Hoofdlijnen 1995-1998
schilgebieden. Dit laatste houdt in dat in deze gebieden parkeerschijfzones (blauwe
zones) ingesteld zullen worden en uitbreiding zal plaatsvinden van het betaald parkeren
op met name de parkeerterreinen. Met dit systeem kan voorkomen worden dat parkeer
problemen van de binnenstad afgewenteld worden op de omliggende wijken.
De in 1994 geactualiseerde Nota Verkeersluwe Gebieden zal verder tot uitvoering
gebracht worden.
Met behulp van rijkssubsidie zal gestreefd worden naar het opstellen van een integraal
verkeers- en vervoerplan. Bestaande plannen zoals het Raamplan van de Vervoerregio
Friesland, het Verkeers-Milieu-Plan, het Parkeerbeleidsplan en het Fietsplan
Stadsgewest Leeuwarden kunnen hierin geactualiseerd en integraal verwerkt worden.
Met name zal veel aandacht worden besteed aan fietsverkeer en openbaar vervoer.
Evenals in voorgaande jaren dient in 1995 rekening gehouden te worden met een ver
dere verlaging van de rijksbijdrage voor de stadsautobusdienst. Hoewel het opvangen
van deze bezuinigingen steeds moeilijker wordt, zal binnen de financiële randvoorwaar
den gestreefd worden naar een optimale kwaliteit van het voorzieningenniveau van het
openbaar vervoer in Leeuwarden. Middels uitvoering van doorstromingsbevorderende
maatregelen zullen de kwaliteit en de effectiviteit van de stadsdienst verder worden ver
beterd.
In het Meerjarenprogramma Infrastructuur 1995-1998 wordt een integraal overzicht
gegeven van de in 1995 en daaropvolgende jaren uit te voeren infrastructurele werken
met de bijbehorende financieringsmiddelen. De hiervoor genoemde werken maken
onderdeel uit van dit programma.
1.3.12 Overige
1.3.12.1 Burgerzaken
De resultaten van de reorganisatie van de afdeling Burgerzaken, eind 1993, zullen in de
loop van 1995 zichtbaar geworden. Van groot belang hierbij is dat de inwerkingtreding
van de wet Gemeentelijke Basisadministratie en het automatiseren van de werkzaamhe
den volgens schema zullen verlopen.
De implementatie van de nieuwe organisatie vond gelijktijdig plaats met de voorberei
ding van een drietal verkiezingen en de toetreding tot het netwerk van de landelijke
GBA. Daarenboven moesten de bouwstenen worden aangedragen om de afdeling in
staat te stellen zich te ontwikkelen tot een (h)echte basisadministratie. De daarvoor
ingestelde projectgroep BAUT heeft tot taak in het begin van 1995 zowel de hiertoe
benodigde apparatuur als de programmatuur operationeel te hebben. Tevens wordt vorm
gegeven aan de verdere uitwerking van de plannen met betrekking tot het optimaal
benutten van de kennis en mogelijkheden van de medewerkers.
Ons streven is een optimale dienstverlening. Om gestalte te geven aan de een-loket
gedacht nemen wij ons voor om de loketten in de centrale hal van het Stadskantoor,
waar nu nog alleen de afdelingen Belastingen en Burgerzaken een plaats hebben, ook
voor andere publieksfunkties aan te wenden.
26
Hoofdlijnen 1995-1998
1.3.12.2 Communautaire Zaken
Met de te verwachte toetreding van een viertal nieuwe landen tot de Europese Unie per
1 januari 1995, is de Europese Unie in vele opzichten nog belangrijker geworden. De
noodzaak om kennis te nemen van de regelgeving vanuit Brussel neemt navenant toe.
Inmiddels is er een voorzichtige start gemaakt met het in het Verdrag van Maastricht
genoemde Comité van de Regio's.
Binnen het netwerk van Middelgrote steden en Euro Info Centra in de E.U., waarin
leeuwarden participeert, is bij de Europese Commissie een voorstel voor het verkrijgen
van subsidie ingediend, voor een programma met als thema de culturele aspecten van
het toerisme. Een ander voorstel behelst het doen van onderzoek op economisch en edu
catief terrein. Veel belang wordt gehecht aan het goedkeuren door de Europese
Commissie van het programma Publieke administratie en reorganisatie. Een project dat
mogelijkheden biedt om stadsbesturen in Oost Europa kennis te laten nemen van de
democratische vormen van lokaal bestuur in de Europese Unie. In samenwerking met
derden is hiervoor contact gelegd met het stadsbestuur van Orjol.
De programma's zullen in 1994 en 1995 uitgevoerd worden. Het neveneffect van deze
programma's, die door "Brussel" gefinancierd worden, is het vergroten van de naamsbe
kendheid van Leeuwarden in Europa.
1.3.12.3 Openbare veiligheid
Op nationaal niveau is een ontwikkeling in gang gezet om zaken op het gebied van vei
ligheid in verband met criminaliteit, openbare orde, brandweer, rampen, verkeer en
milieu met elkaar in verband te brengen onder de noemer openbare veiligheid. Vanuit de
departementen van Binnenlandse Zaken en Justitie wordt op de lokale overheden druk
uitgeoefend een samenhangend veiligheidsbeleid te ontwikkelen. In het vorige beleids
plan maakten wij daarvan reeds melding.
In Leeuwarden is een aantal ontwikkelingen waar te nemen, die de nationale lijn beves
tigen:
De bestuurlijke preventie van veel voorkomende criminaliteit heeft zich ontwikkeld
tot criminaliteitspreventie in bredere zin en betreft niet meer alleen de veel voorko
mende criminaliteit. De bestuurlijke inbreng bij preventie van criminaliteit is een vol
waardige component in de criminaliteitsbestrijding geworden. Bestuurlijke preventie
beweegt zich op alle beleidsterreinen van de gemeente.
De regionalisering van de politie is een feit. De inbreng van de gemeente in het
beleid zal voortaan lopen via het regionaal overlegorgaan. Een gemeentelijk (samen
hangend) veiligheidsbeleid is een goede basis voor die inbreng.
In 1989 is het beleidsplan Veel Voorkomende Criminaliteit vastgesteld. Gezien de ont
wikkelingen onderzoeken wij de wenselijkheid dit beleidsplan op onderdelen te actuali
seren. In dat kader zijn in de sfeer van een samenhangende aanpak een aantal projecten
gestart. Enerzijds om te experimenteren met samenwerking met anderen dan alleen poli
tie en Openbaar Ministerie. Anderzijds om de haalbaarheid te toetsen van de eventueel
voor het geïntegreerd veiligheidsbeleid vast te leggen doelstellingen. De resultaten tot
nu zijn hoopgevend. Gezien deze positieve ontwikkelingen denken wij u in de loop van
deze beleidsperiode voorstellen voor een geïntegreerde aanpak van onveiligheid te kun
nen doen.
27