3.6 Algemene uitkering uit het Gemeentefonds 36 De wijziging van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 per 1 juli 1993 heeft tot gevolg dat de in de Uitvoeringsregeling genoemde normen en berekeningsmethodie ken aansluiten aan de systematiek van de Algemene Bijstandswet (de kwijtschelding snorm is 90% van de bijstandsnorm). Voorts zijn per die datum andere voorschriften van kracht met betrekking tot de wijze van berekening van de netto-bctalingscapaciteit met name ten aanzien van de bepaling van de woonlasten, waardoor o.m. de subsidiabele servicekosten nu als kosten mogen worden meegenomen (in plaats van de kale huur). Voor sommigen leidt dit tot verruiming van het kwijtscheldingsbeleid, anderzijds geeft de wijziging per 1 juli 1993 een beperking te zien. Vooralsnog kunnen gemeenten weinig doen als gevolg van de strakkere normering. Algemeen De algemene uitkering uit het gemeentefonds vertoont over de beleidsperiode een stij ging van 13%. Deze stijging houdt echter niet ook een verbetering voor de financiële positie van de gemeente in. Het grootste deel van de stijging wordt veroorzaakt door de overdracht van rijkstaken en de doorwerking van rijksmaatregelen. De uitvoering van deze taken leidt tot hogere lasten voor de gemeente. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat één en ander budgettair neutraal verloopt. Tegenover de budgettaire neutrale uitbreiding van de gemeentefondsuitkering staan forse kortingen waarvoor binnen de gemeentelijke meerjarenraming dekking moest worden gevonden. Positief voor onze financiële positie is de tijdelijke verfijningsregeling "laaginkomen" die in werking is getreden vooruitlopende op de totale aanpassing van de verdeelmaat- staven van het gemeentefonds welke gepland is voor 1996. De investeringsimpuls 1994 ad f 50 miljoen is door ons vooralsnog in de ramingen gehandhaafd en opgenomen voor f 429.000,--. Uit de septembercirculaire 1993 zal blij ken of deze definitief zal worden toegekend. Aan de investeringsimpuls is dan ook nog geen bestemming gegeven. Financieel-economisch beleid 37 De opbouw van de ramingen voor de uitkering uit het Gemeentefonds tot en met 1997 is als volgt (x f 1.000,--). Tabel 9.1 Mutaties t.o.v. voorgaand jaar Omschrijving 1993 1994 1995 1996 1997 Totaal 1 Beleidsplan 1993-1996 103722 821 1614 353 0 106510 2 hoger loon- en prijspeil dan in begroting 1993 -20 4409 4389 3 nieuwe uitgangspunten m.b.t inwoners en woningen 390 353 386 385 747 2261 4 interim maatregel (in raad 26.04.1993) 870 854 1724 5 kortingen -577 -2625 449 -321 -164 -3238 6 maatregelen met een budgettair neutraal karakter 899 5054 1325 1064 85 8427 7 wijzigingen verfijning sociale structuur i.v.m. mutatie aantallen -167 939 611 1383 8 volume-accres minus ontwikkeling uitkeringsbasis 170 170 9 afrondingen en doorwerking van diverse maatregelen 254 26 -301 -109 -179 -309 10 diversen -152 61 73 65 -15 32 104349 9908 5011 1437 644 121349 Voor een toelichting op de mutaties verwijzen wij u naar bijlage 4. Financieel-economisch beleid

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 23