Hoofdlijnen 1995-1998
inspannen te zijner tijd eveneens de financiële middelen vrij te maken voor de verbete
ring/uitbreiding van het sportveld/trainingsveld.
De acties en de P.R.-campagnes gericht op een verhoging van het zwembadbezoek heb
ben er mede toe geleid dat het exploitatietekort van de zwembaden gunstiger is uitgeval
len dan in 1993 werd voorzien. Aangezien wij aannemen, dat de bezoekersaantallen min
of meer stabiel zullen blijven, is de verwachting gewettigd dat het thans in de begroting
opgenomen nadelig exploitatiesaldo van de zwembaden voldoende is om de werkelijke
tekorten te kunnen opvangen.
In het vorige beleidsplan hebben wij er al op gewezen dat het gebruik van de gemeente
lijke sportvoorzieningen door het voortgezet onderwijs onder invloed van rijksbezuini
gingen gestaag terugloopt. Naast een daling van het gebruik door scholen valt thans ook
een teruggang in het gebruik van de sportvoorzieningen (sporthallen) door (sportver
enigingen te constateren. Deze ontwikkelingen, die ons grote zorgen baren, leiden tot
een ruim verlies aan inkomsten. Een en ander zou in de nabije toekomst kunnen leiden
tot de noodzaak om sportgebruik van de sporthal Aldlan (onderdeel van scholenge
meenschap De Delta) te beeindigen.
Het onderzoek naar de exploitatiemogelijkheden van het totale sportpark "Kalverdijkje"
is inmiddels afgerond. Thans wordt nagegaan in hoeverre de uitkomsten van dit onder
zoek werkelijk kunnen leiden tot een verbetering van de exploitatie van dit sportpark.
Alle mogelijkheden on de ijshal in stand te houden zullen worden onderzocht. De
gemeente speelt hierin een actieve rol. Randvoorwaarde is dat dit voor de gemeente
geen extra kosten met zich mee mag brengen. Met de Stichting Vereniging leeuwarder
ijsclubs Trias wordt reeds overleg gepleegd. In het voorjaar 1995 zullen wij terzake
nader rapporteren.
1.3.7.2 Recreatie
Het beleidsterrein recreatie zal in het jaar 1995 nog in belangrijke mate worden beheerst
door de afwerking van het Leeuwarder Bos en de herinrichting en uitbreiding van het
gebied voor intensieve recreatie in de Groene Ster. De concretisering van het totale plan
de Groene Ster zal zeker nog acht jaren in beslag nemen, daar waterpartijen tot een
oppervlakte van plusminus 60 ha. door middel van zandwinning zullen worden gereali
seerd.
Omtrent de ontwikkelingen rond de uitwerking van de stadsgewestelijke plannen "De
Blauwe Zone" verwijzen wij U kortheidshalve naar hetgeen wij onder 1.3.9 Ruimtelijk
Ordening hebben opgemerkt.
1.3.7.3 Toerisme
Het beleid op het terrein van toerisme zal in het komende jaar worden bepaald door de
door u vastgestelde Nota Toeristisch Beleid en de daarop gebaseerde Nota
Cultuurtoerisme. De grote werkloosheid in onze gemeente, brengt met zich mee dat het
beleid met name gericht zal zijn op investeringen die werkgelegenheid genereren.
In samenwerking met een aantal ondernemingen uit de toeristisch/recreatieve sector,
Otterpark Aqua Lutra, het Fries Natuurmuseum en de VVV Friesland-Leeuwarden
wordt getracht een nieuw toeristisch produkt te ontwikkelen rond het zoetwatermilieu
aan de oostkant van de gemeente. Het nieuwe produkt is er op gericht de bezoekers aan
het Otterpark ook de stad te laten bezoeken en langer in het gebied te verblijven dan één
20
Hoofdlijnen 1995-1998
dag. Op deze wijze wordt getracht de economische effecten van de komst van het
Otterpark voor de stad te vergroten.
Een grote rol hierbij speelt ook de verdere opbouw van het cultuurtoerisme. Het beleid
zal gericht blijven op het Nassauthema, waarbij een goede herbestemming van het voor
malige Stadhouderlijk Hof een belangrijke rol kan spelen.
De naar verwachting in het voorjaar van 1995 van kracht wordende wet op de
Openluchtrecreatie maakt het noodzakelijk om volgend jaar te komen met een beleids
notitie aangaande het te voeren kampeerbeleid.
Overleg met de VVV Friesland-Leeuwarden moet eind 1994 leiden tot een activiteiten
plan, dat een betere afstemming van de toeristische promotie in verhouding tot het
beschikbare budget oplevert.
1.3.8 Stadsbeheer
Stadsbeheer omvat het beheer van de openbare ruimte, zoals openbaar groen, wegen en
paden, waterwegen en bruggen, ligplaatsen, markten en kermissen, begraafplaatsen,
sportvelden en recreatiegebieden, afvalinzameling. Bij de strategiebepaling rond de
bezuinigingsmaatregelen is ervoor gekozen de gemeentelijke organisatie terug te bren
gen tot een kernbezetting. Daarbij is als uitgangspunt gehanteerd uitvoerende taken af te
stoten. Aangezien Stadsbeheer veel uitvoerende taken omvat, is besloten een onderzoek
te doen naar de verzelfstandiging van de dienst Stadsbeheer, waarbij ook enige taakvel
den van de dienst Stadsontwikkeling Milieu betrokken zullen worden. Vooruitlopend
daarop heeft u vorig jaar bij de bezuinigingsvoorstellen ingestemd met ons voorstel de
dienst Stadsbeheer samen te voegen met de afdeling Sport en Recreatie. Deze samen
voeging zal per 1 januari 1995 daadwerkelijk plaatsvinden.
De achterliggende gedachte van de verzelfstandiging is dat een verzelfstandigde dienst,
die een integraal pakket van werkzaamheden verricht, meer marktconform en efficiënter
kan werken. Het onderzoek is inmiddels gestart. Afhankelijk van de resultaten zullen
wij u voorstellen doen over de vorm waarin deze verzelfstandiging gestalte zal krijgen.
Hierbij zullen wij aandacht besteden aan de regie-functie die vanuit de gemeente met de
eventueel verzelfstandigde dienst onderhouden dient te worden.
Voor een verzelfstandigde dienst is het van levensbelang om bedrijfsmatig te werken.
Dit geldt zeker ten aanzien van het beheer van de openbare ruimte. Beheersplannen zijn
een belangrijk instrument om in een bepaalde sector meer bedrijfsmatig te kunnen wer
ken. Daarvoor moet eerst een beleidsplan worden opgesteld. Daar hebben wij in het
recente verleden opdracht toe gegeven. Zo zijn inmiddels het groenbeleidsplan en bag-
gerbeleidsplan opgesteld en aan het rioleringsplan wordt hard gewerkt. Op basis van een
beleidsplan kunnen vervolgens beheersplannen worden opgesteld, zodat we meer
inzicht krijgen in hoe bepaalde maatregelen uitwerken. Ook wordt dan duidelijk welke
maatregelen we moeten treffen wanneer we vastgesteld beleid willen effectueren.
Inmiddels zijn automatiseringspakketten geselecteerd en geïnstalleerd en is er begonnen
met het werken aan diverse beheersplannen.
Een ander instrument om meer bedrijfsmatig te kunnen werken is een produktbegroting
en budgetbeheer. Stadsbeheer heeft voor 1995 een beleidsbegroting gemaakt, die als een
eerste aanzet voor een produktbegroting kan dienen. Deze begroting moet nog verder
worden uitgewerkt, maar geeft aan hoe het financieel beheer wordt verbeterd.
Daarnaast zal bij een verzelfstandigde organisatie klantgericht gewerkt moeten worden.
In het verleden hebben al diverse kleine interne reorganisaties plaatsgevonden om de
structuur van de dienst hierop aan te passen. Klantgericht werken zullen wij hanteren als
doelstelling bij de vorming van de nieuwe verzelfstandigde organisatie.
21