1.3 Beleidsvoornemens per zorggebied
10
lijkheid van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. In dit veranderingspro
ces neemt het gemeentebestuur een sleutelpositie in als stimulator en coördinator.
In dit deel van de Hoofdlijnen 1994-1997 wordt in hoofdlijnen ingegaan op de
beleidsvoornemens per zorggebied.
1.3.1 Economische ontwikkeling
Ontwikkeling Frieslandhalcomplex en omgeving
Medio 1993 is de ontwikkeling van de eerste fase van het Frieslandhalcomplex
(nieuwbouw evenementenhal, verbouw/vernieuwing, veemarkt, inrichting buitenterrein
incl. ontwikkeling Agro-plein westzijde) van start gegaan. Daaraan gekoppeld heeft
tevens de privatisering van de Frieslandhal een formeel juridisch kader gekregen.
Het gebied van het Frieslandhalcomplex, waartoe het Bodeterrein en het Mamixveld
worden gerekend, vormt ook in de toekomst een speerpunt in het kader van de verster
king en de uitbouw van de agri-/nutri-business.
De gezamenlijke landbouworganisaties hebben vergevorderde plannen voor een
nieuw te bouwen kantooraccommodatie (realisatie 1994).
De planvorming met betrekking tot de realisatie van een (inter)nationaal agrarisch
handelscentrum wordt in 1994 verder geconcretiseerd.
Het handelscentiun; zal met name de verbindende schakel vormen tussen de afzonder
lijke functies binnen dit gebied.
Het gebied zal op wat langere termijn verder worden ingevuld met functies passende
binnen de planfilosofie. Hierbij denken wij met name aan ontwikkelingen in het kader
van nutri-kennisinfrastructuur. Een strategisch plan in dit verband is in overleg met
betrokken geledingen van overheid, bedrijfsleven en onderwijs eind 1993 afgerond.
Concrete projecten kunnen vanaf 1994 tot ontwikkeling komen. De nieuw aan te stel
len directeur van de geprivatiseerde Frieslandhal zal hierbij in de rol van een business-
manager een belangrijke katalyserende rol vervullen.
Ook een verdergaande infrastructurele aanpassing van het gebied en de di recte omge
ving maakt onderdeel uit van de verdere planontwikkeling.
TOS/Peet-project
De gemeente Leeuwarden, de provincie Friesland, Kamer van Koophandel en enkele
andere Friese gemeenten hebben het initiatief genomen tot de uitvoering van een twee
jarig spin-off-projcct. Het TOS/Peet-project is een ontwikkelingsprogramma om de ken
nisbronnen van de TU Twente te benutten en het technologisch en economisch poten
tieel in de provincie Friesland te verhogen. Het project wordt mede gefinancierd door
het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling (EFRO). Het TOS/Peet-project
wordt uitgevoerd door de TU Twente en het Peetproject van het Bedrijvencentrum
Leeuwarden. De drie Friese hoge scholen, het Innovatiecentrum Friesland en de TU
Twente stellen ondermeer technische faciliteiten en expertise ter beschikking.
Algemene hoofdlijnen van beleid
11
Tegengas- actieprogramma ontwikkeling werkgelegenheid
Naar aanleiding van een aantal bedreigende ontwikkelingen op het gebied van de
werkgelegenheid, hebben wij het initiatief genomen om met een groot aantal betrokken
partijen een samenhangende aanpak te ontwikkelen om de bestaande werkgelegenheid
te behouden en om nieuwe werkgelegenheid te scheppen. Hiertoe is een drietal project
voorstellen uitgewerkt. Deze projecten zijn eind 1993 van start gegaan en zullen worden
gecontinueerd in 1994. Het betreft de projecten Arbeidspool, Creëren Extra Werkge
legenheid en Intensivering Acquisitie. Door een bundeling van de beschikbare middelen
en instrumenten worden alle mogelijkheden met betrekking tot de ontwikkeling van
werkgelegenheid tot het uiterste benut Daarbij is ervan uitgegaan dat door een samen
hangende inzet méér en betere resultaten bereikt kunnen worden dan door een geschei
den optreden.
Acquisitiebeleid
In 1993 is de nota 'Intensivering en professionalisering Acquisitie' vastgesteld, onder
meer in het kader van de Nota Tegengas. De uitvoering van de activiteiten en voorstel
len in deze nota worden in 1994 gecontinueerd. Naast het instellen van een (intern)
acquisitie-team en een onderhandclingsdelegatie, gaat het ook om de versterking van de
acquisitie-functie en een aantal actiepunten gericht op het verbeteren van de aantrekke
lijkheid van het vestigingsklimaat. Een en ander zal nader vorm gegeven worden en
worden uitgewerkt in de komende beleidsperiode.
1.3.2 Milieu
Het gemeentelijk milieubeleid is gericht op het voorkomen van verdere achteruitgang
van de milieukwaliteit. Dit beleid heeft betrekking op het voorkomen van waterveront
reiniging, luchtverontreiniging, bodemverontreiniging en geluidshinder.
De handhavings- en vcrgunningsvcrleningstaken zullen op een dusdanige wijze geïn
tensiveerd worden dat er in 1995 sprake zal zijn van een adequaat uitvoeringsniveau.
Alle milieuvergunningsplichtige bedrijven zullen op dat moment over een toereikende
vergunning beschikken. Bovendien wordt de controle op naleving geïntensiveerd.
In de komende jaren zullen er maatregelen worden getroffen om de hinder als gevolg
van het verkeer te beperken, waarbij gestreefd wordt naar een optimale afstemming tus
sen verkeer en vervoer enerzijds en bereikbaarheid anderzijds. Het verkeersmilieuplan
biedt hier een duidelijk handvat voor.
Verwerking van het door ons geproduceerde afval vormt een steeds groter probleem.
Terugdringing van de hoeveelheid afval en hergebruik van de verschillende soorten
afval hebben de hoogste prioriteit. Gescheiden inzameling van diverse componenten zal
daarom zoveel mogelijk worden doorgevoerd.
Betrokkenheid, inzicht en vaardigheden op het gebied van natuur en milieu leiden tot
een milieuvriendelijke houding en milieuvriendelijk gedrag. Daarom zal Natuur- en
milieueducatie verder uitgebouwd worden. Het milieu-educatieplan zal hier een aanzet
toe geven.
Algemene hoofdlijnen van beleid