Blad 12 Dat betekent ook dat we ons er bij voorbaat al op instellen om niet te snel te besluiten tot bijvoorbeeld een verhoging van de subsidiepercentages of het uitbreiden van de stimu leringsgebieden. De tweede reden is, dat het aanbeveling verdient om de mogelijkheid te scheppen op deze verzamel- post van het verdeelbesluit een overloop naar volgende jaren mogelijk te maken. In het verleden konden overschot ten op posten bijdragen aan derden binnen het verdeelbe sluit in beginsel niet worden overgebracht naar latere jaren. Daar waren goede redenen voor. De situatie is nu een andere. De totaal omvang van de rijksbijdrage tot 2005 is nu bekend. Aan de hand van geraamde behoeften is dit totale budget in beginsel toegewezen aan onderscheiden projec ten11. Er hoeft dan geen bezwaar het voorraadbeleid (de particuliere woningverbetering) ook als project te definiëren waarbij die overloop mogelijk is. Er is, met name wat de complexmatige verbetering betreft, geen prin cipieel verschil met andere (gemeentelijke) projecten. 18. Inspraakreactie PEL Veel van de inspraakreactie van het PEL is boven al bespro ken. Wij verwijzen dan met name naar hetgeen onder punt 11 is gezegd over de na-oorlogse gebieden. Het PEL vraagt bijzondere aandacht voor de flat aan de Coopmansstraatdie op de bijlage noch als stimulerings- noch als actiegebied is aangewezen. Het PEL is van mening dat deze aanwijzing achterwege is gebleven omdat op dit complex een aanschrijving rust. Deze mening is onjuist. De betreffende flat is op dezelfde wijze beoordeeld als alle andere bebouwing in de gemeente; in dit geval zelfs twee maal. Beide inventarisaties leidden tot het oordeel dat de flat geen aanduiding verdient. Hiermee verliest een aan zienlijk deel van het betoog van PEL feitelijke grondslag. Overigens zijn wij van mening dat er inderdaad buiten de bouwkundige staat van de flat andere redenen zijn, waarom dit complex niet voor verbetersubsidie in aanmerking moet worden gebracht. Wel bezien wij op het moment de mogelijk heden om voor dit complex een bescheiden subsidie te geven voor de totstandbrenging van een organisatiestructuur, die ook op langere termijn een goed onderhoud waarborgt. Het PEL pleit ervoor dat in de verordening een voorziening wordt opgenomen, die het mogelijk maakt om verhuurders, die hoge rendementen uit hun eigendommen hebben gehaald, uit te sluiten van subsidie. Deze, op zich niet onlogische, ge dachte (analogie met corporaties) is in de praktijk niet te verwezenlijken. In overleg met onder andere het Huurders Service Buro is deze mogelijkheid bestudeerd. 11Zie de notitie "Nog 10 jaar laatste loodjes" Blad 13 Daarbij hebben wij moeten concluderen dat er geen goed objectiveerbare regeling is te ontwerpen. Een regeling, die de gehele subsidiëring afhankelijk stelt van ons oordeel, achten wij uit het oogpunt van een goede rechtsbedeling niet aanvaardbaar. De suggestie van het PEL om op enigerlei wijze een koppe ling te leggen tussen de subsidiëring en de aanschrijving wijzen wij af; we spreken hier van twee instrumenten met ieder een eigen karakter. Dat onderscheid dient te blijven gehandhaafd, zeker nu de gebiedsdifferentiatie tot stand is gebracht 19. Slotopmerkingen Wij wijzen er, wellicht ten overvloede, op dat de concept verordening niet alleen is aangepast aan de inspraakreac ties; op andere punten zijn wijzigingen van meer juridisch- technische aard aangebracht. In het concept-Raadsbesluit zijn aparte bepalingen opgeno men voor de eerste gebiedsaanwijzing en de eerste program mering van de actiegebieden. Deze bepalingen zijn nodig omdat op het moment van vaststelling van hoofdstuk II er formeel nog geen bevoegdheid is tot vaststelling van stimu- lerings en actiegebieden en jaarprogramma's op basis van dat nieuwe hoofdstuk. Dat is dan immers nog niet in werking getreden. De Subsidieverordening stads- en dorpsvernieu wing 1989 bevat in artikel 1.8. de mogelijkheid dat de Gemeenteraad de werkingssfeer van de verordening naar tijd of plaats beperkt. Met gebruikmaking van deze bepaling wordt nu de eerste gebiedsaanwijzing en de eerste program mering vastgesteld (punten II en III van het concept-Raads besluit Bij de invoering van de regeling is een summiere overgangs regeling ontworpen die beoogt dat verworven prioriteiten op basis van de oude regeling blijven gehandhaafd. Deze rege ling slaat uitsluitend op de volgorde van afhandeling; het subsidieregime wordt dat van de nieuwe regeling. Tenslotte stellen wij u voor ons te machtigen om de Subsi dieverordening stads- en dorpsvernieuwing opnieuw te publi ceren, zo nodig met hernummering van hoofdstukken en arti kelen. Hiermee is de kenbaarheid van de regeling zeker gediend

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 448