3. Financieel-economisch beleid
3.1 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente
3.2 Financieel management en beheer
30
dacht wordt besteed aan opleiding en integratie van taken en personeel, in 1994 volledig
operationeel.
In het kader van de bezuiniging zijn ook voorstellen gedaan die het ra raken. Het
streven is erop gericht met een minimum aan kosten ondersteuning te geven aan het
bestuur, management en ambtelijk apparaat, waardoor deze zich voornamelijk kunnen
richten op hun primaire taak.
De diensten en produkten van het FB worden geleverd door drie units, namelijk:
De unit Documentaire Informatievoorziening, belast met de postbehandeling inclusief
registratie, archivering, vakbibliotheek, voorbereiding agenda B. W. en Raad en het
verzorgen van het raadsverslag.
De unit Informatietechnologie, belast met het technisch systeembeheer, help-desk,
tekstverwerking en ondersteuning.
De unit Beheer, belast met het beheer Stadskantoor en Stadhuiscomplex,
inkoop/magazijn, bewonersservice, restauratieve voorzieningen en reprografie.
Voor het FB is voor 1994 een begroting opgesteld die is opgenomen in de dienst-
begroting van Bestuurszaken.
Bedrijfsvoering
31
De meerjarenraming 1993-1996 sloot na vaststelling van de herwaarderings- voorstel
len door de raad met een positief saldo van 640.000. Dit positieve beeld hield echter
niet lang stand. Tegenvallende uitgaven en inkomsten noodzaakten tot een drastische
bijstelling van de financiële ramingen.
In de raadsvergadering van 26 april 1993 vond dan ook de noodzakelijke bijstelling
plaats. Gelijktijdig werden maatregelen vastgesteld om opnieuw tot een sluitende begro
ting 1993 te komen. Tevens werd besloten in de structurele dekking van de tegenvallers
te voorzien bij de opstelling van de begroting 1994 en de meerjarenraming 1994-1997.
Rekening houdend met de door de tegenvallende uitgaven en inkomsten ontstane
financiële positie en met de wenselijkheid alvast rekening te houden met mogelijke toe
komstige tegenvallers is een bezuinigingsoperatie ingezet met een taakstelling van ca.
f 15 miljoen. De bezuinigingsvoorstellen zijn als bijlage bij dit beleidsplan gevoegd.
De bezuinigingen leiden tot vermindering van het aantal formatieplaatsen. Om deze
vermindering te realiseren is een goed flankerend beleid nodig.
Doordat niet alle bezuinigingen op korte termijn gerealiseerd kunnen worden en de
kosten van het flankerend beleid vooral de eerste jaren hoog zijn resulteren de bezuini
gingsvoorstellen wel in een sluitende meerjarenraming maar niet in een sluitende begro
ting 1994. Hiervoor hebben wij aanvullende incidentele voorstellen ontwikkeld, welke
in het vervolg van deze nota zijn opgenomen. Tevens hebben wij Desloten voor 1994 af
te zien van nieuw beleid.
In het beleidsplan is rekening gehouden met toekomstige tegenvallers. Of dit voldoen
de zal zijn hangt in belangrijke mate af van de sociaal-economische ontwikkeling van
Leeuwarden. Het stemt weliswaar tot voldoening dat door de invoering van de tijdelijke
verfijningsregeling "laaginkomen" er enige erkenning is van de moeilijke financiële
positie van Leeuwarden en in dezelfde omstandigheden verkerende gemeenten, maar
het blijft onaangenaam van dit soort verfijningsregelingen afhankelijk te moeten zijn.
De gemeentelijke mogelijkheden de sociaal-economische ontwikkelingen te beïnvloe
den zijn beperkt, maar zullen maximaal worden uitgebuit. Dit heeft zijn financiële ver
taling gevonden in de reservering van middelen voor het structuurfonds.
Zeker bij een zwakke financiële positie is het van essentieel belang te beschikken over
een goed sturings- en beheersings-instrumentarium. Om een versnelling te brengen in de
opbouw van dit instrumentarium vindt op basis van een verkenningennota een doorlich
ting van de gemeentelijke organisatie plaats met betrekking tot de stand van zaken op
het terrein van het financieel management en beheer.
Financieel-economisch beleid