Hoofdlijnen 1995-1998 BIJLAGE 2 Toelichting op de mutaties algemene uitkering uit het Gemeentefonds 1. De compensatie wegens een hoger nominaal loon- en prijspeil voor 1995 is geba seerd op de door ons gehanteerde veronderstellingen in de richtlijnen voor de begro ting. 2. De uitkomsten wijken door andere uitgangspunten m.b.t het veronderstelde aantal inwoners en woonruimten nauwelijks af van de uitkomsten uit het beleidsplan 1994- 1997. Als gevolg van de toepassing van een andere definitie van het begrip woonruimte (herijking), kan de voorraad met 1211 toenemen. Voorzover dit procentueel meer mocht blijken te zijn dan landelijk, zal dit op z'n vroegst in 1997 financile conse quenties kunnen hebben.Blijkens ambtelijke informatie bestaat nog geen consensus over het al dan niet meetellen van bejaardenoorden en zomerwoningen. 3 Het effect van 'kortingen' wordt met name veroorzaakt door het in de Perspectiefnota opgenomen aandeel in z.g. 'Onverdeelde ombuigingen' op de Rijksbegroting. Anderzijds zijn de gemeenten extra gecompenseerd i.v.m. 'beleidsintensiveringen' op de rijksbegroting en een bijstelling van de om te buigen bedragen. 4 De maatregelen met een neutraal karakter worden gecompenseerd door aanpassingen van de dienstbegrotingen. Bij de uitwerking bij de diensten kan pas geconstateerd worden in hoeverre de gemeente toe kan met de gegeven compensaties respectieve lijk kortingen. 5 De mutaties in de aantallen verfijning sociale structuur hangen vooral samen met de mutaties in het aantal bijstandsuitkeringen. Globaal genomen correspondeert deze met het gemeentelijk aandeel in de uitkeringen voorzover die liggen boven een gefixeerd landelijk gemiddelde. 6 Zoals bekend hebben de gemeenten voor 1994 alsnog een investeringsimpuls gekre gen van 50 miljoen. Voor ons betekent dit een bedrag van 368.000,—. Blijkens de circulaire van 15.06.1994 wordt verondersteld dat de mutaties aan volu meaccressen en ontwikkeling uitkeringsbasis ongunstiger uit zullen vallen (tot en met 1997/221.000,-). De omvang van het gemeentefonds is min of meer een gegeven. Aangezien de grondslag (aantal inwoners,woningen etc) waar over de middelen ver deeld moeten worden sneller groeit (en er via die weg in totaliteit meer uitgekeerd zou moeten worden) dan de middelen zelf, vindt een correctie op het uitkeringsper centage plaats (ontwikkeling uitkeringsbasis genaamd). 7 In de circulaire worden de uitkeringspercentages en de mutaties daarin afgerond weergegeven.Dat kan soms positief en soms negatief uitvallen.Ten opzichte van het beleidsplan 1994-1997 werkt deze tot en met 1997 320.000,- gunstiger uit. 49

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 29