeer veel gemeenten met beduidend hogere percentages wordt gewerkt. Die opmerking is juist. Dit percentage voor de actiegebieden is hoger dan in het strategisch beleidsplan. Dit is in hoge mate het gevolg van de gedaalde rente sinds juni 1992. Gevolg van dit percentage van 45 is wel, dat het multiplier-effect van de subsidie lager wordt. De in notitie "Nog 10 jaar laatste loodjes" genoemde multiplier, die nog op het strategisch beleidsplan was gebaseerd, zal daarom niet worden gehaald in de actiegebieden Blad 11 Wij vinden het buitengewoon moeilijk om een objectieve redenering aan onze voorstellen ten grondslag te leggen. De opvatting, dat de voorgestelde subsidiepercentages rede lijk zijn, en daarbij het feit dat hogere percentages onvermijdelijk leiden tot hogere lasten voor de gemeente (en derhalve tot een kleiner volume te verbeteren woningen) hebben ons doen besluiten om de voorgestelde percentages te handhaven. Wel achten wij het bij nader inzien redelijk om de drempel in de stimuleringsgebieden wat te verlagen. Ingrepen zullen nu vanaf f 5000,- subsidiabel zijn. Belangrijk in de discussie over de hoogte van de subsidie is vooral het gevolg ervan op de laagste inkomens. Hierbo ven is al aangegeven (punt 4) dat bijzondere aandacht juist aan deze groepen is gegeven. Nu voor deze groep een arran gement is ontwikkeld, dat leidt tot betaalbare extra las ten, stellen wij u voor de subsidiepercentages uit de voorstellen te aanvaarden. Wij wijzen er overigens wel op dat de verordening een hard heidsclausule bevat in hoofdstuk I (artikel 1.7.) van de Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing 1989. Deze bepaling zal spaarzaam worden gebruikt. Toch kan juist deze ontsnappingsclausule soelaas brengen in onvoorziene moei lijke situaties. Wij stellen u overigens hierbij voor om deze bepaling iets te wijzigen. Wij achten het verantwoord om tot afwijking van de verordening voor individuele subsi- diegevallen op basis van dit hoofdstuk van de verordening te besluiten zonder daarover de Raadscommissie voor stads ontwikkeling te raadplegen. In plaats daarvan stellen wij voor u jaarlijks bij de vaststelling van het Verdeelbesluit te informeren over het aantal gevallen waarin wij tot afwijking hebben besloten en welk totaalbedrag daarmee was gemoeid. (concept-Raadsbesluit artikel III) 17. Invoeringseffecten Mede in verband met het voorgaande is het heel waarschijn lijk dat de introductie van het nieuwe subsidiesysteem met enige vertraging in de "omzet" gepaard zal gaan. Iets dergelijks hebben we ook gezien toen de verordening eerder werd gewijzigd en verbetering van wooncomfort niet meer subsidiabel werd. Het heeft na de invoering een tijd ge duurd voordat het aantal aanvragen zich weer bewoog op het vorige niveau. Daarnaast is het niet uit te sluiten dat ook het ambtelijk apparaat en de SVK enige aanloopproblemen zullen hebben in de eerste periode. Wij wijzen hier nu al op om twee redenen. De eerste is het voorkomen van een schrikreactie; we doen er goed aan er van uit te gaan dat dit soort problemen zich in de aanloopfase zullen voordoen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 447