3.4 Kwantitatieve uitgangspunten gehanteerd bij het samenstellen van de
ontwerp-Begroting 1993 en het ontwerp-Beleidsplan 1993-1996
75
74
De gemeenten hebben ernstig bezwaar gemaakt tegen het afwentelen van de oplossing
van de Stadsvemieuwingstekorten van de gemeente Amsterdam op het Gemeentefonds.
6. De Post diversen bestaat hoofdzakelijk uit aanpassing door het Rijk van de bereke-
ningsgegevens van de jaren 1990 t/m 1992.
7. Door mutaties in de aantallen bijstandsuitkeringen vindt per saldo een lagere uitkering
plaats dan geraamd, tot een bedrag van f 275.000,--
(- f 390.000,- bijstand en f 115.000,-- banenpools/JWG/TVGWJ). De lagere uitke
ring hangt samen met de herwaardering 1992-1995 (lagere uitkeringsaantallen a.g.v.
1000-banenplan).
Hieronder zijn de kwantitatieve uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de
Meerjarenramingen 1993-1996 samengevat.
Kwantitatieve uitgangspunten ten aanzien van inwoners, woningbouw,
woonruimte, bouwsommen en rente
Tabel 3.5.1
Jaar
1991
1992
1993
1994
1995
1996
Aantal inwoners per 1 januari
85.684
86.406
86.457
86.731
86.891
87.048
Woningen per 1 januari
39.262
39.551
39.701
39.851
40.001
40.151
Nieuwbouw
439
300
300
300
300
300
Onttrekking
150
150
150
150
150
150
Wooneenheden
1.940
1.940
1.940
1.940
1.940
1.940
Woonwagens
35
35
35
42
42
42
Woonschepen
159
151
151
151
151
151
Toename bijzondere
bebouwing voor OGB
f 1 miljoen
100
100
100
100
100
100
Marktrente
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
De financiële toestand van de gemeente
Ontwikkeling van het loon- en prijspeil
De veronderstelling met betrekking tot de algemene loonsomstijging (salarissen en
sociale lasten) en de algemene prijsstijging over 1992 zijn voor de ontwerp-begroting
1993 gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen 1992.
Met ingang van de begroting 1992 hebben wij tevens rekening gehouden met een ver
onderstelde algemene loonsomstijging en prijsstijging in het begrotingsjaar zelf (daar
voor zijn dezelfde uitgangspunten als over 1992 gehanteerd).
De in de begroting verwerkte zg. "incidentele" loonsomstijging is gebaseerd op de
gebruikelijke periodieke verhogingen.
Heffingen en tarieven
Ten einde de afwijkingen tussen werkelijke en veronderstelde prijsstijgingen zoveel
mogelijk te kunnen beperken, stellen wij u voor onze beleidsvrijheid ten aanzien van de
onroerend-goedbelastingen zoveel mogelijk te benutten. Ten aanzien van de trendmatige
aanpassing stellen wij u voor deze voor 1993 te baseren op de verwachte prijsstijging
1993 en de hogere prijsstijging 1992. Het verschil dat in 1991 is opgetreden stellen wij
u voor in 1993 als éénmalige extra verhoging in te halen.
Voor de retributies zijn wij in de begroting uitgegaan van een algemene tariefsaanpas
sing van 3%. Een systematiek als voorgesteld bij de onroerendgoed-belasting is hier
minder goed mogelijk. Wel kunnen wij structurele verhogingen toepassen, indien de
tarieven mochten leiden tot minder dan 100% kostendekking. Het inhalen van incidente
le verliezen in de loop van een jaar is hier niet mogelijk, omdat deze kosten wettelijk
niet als zodanig worden gezien.
Zoals u bekend zijn de Afvalstoffenheffing en de Rioolrechten kostendekkend. Bij de
belastingvoorstellen 1993 zullen wij bekijken op welke wijze beter dan tot nog toe op
de feitelijke prijsontwikkeling over het huidige en het komende jaar kan worden inge
speeld.
De financiële toestand van de gemeente