Blad 2
Afgezien van het feit dat ons incidenteel verzoeken bereiken om
medewerking te verlenen aan de vestiging van een tuinderij/kwe
kerij, kunnen wij voorts niet inzien waarom genoemde alterna
tieven, die het bestemmingsplan biedt (volkstuinencomplex of
een pure agrarische bestemming), niet tot de mogelijkheden
zouden behoren.
Het argument, dat op de aangrenzende gronden langs het
Leechpaed ook reeds een aanzet voor een beperkte uitbreiding
van de woningbouw is geprojecteerd, is voorts niet steekhou
dend. Zowel in de toelichting bij het bestemmingsplan als in
bedoeld raadsvoorstel valt n.l. te lezen, dat door aan weers
zijden van het Leechpaed enige woningbouw mogelijk te maken
(zeer bescheiden bouwplannen), de bebouwing compact kan worden
gehouden en een vrij uitzicht over het binnengebied mogelijk
blijft
Wij zijn van mening, dat tegen de partiële onthouding van
goedkeuring beroep dient te worden ingesteld bij de Kroon en
wel op grond van de argumenten, zoals die hiervoor en in ons
voorstel van 11 maart 1993 (bijlage nr. 59) inzake de vaststel
ling van dit bestemmingsplan zijn verwoord (dit voorstel ligt
voor u bij de stukken ter inzage).
Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd
ontwerp-besluit
Leeuwarden, 2 december 1993.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
drs. H.H. Apotheker Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.
