1. Algemene hoofdlijnen van beleid 1.1 De context van het beleid 5 Bij de aanbieding van het beleidsplan 1993-1996 hebben wij u te kennen gegeven, dat 1993 het jaar zou worden van het maken van keuzen. Wij hebben ons bij deze uitspraak laten leiden door de sombere verwachtingen ten aanzien van het financieel-economische klimaat voor de lange termijn. Deze verwachtingen zijn er sindsdien niet beter op geworden. In het voorliggende beleidsplan, met name in het hoofdstuk over de financiële positie van de gemeente, gaan wij nader in op deze constatering en de doorwerking die dat heeft gehad voor ontwikke lingen op de respectievelijke velden van gemeentelijke zorg. Dit ongunstige toekomstperspectief ten aanzien van de financiële situatie van onze gemeente, op grond waarvan werd ingeschat dat zich ook in de komende jaren tegenval lers op de begroting zullen gaan voordoen, is aanleiding geweest om aan u voor te stel len om in één grote bezuinigingsoperatie te komen tot een sluitende meerjarenbegroting. Ramingen van toekomstige tekorten inclusief de benodigde jaarlijkse ruimte voor nieuw beleid leidden ertoe dat ombuigingen nodig zouden zijn van naar schatting 20 miljoen gulden. Alle gemeentelijke diensten hebben vervolgens de opdracht gekregen concrete herwaarderingsvoorstellen te ontwikkelen en zich tevens te buigen over de vraag welke (uitvoerende) taken die de gemeente nu verricht in de toekomst kunnen worden afgesto ten. Om dit te onderzoeken hebben wij, zoals aangekondigd, de projectorganisatie HEGT/HELT (Heroriëntatie gemeentelijke taken/Herwaardering lange termijn) in het leven geroepen. De ontwikkelingen op financieel-economisch gebied hebben zich in het lopende jaar veel sneller gemanifesteerd dan in voorafgaande jaren het geval was. Deze ontwikkeling valt terug te voeren op de verbeterde mogelijkheden die binnen de gemeentelijke orga nisatie voorhanden zijn om de actuele stand van de gemeentelijke financiën in kaart te brengen en bijgevolg vroegtijdig te kunnen signaleren welke stappen moeten worden ondernomen. Als zodanig heeft dit ertoe geleid dat wij u al in april van dit jaar hebben moeten voorstellen om een tekort van f 4,5 miljoen in de lopende begroting 1993 te dekken. Dit gegeven gepaard aan de sombere prognoses ten aanzien van het tekort van f 8,5 miljoen dat in mei van dit jaar al voor het begrotingsjaar 1994 tegemoet werd gezien, heeft het onderzoek naar het afstoten van gemeentelijke taken in een stroomver snelling gebracht. Hiervoor was het nodig om aan de hand van de in dit kader gemaakte inventarisaties de kemtakendiscussie af te ronden en richtinggevende politieke keuzes te maken ten aanzien van het handhaven, afstoten dan wel beëindigen van gemeentelijke taken. Na gezamenlijk overleg met de fractievoorzitters uit uw raad zijn wij het er over eens geworden, dat in de beleidsperiode 1994 tot en met 1997 voor een bedrag van in totaal 15 miljoen gulden bezuinigingen moeten worden doorgevoerd. Een substantieel deel daarvan zou al in 1994 moeten worden gerealiseerd. Nadrukkelijk is vastgelegd dat deze ingrijpende bezuinigingen tot gevolg hebben dat gemeentelijke taken moeten worden afgestoten en dat bepaalde activiteiten niet meer kunnen plaatsvinden. Tevens is beslo- Algemene hoofdlijnen van beleid

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 7