Blad 32
Afdeling 2.7 PROCEDURELE BEPALINGEN
Artikel 2.70
In deze afdeling wordt onder woningen mede verstaan monu
menten en woningen boven winkels.
Artikel 2.71
1. De aanvraag om toekenning van geldelijke steun dient
te bevatten:
a. bewijs van eigendom door middel van authentiek
afschrift van de koopakte en een gewaarmerkt
recent uittreksel uit de kadastrale legger;
b. voor zover van toepassing afschrift van de
akte van splitsing;
c. voor zover van toepassing een verklaring van
de Vereniging van Eigenaren welke bouwdelen
gemeenschappelijk, dan wel niet gemeenschappe
lijk zijn;
d. een bestek en tekeningen van de bestaande en
de te maken toestand van de woning (schaal
1:100), zodanig dat de werkzaamheden per wo
ning zijn te herleiden;
e. een gespecificeerde begroting van de kosten
van de voorzieningen uitgesplitst in lonen en
materiaalkosten per te treffen voorziening;
f. de naam en adres van de aannemer alsmede het
inschrijvingsnummer van deze aannemer bij de
Kamer van Koophandel en het Sociaal Fonds
Bouwnijverheid
g. indien gelijktijdig met het treffen van de
voorzieningen ook niet-gesubsidieerde voorzie
ningen worden getroffen: een uitsplitsing van
de gesubsidieerde- en niet gesubsidieerde kos
ten
h. alle overige bescheiden en gegevens die naar
het oordeel van Burgemeester en Wethouders
nodig zijn voor een juiste beoordeling van de
aanvraag
i. indien de aanvraag een monument betreft: het
bewijs van lidmaatschap van de Stichting Monu-
mentenwacht Friesland;
2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, dienen door
de aanvrager in drievoud geleverd te worden.
3. Burgemeester en Wethouders beslissen binnen acht
weken nadat de aanvraag is ontvangen. Zij kunnen hun
beslissing éénmaal voor ten hoogste acht weken verda
gen.
Blad 33
4. Aanvragen welke overeenkomstig het gestelde in arti
kel 2.73 lid 2 zijn aangehouden tot een volgend jaar
worden voor wat betreft de werking van dit artikel
geacht te zijn ontvangen op 1 januari van dit volgen
de jaar.
Artikel 2.72
Indien de aanvraag betrekking heeft op een particuliere
huurwoning dient de aanvraag tevens vergezeld te gaan van
een door de huurder mede-ondertekend contract waarin ten
minste is vastgelegd:
a. dat de huurder instemt met de te treffen voorzienin
gen;
b. de nieuwe huurprijs na het treffen van de voorzienin
gen, en
c. een opgaaf van de verwachte woningkwaliteit na het
treffen van de voorzieningen, uitgedrukt in punten
volgens het Besluit huurprijzen woonruimte.
Artikel 2.73
1. Een aanvraag voor geldelijke steun wordt voor wat
betreft de volgorde van indiening geacht te zijn
ingediend, op het moment dat de aanvrager heeft
voldaan aan het gestelde in artikel 2.71.
2. Indien de door de Raad voor enig jaar vastgestelde,
dan wel de overeenkomstig artikel 1.3 gecorrigeerde,
deelbudgetten niet toereikend zijn om alle aanvragen
te honoreren, worden de aanvragen die niet kunnen
worden gehonoreerd aangehouden tot het volgende jaar.
3. De aanvrager ontvangt onverwijld mededeling
van de aanhouding.
4. Indien zich de situatie, bedoeld in het tweede lid,
zich voordoet, kunnen Burgemeester en Wethouders voor
één of meer van de deelbudgetten, bedoeld in artikel
2.4, een indieningsstop met betrekking tot aanvragen
als bedoeld in artikel 2.71, afkondigen.
5. De indieningsstop, bedoeld in het vorige lid, wordt
bekend gemaakt in één of meer dag- of nieuwsbladen en
geldt voor een door Burgemeester en Wethouders te
bepalen termijn.
Artikel 2.74
1. Burgemeester en Wethouders kennen geen geldelijke
steun toe indien:
a. het deelbudget niet toereikend is:
b. de voorzieningen niet sober en doelmatig wor
den uitgevoerd;