beleidsdeel 27 - Rente: Verklaring 1995 vanuit bovenstaande tabel: volgens kolom 1994 1.650 overdracht werf aan DSM -3 1.647 vrijval a.g.v.vermindering boekwaarden i.v.m.(algehele) afschrijving - 103 wijziging omslagpercentage 1994 t.o.v. 1995 van 8.1-naar 7.35 - 66 lagere rente a.g.v. annuïtaire bereke ningswijze (zie analyse afschr.) - 40 vermindering i.v.m. afgevoerde, reeds geaccordeerde credieten - 220 effecten, ingebracht via begrotings wijzigingen 1993, volgens: - liniaire berekeningswijze 153 - annuïtaire berekeningswijze 121 - 155 lasten nieuwe investeringen 1994 t.o.v. 1995 -/- onderuitputting 3 'Totaal ,,495 4.2.4. Vermogensbeslag Het geraamde vermogensbeslag geïnvesteerd bedrag in kapitaalgoederen) zie staat-C bijlage 2) bedroeg volgens de beleidsstukken 1994 -1997 per 01-01-1995 afgerond 17.0 min gulden. In de nieuwe beleidsstukken is het vermogensbeslag per voornoemde datum berekend op afgerond 18.3 min; een toename met 1.3 min. In onderstaande tabel zijn de voornaamste oorzaken van deze mutatie weergegeven. Bedragen f i.OOO.- veroorzaakt;door: Omschrijving over-/onderschreidlng van credieten - 56 boekwaarde overgedragen aan DSM - 36 vertraging/versnelling besteding credieten 293 routine-investeringen 1994 inci? ingeleverde geaccordeerde credieten - i-vb4 investeringen op grond van begrotingswijzigingen 45$ totaal Li?78 beleidsdeel 28 4.3. Risicoparagraaf Op grond van de per 1 januari 1995 ingaande nieuwe comptabiliteitsvoorschriften wordt het college van burgemeester en wethouders verplicht volgens artikel 13 van de ontwerp G.C.V. om bij de financiële documenten, zoals begroting, meerjarenperspectief e.d. inzicht te geven in de financiële risico's die de gemeente loopt. Om voor de sector een kader te scheppen welke onderdelen wel/niet in de risicoparagraaf genoemd moeten worden, zijn de navolgende criteria gehanteerd. Gevolgen onzeker omvang onzeker doch taxeerbaar omvang onzeker niet taxeerbaar omvang bekend Gevolgen zeker omvang onzeker doch taxeerbaar omvang onzeker niet taxeerbaar omvang bekend voorziening risicoparagraaf voorziening voorziening risocoparagraaf raming opnemen in exploitatie Het vorenstaande als richtinggevend te beschouwen zijn een aantal risico's voor de de beleidsperiode 1995 -1998 te voorspellen: Hierbij dient met name te worden gedacht aan de volgende zaken; het onderhoud aan kunstwerken (bruggen, viaducten enz.) zal in de komende periode een aanzienlijk groter bedrag gaan vergen dan daarvoor in de begroting is opgenomen. het onderhoud aan de verhardingen zal eveneens aanmerkelijk meer geld gaan vergen om een redelijk niveau in stand te houden en het aantal schadeclaims tot een minimum te beperken. het herstel en het redelijk op niveau houden van de vele km's oeververdediging zullen de komende periode een aanzienlijk grotere inspanning behoeven. op dit moment wordt gewerkt aan het opzetten van een integraal rioolbeleids- en beheerplan. In het verleden zijn geen gelden gereserveerd. In hoeverre er sprake kan zijn van een zekere synchronisatie tussen het kostenaccres en het middels verhogingen van het rioolrecht te genereren opbrengsten valt nog niet in te schatten. voor de uit het baggerbeleidsplan aangegeven minimum/maximum investerings-scenario.s zijn nog geen gelden gereserveerd. het lijkt onwaarschijnlijk dat het zal lukken om de exploitatie van de begraafplaatsen volledig kostendekkend te maken. de toekomstige wettelijke eisen welke grenzen stellen aan de belastbaarheidsduur en leeftijden van de inzamelaars van huishoudelijke- en bedrijfsafvalstoffen zullen de inzamelkosten doen toe nemen. De wijze waarop- en de mate waarin deze financiële effecten middels de tarieven kunnen worden verhaald, valt nog niet te overzien. de ontwikkelingen in het arbeidsvoorwaardenbeleid zijn onzeker alsmede de effecten voor de exploitatie. B.v. het seniorenbeleid (de 56+ regeling) maakt alleen al dat de dienst in 1995 voor ruim in totaal 4,5 formatieplaatsen aan capaciteit zal verliezen, zonder dat hiervoor compensatie wordt geboden. Het effect

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 333