beleidsdeel 12 opleidingen Vanaf de reorganisatie (maart 1990) is steeds meer de aandacht gegeven aan de (cruciale) rol die opleiding, vorming en training kan hebben bij het goed laten functioneren van de organisatie. Het bewustzijn is gegroeid dat meer in eigen personeel geïnvesteerd moet worden teneinde de ontwikkelingen bij te kunnen houden dan wel hierop tijdig te kunnen anticiperen. Opleiden is in deze visie dan ook een management-instrument. Dat wil zeggen gereedschap dat de (lijn)manager ten dienste staat om zijn/haar doelen te realiseren. Opleiden als management-instrument, dient aan de volgende voorwaarden te voldoen: opleidingen worden ingezet om specifieke organisatiedoelen te realiseren en maken deel uit van het beleid. als opleidingen worden ingezet als management-tool, dan impliceert dat verantwoordelijkheid van de manager voor de inzet van opleidingen en de hieruit voortvloeiende lasten. Voor 1995 is voor de hele sector voor dit management-instrument ca.f 165.000,00 gereserveerd. ofwel 1,34 van de bruto jaar-salarissom van het actieve personeel, excl. inhuur van derden) E. ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN bedrijfsinterne milieuzorg De zorg voor het interne milieu komt binnen de dienst tot uiting in het opzetten van een project bedrijfsinterne milieuzorg. De implementatie van het uitvoeringsplan is in volle gang. Bij de implementatie komt tot uiting, dat veel aandacht aan het maken van instructies en het geven van informatie moet worden besteed. De speciaal voor de implementatie tijdelijk aangetrokken medewerkster ontwikkelt in samenwerking met vele medewerkers/sters van de dienst, acties, welke leiden tot het uitvoeren van het activiteitenplan.De verantwoordelijkheid voor de interne milieuzorg ligt bij het lijnmanagement. Eén van de laatste activiteiten in het kader van de implementatie is het opzetten van een meet- en registratiesysteem. Op basis hiervan kunnen verdere (nadere) maatregelen worden getroffen en kan beleid worden ontwikkeld. arbeidsomstandigheden Binnen de dienst wordt reeds geruime tijd getracht de medewerkers/sters de werkzaamheden te laten verrichten onder goede werkomstandigheden. Incidenteel zijn de afgelopen jaren tal van zaken verbeterd. De tijd was echter aangebroken een en ander gestructureerd te laten verlopen. Daarom werd binnen de dienst in 1994 een begin gemaakt met het inventariseren van de risico's van de werkzaamheden die worden verricht. Na een analyse hiervan wordt een totaal overzicht van uit te voeren activiteiten opgezet met daaraan gekoppeld een jaarprogramma met als vervolg een arbo-jaarverslag. Dit is een steeds terugkerende cyclus. In 1995 zal op basis van de inventarisatie binnen de gehele dienst voor het eerst planmatig aan de arbeidsomstandigheden worden gewerkt aan de hand van het ArBo-jaarplan. Ook wordt een bijdrage geleverd aan het centraal opgezette project beleidsdeel 13 Arbeidsomstandigheden. De verantwoordelijkheid voor goede arbeidsomstandigheden ligt niet alleen bij de leidinggevenden; ook de medewerkers/sters hebben een verantwoordelijkheid. Goede arbeidsomstandigheden worden slechts bereikt wanneer alle partijen een inbreng in het geheel hebben. 3.2. INFORMATIE EN AUTOMATISERING In 1995 wordt een verdere invulling gegeven van het I&A beleid, zoals dit in het informatieplan 1993 is vastgelegd. Dit betekent dat een aantal projekten uitgevoerd zullen worden op het gebied van sleuvenadministratie, geautomatiseerd tekenen, afvalregistratie en materieelbeheer. Het struktureren van de informatievoorziening rondom het produktgerichte werken zal consequenties hebben voor de bud gethouders om naast een financiële vastlegging ook een produk- tievastlegging te realiseren. Dit is noodzakelijk om een juiste verantwoording te kunnen afleggen over het financiële resultaat. Het wijkgericht werken zal resulteren in een integrale afstemming tussen beheersystemen. Dit betekent dat de verdere invulling binnen de individuele beheersystemen op elkaar afgestemd zal gaan worden. Op het technische vlak zal de lijn van de afgelopen jaren doorgezet worden; een verdere toename van het aantal geautomatiseerde werkplekken met dito netwerkaansluitingen. Dit netwerk zal verder worden benut om een integratie tot stand te brengen tussen de verschillende vormen van werkplekautomatisering. Dit houdt in ieder geval in dat er meer elektronisch berichtenverkeer zal ontstaan tussen de werkplekken. De uitbreidingen in apparatuur en programmatuur kunnen zeer waarschijnlijk vanuit de eigen begroting gefinancierd worden, nu de stelpost automatisering weer is opgenomen in de dienstbegroting. 3.3. ORGANISATIE EN OMGEVING l De lokale lastendruk die de inwoners van Leeuwarden ervaren maakt dat er ook in 1995 uiterst kritisch zal worden gekeken naar de prestaties die door de gemeentelijke sectoren daarvoor zullen worden geleverd en in welke mate men zelf afnemer daarvan is. De algemene nutsvoorzieningen die door Stadsbeheer worden beheerd en onderhouden, zoals: het rioolstelsel, de verhardingen, de openbare verlichting, de groenvoorziening, de vijvers, de vaarwegen en de afvalinzameling bij burgers en bedrijven, zullen derhalve meer dan ooit effectief en efficiënt dienen te worden geëxploiteerd. Als gevolg van de nog immer groeiende verkeersdrukte zullen onderhoudsmaatregelen het openbare leven steeds meer en sterker verstoren. Daarnaast verlangen de burgers en bedrijven in toenemende mate rechtstreekse invloed op keuzes voor welke maatregelen, wanneer zullen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 325