14 de werkloosheid van 1 januari 1992 tot 1 januari 1993 met ca. 550 personen. Dit heeft tot gevolg dat het aantal nieuwe werklozen toeneemt en dat de instroomkansen van bestaande werklozen afnemen. Het Centraal Plan Bureau voorziet een verdere terug gang van de werkgelegenheid en een toename van het aantal WW-uitkeringsgerechtig- den. Deze ontwikkeling werkt op termijn door in een stijging van het aantal RWW-uit- keringsgerechtigden. Sociaal-cultureel Werk in het kader van de werkgelegenheid Eind 1992 heeft u besloten tot herstructurering van de werksoort PMZW. In 1993 heb ben de bij deze werksoort betrokken instellingen een voorstel voorbereid voor een nieu we organisatie(vorm), die naar verwachting per 1 januari 1994 van start zal gaan. De nieuwe organisatie(vorm) heeft tot doel 180 werkervaringsplaatsen te realiseren. Trajectbemiddeling In 1994 eindigt het experiment met het project Trajectbemiddeling dat in samenwer king met het RB A-Friesland wordt uitgevoerd. Het resultaat van de evaluatie van het project en een eventueel voorstel over voortzet ting van deze activiteit zullen eind 1994 aan u worden voorgelegd. Verzelfstandiging Stichting Werkwijzer Met het oog op de groei van de stichting Werkwijzer en vanwege de discussie over de heroriëntatie op gemeentelijke taken is in 1993 een voorstel uitgewerkt voor de verzelf standiging van deze stichting. De ondersteunende taken, die tot 1994 door de Dienst Economische en Sociale Zaken worden uitgevoerd, zullen door de stichting worden overgenomen. De stichting Werkwijzer zal een zelfstandige positie innemen, die verge lijkbaar is met andere door de gemeente gesubsidieerde instellingen. Uitbouw activerend arbeidsmarktbeleid In aansluiting op het bestaande werkgelegenheidsbeleid is de discussie gestart over de relatie tussen de Dienst Sociale Werkvoorziening (DSW) en andere instellingen op het terrein van de werkgelegenheid, zoals de stichting Werkwijzer, de werksoort Projecten Mensen Zonder Werk en de stichting Trajectbcmiddeling Leeuwarden. Uitgangspunt is dat de DSW kan worden aangemerkt als arbeidsmarktinstrument, waar toeleiding van deelnemers naar de arbeidsmarkt een centrale doelstelling is. In 1994 worden nadere voorstellen uitgewerkt voor de samenwerking. De mogelijkheden van een organisatori sche bundeling tussen de stichting Werkwijzer en de DSW worden nader onderzocht. Dienst Sociale Werkvoorziening Naar verwachting krijgt de ambtelijke reorganisatie bij de D.S.W. als gevolg van de taakstelling over 1993 tot en met 1995, met van 1 januari 1994 zijn beslag. Het terug brengen van het aantal medewerkers vindt plaats met de nodige omzichtigheid om de continuïteit van het bedrijf niet in gevaar te brengen. Om versnippering te voorkomen wordt steeds intensiever samengewerkt tussen onder andere D.S.W.-Leeuwarden en de Dienst Economische en Sociale Zaken, de Dienst Stadsbeheer, de stichting Werkwijzer, het Arbeidsbureau en de Gemeenschappelijk Medische Dienst. Algemene hoofdlijnen van beleid 15 Nadat in begin 1993 een werkgelegenheidsproject voor J.W.G. en W.S.W. van start is gegaan, dat succesvol lijkt te verlopen, wordt reeds gewerkt aan de opzet van nieuwe projecten. Het streven van D.S.W.-Leeuwarden de samenwerking tussen de regionale S.W.- bedrijven te bevorderen, sorteert eveneens effect. Zo worden tussen D.S.W.-Leeuwarden en Westergo Bedrijven in Franeker onderling medewerkers, welke de effectiviteit van de organisatie kunnen verbeteren, uitgeleend. Tevens worden tussen deze beide bedrijven afspraken gemaakt, zoals over het aan schaffen van machines en het aannemen van werk. 1.3.4 Sociaal-cultureel werk Vanuit de overweging dat de overheid meer op afstand zou moeten functioneren waar de burger een toenemende (financiële) verantwoordelijkheid voor maatschappelijke goederen kan dragen, ligt het voor de hand om ten aanzien van het sociaal-cultureel werk kritisch te onderzoeken in welke mate een financiële bijdrage van gemeentewege nog benodigd is ten behoeve van de buurt- en wijkaccommodaties. In 1994 zal de realisering van voorzieningen voor kinderopvang zijn afgerond. Tevens zal de wijze waarop de afstemming tussen de kinderopvang en de tussenschoolse opvang en het peuterspeelzaalwerk plaatsvindt nader zijn vastgelegd en worden geëffec tueerd. 1.3.5 Onderwijs en educatie Deregulering en autonomievergroting zijn binnen de sector Onderwijs de bekende trefwoorden. Aan de bestuurscapaciteit van schoolbesturen worden steeds hogere eisen gesteld als gevolg van minder centralistische regelgeving en vergroting van de eigen bevoegdheden. De Vereniging van Friese Gemeenten heeft in 1992 de mogelijkheden afgetast voor samenwerking tussen gemeenten, zowel op het vlak van beleidscoördina tie als die van bestuursondersteuning. Aangezien dit initiatief niet tot het gewenste resultaat heeft geleid en wij bovendien in het kader van de HEGT/HELT-operatie de diensten de opdracht hebben gegeven een onderzoek te plegen naar het eventueel afsto ten van uitvoerende taken, hebben wij in overleg met de E en S-groep te Leeuwarden, een particulier adviesburo op het gebied van onderwijs en welzijn, besloten de moge lijkheden te onderzoeken van privatisering voor alle bestuurlijke werkzaamheden. Wij hebben het voornemen om met ingang van 1 januari 1994 alle schoolbestuurlijke werk zaamheden uit te besteden aan een samen met de E en S-groep op te richten stichting. De bestuursvorm van het openbaar onderwijs in relatie met door de rijksoverheid te decentraliseren taken op onderwijsgebied naar de gemeente staat nog steeds in de belangstelling. Na het verschijnen van het standpunt van het kabinet over nieuwe bestuurlijke verhoudingen zullen wij ter zake met voorstellen komen voor het primair onderwijs. Het in 1992 ingediende wetsvoorstel tot wijziging van de Leerplichtwet 1969 beoogt een verbetering te zijn van de huidige regelgeving en een aanpassing aan de gewijzigde maatschappelijke situatie. Bovendien wordt beoogd de positie van de leerplichtambte- Algemene hoofdlijnen van beleid

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 12