42 de wijkverenigingen en met de bewoners. Tevens zullen in deze beleidsperiode plannen- worden opgesteld ten behoeve van het veranderen van het openbaar groen in de wijk Nijlan naar een meer ecologisch te beheren groen. De bestrijding van het onkruid in openbaar groen zonder chemische middelen heeft in 1992 beter gefunctioneerd. De bestekken waren vroeg in het jaar klaar, zodat de aanne mers op tijd met het werk konden beginnen. Wij verwachten dat in 1993 en volgende jaren het beeld van dit onderdeel aanvaardbaar zal zijn. Wel zal het zo zijn dat mede in het kader van het te ontwikkelen ecologisch beheer 'brandschone' groenakkers tot het verleden gaan behoren. Uit het voorgaande blijkt dat de inzichten in groenbeheer veranderen. Wij streven ernaar de structuur van het groen aan te passen aan de veranderde inzichten. Daarbij zal door middel van educatie en voorlichting de burger duidelijk gemaakt worden dat het oude netheidsbeeld, een aangeharkt plantsoentje, niet meer ons streefbeeld is. Door goede voorlichting en informatie aan de diverse wijken zal worden getracht het maat schappelijk draagvlak voor dit beleid te verkrijgen. Naast het bovenstaande zijn ook aanpassingen van het groen te verwachten bij recon structies en in stadsvernieuwingswijken. Bijzondere aandacht geldt hierbij voor het Wilhelminaplein en het Troelstrapark. Ook de renovatie van de Prinsentuin zal veel aan dacht krijgen. Daarnaast zullen ook inrichtingsplannen worden opgesteld voor diverse uitbreidingen, zoals in Camminghaburen en Goutum. In 1992 is bij de afdeling Groen, Recreatiegebieden en Begraafplaatsen met een nieu we organisatievorm proefgedraaid. Uitgangspunt en doelstelling hiervoor waren en zijn een grotere verantwoordelijkheid van de wijkploeg gekoppeld aan het beter benutten van capaciteiten van medewerkers. Wij verwachten dat deze proef zal slagen en in een definitieve vorm kan worden gegoten. Iedere groenwijk werkt dan met een eigen bud get, na afloop van een periode wordt hiervoor intern verantwoordelijkheid afgelegd zowel in kosten als in prestaties. De uitvoering en de indeling van het werk is de verant woording van de wijkchef en zijn medewerkers. Er is inmiddels gebleken dat de vergro te verzelfstandiging ook heeft geleid tot een aanzienlijke toename van de contacten tus sen de wijkploeg en de wijkbewoners. Niet alleen de individuele bewoner weet de weg te vinden naar het wijkposthuis, er zijn goede contacten tot stand gekomen met bestu ren van wijkverenigingen. Deze verzelfstandiging is één van de instrumenten om meer wijkgericht te werken, waaraan in het kader van buurtbeheer en sociale vernieuwing veel aandacht wordt besteed. Voor het instellen van de drie wijkteams ten behoeve van de leefomgeving in bepaalde wijken en de relatie met groen verwijzen wij naar de voorstellen onder functie 210. Ten slotte melden wij dat binnenkort een nota aan u zal worden voorgelegd over de wijze waarop we in de toekomst om zullen gaan met monumentale bomen. Ligplaatsenbeleid (560.4) De verplaatsing van de woonschepen van het Bisschopsrak naar nieuwe locaties vor dert gestaag. Inmiddels zijn er twee woonschepenhavens opgeleverd, de derde woon schepenhaven in Lekkum is in voorbereiding. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie 43 Afgelopen jaar hebben wij de toiletvoorzieningen bij de Prinsentuin uitgebreid door er tijdens het hoogseizoen een ponton met douches en toiletten aan te leggen aan de Noordersingel. Wij zullen de opgedane praktijkervaring op korte termijn evalueren en u voorstellen doen voor de wijze waarop in de toekomst aan deze verordening vorm zal worden gegeven. In het kader van de herwaarderingsvoorstellen 1991-1995 heeft u besloten de taneven voor de havengelden gefaseerd te verhogen tot een kostendekkend niveau. Op grond van diverse ontwikkelingen die zowel bij de kosten als bij de inkomsten zijn ontstaan zullen de tarieven zich enigszins anders ontwikkelen dan eerst voorzien is. Rekening houdend met de in de begroting opgenomen stelposten voor tariefsverhogingen zullen de opbrengsten ongeveer 94% van de kosten dekken bij het onderdeel woonschepen, 75% bij de pleziervaart en 82% bij de beroepsvaart.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 24