Blad 24 4. De uitbetaling van de geldelijke steun vindt plaats na overlegging van deugdelijke betalingsbewijzen van de werkelijk gemaakte kosten. 5. Indien de restauratie van een woonhuismonument overeen komstig de goedgekeurde plannen is voltooid en de plan- kosten derhalve in de subsidiabele kosten zijn begrepen, vindt met betrekking tot de in het eerste lid genoemde subsidiebedragen een verrekening met de overige op grond van deze paragraaf toegekende geldelijke steun plaats en wel in die zin dat 100Z van de bijdrage ineens bedoeld in het eerste lid daarop in mindering wordt gebracht. 6. In bijzondere gevallen kan door Burgemeester en Wethou ders geldelijke steun als bijdrage ineens worden toege kend en verstrekt ten behoeve van een bouwhistorisch onderzoek. De bijdrage ineens bedraagt ten hoogste f 7.500,-. 2.5.3.2 Overige geldelijke steun voor monumenten Artikel 2.50 1. Ten behoeve van het restaureren van monumenten, niet zijnde een woonhuis en niet zijnde een groot rijksmo nument, kan ten laste van het deelbudget, bedoeld in artikel 2.4 eerste lid onder c, geldelijke steun worden toegekend of verstrekt. De geldelijke steun wordt bere kend over de bij de verstrekking van de geldelijke steun door Burgemeester en Wethouders goedgekeurde kosten van de voorzieningen. 2. De geldelijke steun wordt toegekend als een bijdrage ineens 3. De bijdrage ineens bedraagt 45Z van de bij de verstrek king van de geldelijke steun door Burgemeester en Wet houders goedgekeurde kosten van de voorzieningen. 4. De geldelijke steun wordt slechts verstrekt voor zover de door Burgemeester en Wethouders goedgekeurde kosten niet meer bedragen dan f 200.000,-. Artikel 2.51 Geldelijke steun wordt slechts toegekend en verstrekt indien: le het monument na het treffen van de voorzieningen voldoet aan het kwaliteitsniveau zoals dat is omschreven in het programma van eisen; 2e het monument na het treffen van de voorzieningen uit het oogpunt van monumentenzorg aan redelijke eisen van welstand voldoet. Blad 25 Artikel 2.52 1. De geldelijke steun wordt verstrekt onder de voor waarde dat a. de eigenaar, alsmede de rechtsopvolger, het monument deugdelijk zal onderhouden, inhouden de dat de eigenaar, alsmede de rechtsopvolger, lid wordt en blijft van de Stichting Monumen- tenwacht Friesland, onder de verplichting om de in een rapport van de Stichting Monumenten- wacht Friesland geconstateerde bouwkundige gebreken onverwijld te (laten) herstellen; b. de eigenaar, alsmede de rechtsopvolger, de eigendom van het monument niet laat overgaan op een derde tenzij voor een zodanige eigen domsoverdracht vooraf door Burgemeester en Wethouders toestemming is verleend; c. het monument waaraan de voorzieningen zijn ge troffen niet wordt gesloopt. 2. De voorwaarden in dit artikel gelden gedurende een periode van 15 jaar na de verstrekking van de gelde lijke steun. 3. De toestemming, bedoeld in het eerste lid onder b, wordt verleend indien: a. bij de eigendomsoverdracht de voorwaarden en verplichtingen, zoals in deze verordening be paald, mede worden overgedragen, en, b. leningen welke, ter financiering van de kosten van de voorzieningen, door de eigenaar dan wel de rechtsopvolger, zijn aangegaan en waarbij de betaling van rente en aflossing door of vanwege de gemeente op enigerlei wijze is ge garandeerd, voor de eigendomsoverdracht, alge heel worden afgelost. 4. Burgemeester en Wethouders kunnen voorwaarden verbin den aan de toestemming, bedoeld in het eerste lid onder b. Artikel 2.53 In afwijking van het in artikel 1.6 lid 2 gestelde geven Burgemeester en Wethouders voorrang aan aanvragen met betrekking tot welke een convenant is aangegaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 461