Blad 38
Artikel 2.79
1. De geldelijke steun wordt verstrekt aan de eigenaar
van de woning waaraan de voorzieningen zijn getrof
fen
2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet indien het
gaat om woningen terzake waarvan degene, die als
eigenaar, of uit anderen hoofde, bevoegd is tot het
treffen van voorzieningen, is aangeschreven krachtens
de Woningwet, ingeval de in de aanschrijving bepaalde
termijn, gedurende welke de voorzieningen dienen te
worden getroffen, is verstreken.
Artikel 2.80
De bijdrage ineens op termijn wordt betaalbaar gesteld aan
het einde van het lopende kwartaal van het jaar waarin een
termijn van 15 jaren na de verstrekking van de geldelijke
steun eindigt.
Artikel 2.81
1. De bijdrage ineens wordt betaalbaar gesteld aan het
einde van het lopende kwartaal waarin de verstrekking
van de geldelijke steun heeft plaats gevonden.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen op verzoek voor
schotten verstrekken op de bijdrage ineens.
Artikel 2.82
De jaarlijkse bijdragen worden betaalbaar gesteld aan het
einde van het lopende kwartaal waarin de verstrekking van
de geldelijke steun heeft plaats gevonden.
Artikel 2.83
Ingeval van overtreding van de voorwaarden die gesteld zijn
bij de verstrekking van de bijdrage ineens of de bijdrage
ineens op termijn kunnen Burgemeester en Wethouders:
a. een besluit tot verstrekking van geldelijke steun
geheel of gedeeltelijk intrekken;
b. reeds betaalde geldelijke steun geheel of gedeelte
lijk terugvorderen;
c. de geldelijke steun opnieuw verstrekken op het op het
moment van de overtreding betaalde bedrag.
Blad 39
Artikel III
Artikel 1.7. van de Subsidieverordening stads- en dorpsver
nieuwing 1989 wordt als volgt gewijzigd:
artikel 1.7.
1. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethou
ders, gehoord de betrokken Raadscommissie(sin het
belang van de stadsvernieuwing afwijken van de bepalin
gen van deze verordening.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit
artikel kunnen Burgemeester en Wethouders in individuele
gevallen afwijken van de subsidieregels in hoofdstuk II
van deze verordening zonder hierover eerst de betrokken
Raadscommissieste horen.
3. Burgemeester en Wethouders geven jaarlijks aan de be
trokken Raadscommissieseen overzicht van het aantal
gevallen waarin, en tot welke bedragen, zij toepassing
hebben gegeven aan het tweede lid van dit artikel
Artikel IV
1. Aanvragen om subsidie op basis van de hoofdstukken 2 en
3 van de Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing
1989 alsmede aanvragen om subsidie op grond van de
regeling wonen boven winkels ingediend voor 1 januari
1994 worden afgehandeld op volgorde van de indiening van
de aanvraag.
Artikel V
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1994
2. Burgemeester en Wethouders kunnen bepalen dat onderdelen
van de verordening op een later tijdstip in werking
zullen treden.
Artikel VI
De gewijzigde Subsidieverordening stads- en dorpsvernieu
wing 1989 kan worden aangehaald als "Subsidieverordening
stads- en dorpsvernieuwing 1999".
II. Vooruitlopend op het inwerkingtreden van het nieuwe hoofd
stuk II worden de gebieden, die op de kaarten
"gebiedsaanwijzing"zijn aangegeven als stimulerings - en
actiegebied en als wonen boven winkels gebied, op basis van
artikel 1.8. van de Subsidieverordening stads- en dorpsver
nieuwing 1989, aangewezen als respectievelijk stimulerings-
en actiegebieden en wonen boven winkelsgebied waarin subsi
diëring op basis van het nieuwe hoofdstuk 2 van de verorde
ning mogelijk is.