Hoofdlijnen 1995-1998
1.3.12.4 Emancipatie
In het Collegeprogramma 1994-1998 hebben wij te kennen gegeven dat het emancipa
tiebeleid voor vrouwen prioriteit blijft houden, omdat vrouwen nog steeds in een ach
terstandssituatie verkeren. Hiertoe moet een actief emancipatiebeleid worden gevoerd.
Het gemeentelijk emancipatiebeleid is vastgelegd in de diverse deelnota's. Het accent in
de komende jaren wordt dan ook gelegd op de uitvoering van de deelnota's en de inte
gratie van het emancipatiebeleid binnen de diverse beleidsterreinen.
Daarnaast zal door middel van deelevaluaties worden onderzocht in hoeverre de in de
deelnota's vastgelegde doelen en de beoogde integratie zijn gerealiseerd. Deze deeleva
luaties vinden plaats in overleg met de contactpersonen emancipatie van de verschil
lende diensten.
In de komende beleidsperiode worden de diensten aangesproken op de integratie van het
emancipatiebeleid binnen de diverse activiteiten voortvloeiende uit het collegepro
gramma 1994-1998.
1.3.12.5 Bestuurlijke organisatie
Al geruime tijd is in discussie of de organisatie van het openbaar bestuur nog in vol
doende mate afgestemd is op de problematiek van deze tijd. Deze discussie heeft een
voorlopig beginresultaat gekregen in de Kaderwet 'Bestuur in Verandering'. In deze wet
zijn twee hoofdtrajecten zichtbaar, een voor de grootstedelijke gebieden die met naam
en toenaam aangewezen zijn als zogenaamde BON-gemeenten (BON=Besturen Op
Niveau), en een niet expliciet omschreven traject voor de overige gebieden.
Het is ondertussen duidelijk geworden dat 'Den Haag' toe wil naar een heldere bestuur
lijke organisatie bestaande uit drie democratisch gelegitimeerde bestuurslagen, die
effectief, efficint en integraal kunnen besturen. Daarmee is ook de slag ontstaan welke
lagere overheid de meest krachtige wordt. Het IPO pleit voor een sterk midden bestuur,
de VNG pleit voor sterke gemeenten.
Om enig zicht te krijgen op mogelijke praktische oplossingen, is de provincie Friesland
aangewezen als experiment gebied. In een samenwerkingsverband tussen Rijk,
Provincie en VFG wordt nu onderzocht welke weg bewandeld kan worden om tot het
beoogde doel (drie volwaardige, democratisch gelegitimeerde bestuurslagen) te komen.
Om het proces in goede banen te leiden is er een stuurgroep ingesteld en zijn er twee
taakgroepen geformeerd.
In het belang van de Leeuwarder burgers, maar zeker ook voor die burgers die in
Leeuwarden werken en/of gebruik maken van de voorzieningen die in Leeuwarden
gevestigd zijn, mogen wij niet lijdzaam aan de kant gaan staan. Met een open houding
willen wij actief participeren in het op gang gebrachte proces.
Dat proces is, globaal duidend, naar onze mening noodzakelijk omdat er een discrepan
tie is ontstaan tussen de schaal van de maatschappelijke verbanden en van de maat
schappelijke problemen, afgezet tegen de schaal van gemeenten. Dat heeft gevolgen
voor het functioneren van het bestuur en voor de relatie tussen bestuur en bestuurden.
Zo is er een tendens naar schaalvergroting die samenvalt met een tendens van 'burgers
meer bij het bestuur betrekken' ofwel schaalverkleining. Schaalvergroting komt tot
uiting in de 'vlucht' in gemeenschappelijke regelingen of hulpconstructies zoals het
stadsgewest. Schaalverkleining komt tot uiting in wijk- en buurtbeheer.
Voor wat betreft de oplossingsrichting zijn wij in algemene zin van mening dat het
bestuur zo dicht mogelijk bij de burger dient te staan. Dit betekent dat de gemeente
28
Hoofdlijnen 1995-1998
Leeuwarden na de discussie over de bestuurlijke vernieuwing over zodanige taken en
bevoegdheden (blijft) beschikken dat zij als bestuurskrachtige, volwaardige, nationaal
meespelend, en integrale bestuurslaag de belangen van de burgers van Leeuwarden en
(directe) omgeving optimaal kan (blijven) behartigen. Binnen een zo efficiënt en effec
tief mogelijk ingericht bestuur dient het takenpakket en de bevoegdheden herkenbaar en
democratisch gelegitimeerd te zijn en gericht zijn op de zorg voor een goed woon-,
werk- en leefmilieu en het optimaliseren van het welzijn van mensen.
29