beleidsdeel 10 Hoofdstuk 3 BEDRIJFSVOERING De vele veranderingen en verschuivingen in de taken binnen de gemeente en van de sector hebben grote betekenis voor de organisatie en de mensen die er werken. De vele veranderingen ook in werkwijze en toenemende werkdruk als uitwerking van de noodzakelijke bezuinigingstaakstellingen noodzaken tot een adequaat personeels- en organisatiebeleid. Met nieuwe instrumenten beoordelen, belonen en loopbaanbeleid moet invulling worden gegeven aan dit beleid. Het project "LIS verbetering bedrijfsvoering en informatievoorziening" moet o.a. leiden tot een slagvaardiger ambtelijk apparaat. Integraal management en mandatering van verantwoordelijkheden en bevoegdheden op een zo'n laag mogelijk niveau zijn instrumenten die in dit kader nog breder in de organisatie moeten worden ingevoerd. 3.1. PERSONEEL A. FORMATIE aantal personeelsleden formatieplaatsen begroting 1994 205 198,62 begroting 1995 217 207,54 Voor een specificatie van de salarissen per afdeling van de sector wordt verwezen naar het overzicht salarissen bijlage.. 1) De stijging van het aantal personeelsleden en formatieplaatsen t.o.v. 1994 is het gevolg van een wijziging van de comptabiliteitsvoorschriften ingaande 1995. Voortaan moet ook de formatie en bezetting worden geraamd van personeel wat men denkt in te huren van derden. De voor 1995 berekende formatie is 15,60 Fte. B. PERSONEELSBEZETTING aantal personeelsleden functieniveau hoog midden laag 188 8 39 141 17 3 6 8 1994W mannen vrouwen 1995W mannen 202 8 35 159 vrouwen 15 18 6 beleidsdeel 11 De verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen, (resp. 92- en 8%), is feitelijk nog bijzonder scheef te noemen. Daar waar het ook maar enigszins mogelijk is, zal getracht worden hierin verandering te brengen. De eigen personeelsbezetting daalt in 1995 t.o.v. 1994, per saldo, met 4 personen. Bij deze gedachtengang is ervan uitgegaan dat de aangegeven 15,60 formatieplaatsen door 16 personen van buiten de eigen organisatie worden ingevuld. C. ZIEKTEVERZUIM Het gemiddelde ziekteverzuim van de gehele sector bedroeg in 1993 13.9 Het absolute ziekteverzuimpercentage van de uitvoerende afdelingen loopt uiteen van 15- tot ruim 25%. Dit is veel te hoog en de doelstelling is om dit percentage terug te brengen. Concreet kan dan aan de volgende maatregelen worden gedacht om de doelstelling te realiseren: een nog intensievere begeleiding van zieken door het lijnmanagement en de BGD. het voeren van een adequate ziekteverzuimregistratie; gesplist naar frequent-kort en langdurig. het zorgdragen voor optimale arbeidsomstandigheden; (zie BIM- en ArBo- beleid) periodiek werkoverleg. het omlaag brengen van de gemiddelde leeftijd van de eigen personeelsformatie het bewerkstelligen van een evenwichtige leeftijdsopbouw het ontwikkelen van gericht loopbaanbeleid voor de vele medewerkers/- sters die fysiek (zeer) zware arbeid moeten verrichten. D. INSTRUMENTEN PERSONEELSBELEID. beoordelen en belonen Eén van de doelstellingen vanuit het met de vakorganisaties gesloten sociaal convenant binnen het personeelsbeleid is, te komen tot een flexibelere wijze van belonen. Mede in dit verband is in 1994 gemeentebreed het project "functiewaardering nieuwe stijl opgestart". De methodiek gaat uit van de organieke benaderingswijze. Alle hiervoor in aanmerking komende afdelingshoofden e.a. hebben in het eerste halfjaar van 1994 in dit kader de cursus: opstellen van organisatie- en functiebeschrijvingen" gevolgd. Doel van de cursus is de afdelingshoofden e.a. te trainen in het beschrijven van zijn/haar eigen afdeling. Op deze uitgangspunten moet het instrument van beoordelings- en functioneringsgesprekken worden afgestemd en geïntensiveerd. Tevens zal de inhaalslag, welke nog gedeeltelijk gemaakt moet worden bij het waarderen van de functies vanaf 1 maart 1990 (reorganisatiedatum), met deze organieke methode worden uitgevoerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 324