Hondenuitlaatplaatsen (723) Begraafplaatsen (724) Milieubeheer (723) 60 taak om een per 1 januari 1994 operationeel plan op te stellen. Door het streven naar een kostendekkend tarief voor de riolering (het rioolrecht) zal dit voor de burgers en bedrij ven een forse lastenverhoging tot gevolg hebben. Met het inlopen van de achterstandssi tuatie zijn miljoenen gemoeid. Daarnaast zal de komende jaren fors moeten worden geïnvesteerd als gevolg van onlangs aangescherpte eisen van de waterkwaliteitsbeheer der ten aanzien van lozingen op het oppervlaktewater. Aangezien de financiële consequenties thans nog niet inzichtelijk zijn, zal de financië le invulling eerst plaatsvinden in het volgende beleidsplan. Het aantal afvalbakken ten behoeve van hondenuitwerpselen is het afgelopen jaar ver dubbeld. Er is geïnventariseerd waar de bakken zouden moeten worden geplaatst. Nagegaan wordt of er een 'goedkope' alternatieve bak kan worden vervaardigd. Naar verwachting zullen er in 1993 ontwikkelingen zijn op dit gebied. Ter uitvoering van de Nota Bestrijding Hondenoverlast zijn twee speelplaatsen afgerasterd. Aangezien dit goed voldoet zullen wij volgend jaar meer speelplaatsen afrasteren om de kinderen in staat te stellen op een schoon terrein te spelen. Het afgelopen jaar is begonnen met het opstellen van het beleidsplan ten behoeve van de begraafplaatsen. In dit plan zal de organisatie van het begraven en het onderhoud van de groenvoorzieningen worden doorgelicht, waarbij tevens de procedures rond de lijk bezorging worden bezien. Het doel ervan is efficiencyverbetering en het tot stand bren gen van een evenwicht tussen kosten en baten. Wij zijn voornemens het beleidsplan in het voorjaar van 1993 aan u voor te leggen, waarna de er in opgenomen voorstellen tot verandering in de loop van 1993 gerealiseerd kunnen worden. Algemeen De uitvoering van het maatregelenpakket dat noodzakelijk is om de doelstellingen uit de Milieunota te realiseren leidt tot een aanzienlijk beslag op de (beperkte) financiële middelen. In 1992 is gekozen voor een financierings methodiek waarbij het uiteindelijke jaar lijks benodigde bedrag stapsgewijs in een aantal jaren opgebouwd wordt. Daarbij is onderscheid gemaakt in de financiering van preventieve maatregelen en in maatregelen die nodig zijn om milieuhygiënische achterstand situaties op te heffen. Met name het herstel van de aantasting van ons fysieke milieu vereist grote financiële offers. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie 61 De aanpak van de achterstandssituaties zijn te onderscheiden in de volgende projec ten: - uitvoering basisrioleringsplan; - bodemsanering woonomgeving: - sanering onderwaterbodem; - sanering geluidshinder woningen. Door de hiervoor benodigde middelen getrapt ter beschikking te stellen ontstaat een vertraging van enkele jaren ten opzichte van de streefdatum, het jaar 2000. Daarnaast is voor de sanering van de (onderwater)bodem(s) de termijn van 10 jaar naar 20 jaar gebracht Ook voor het treffen van preventieve maatregelen wordt gefaseerd geld ter beschikking gesteld. Dit leidt tot een vertraging van ca. 3 jaar. De financieringsmethodiek geldt als uitgangspunt bij de opstelling van de jaarlijkse werkprogramma's. Bij de besluitvorming rond deze werkprogramma's vindt de concrete invulling voor het desbetreffende jaar plaats. In 1992 hebben wij gekozen voor de uitvoering van die programma-onderdelen die gefinancierd kunnen worden uit de middelen van VROM, de leges en de Investeringsimpuls. Dit heeft tot gevolg dat niet alle onderdelen uit het oorspronkelijke werkprogramma 1992 uitgevoerd kunnen worden. Bij de opstelling van de werkprogramma's voor 1993, 1994, en 1995 houden wij rekening met deze problematiek. Medio 1991 heeft het Ministerie van VROM in samenwerking met de VNG het Kaderplan van Aanpak NMP opgesteld. Dit kaderplan geeft niet alleen uitwerking van het NMP maar ook van het Natuurbeleidsplan (NBP) en de Vierde Nota op de Ruimtelijke Ordening. In het kaderplan wordt concreet een takenpakket geformuleerd voor de gemeenten (gekoppeld aan de door het Rijk ter beschikking gestelde gelden). Daarnaast is in het kadeiplan sterk ingegaan op de regionalisering. In het Milieu-uitvoeringsprogramma 1993-1996 (MUP) wordt rekening gehouden met de eisen uit het kaderplan. In hoofdlijn volgt het MUP 1993-1996 de planning zoals ver woord in het MUP 1992-1995 (met inachtneming van de eerdergenoemde bijstelling ten gevolge van de geringe financiële middelen). De belangrijkste wijzigingen in het nieu we MUP hangen samen met een intensivering van de vergunningverlening en controle. Daarmee samenhangend wordt de regionale samenwerking uitgebreid. Ten aanzien van voorlichting en educatie kan het volgende worden gesteld. Op 1 augustus 1992 is de milieuvoorlichter in dienst getreden. De vervulling van de vacature maakt het mogelijk met voortvarendheid het milieuvoorlichtingsplan uit te voeren. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 33