Hoofdlijnen 1995-1998
Kerngegevens per 19 juli 1994
1 januari 1994 1 januari 1995
(prognose)
Aantal inwoners
0 tot en met 4 jaar 4.922 4.964
5 tot en met 14 jaar 9.142 9.215
15 tot en met 64 jaar 59.942 60.200
65 en ouder 13.458 13.423
87.464 87.802
Aantal periodieke bijstandsgerechtigden
ABW 1889 1980
beneden 65 jaar 1714 1800
65 jaar en ouder 88 90
elders verz. 87 90
RWW 3941 4300
IOAW/IOAZ 129 125
BZ 7 6
WSW 395 395
Oppervlakte gemeente (ha.) 8.410 8.410
binnenwater 275 275
land 8.135 8.135
Aantal woonruimten 42.276 42.726
woningen 40.096 40.546
wooneenheden 1.994 1.994
woonwagens/-schepen 186 186
Lengte van de wegen 550 550
Lengte waterwegen 80 80
Aantal ha. openbaar groen 341 341
Hoofdlijnen 1995-1998
1 DE CONTEXT VAN HET BELEID
1.1 Algemeen
In het Collegeprogramma 1994-1998 hebben wij u een beeld geschetst van Leeuwarden
als een stad met twee gezichten. Aan de ene kant een levendige binnenstad, een brui
send uitgaansleven, mooie woningen in nieuwe wijken en het resultaat van grote inves
teringen door het bedrijfsleven en de overheid. Tegelijkertijd zien we dat de werkloos
heid toeneemt, veel mensen die van een uitkering moeten rondkomen, huizen die aan
een opknapbeurt toe zijn en wijken die nog een achterstand hebben.
Wij willen de zaken die niet goed gaan verbeteren. Hiertoe hebben wij in het college
programma een ambitieus beleid gepresenteerd gebaseerd op solidariteit, tolerantie en
gelijke kansen. Een beleid waarin sociaal-economische vernieuwing hand in hand gaat
met sociale vernieuwing. Waarin een gezond economisch klimaat even noodzakelijk is
als een gezond en duurzaam milieu. Zinvol werk is even onmisbaar als een leefbare vei
lige stad.
In ons beleid nemen drie zaken een centrale plaats in. De eerste is werkgelegenheid. In
overleg met het bedrijfsleven en andere partijen op de arbeidsmarkt zullen nieuwe
wegen moeten worden ingeslagen om meer mensen aan het werk te helpen.
De tweede hoofdzaak is het milieu. Hierbij gaat het om opruimen wat in het verleden
vervuild is en ervoor zorgen dat er niet meer vervuiling optreedt. De derde is de leef
baarheid van de gemeente. Een veilige, prettige en verantwoorde (woon)omgeving. Een
samenleving waarin niet iedereen voor zichzelf leeft, maar waarin zorgen voor elkaar
werkelijk gestalte krijgt.
Aan deze drie zaken zal gewerkt worden binnen twee randvoorwaarden. In de eerste
plaats een gezonde financiële huishouding en een goede bedrijfsvoering. In de tweede
plaats een bestuurlijk vernieuwende werkwijze.
Een dergelijk ambitieus programma voor de aanpak van veelal complexe problemen
vereist niet alleen veel inzet, maar ook het maken van keuzen. Door de financiële
omstandigheden van onze gemeente is het nodig hierbij prioriteiten te stellen. Deze pri
oriteiten scheppen niet alleen verplichtingen voor de gemeentelijke overheid maar vra
gen om een intensieve maatschappelijke samenwerking op breed terrein. Een geïnte
greerde, samenhangende aanpak.
1.1.1 De financiële grenzen van beleid
Helaas moeten wij constateren dat wij ten aanzien van het financieel-economische kli
maat voor de langere termijn somber gestemd blijven.
Het ongunstige toekomstperspectief was vorig jaar aanleiding een ingrijpende bezuini
gingsoperatie in gang te zetten met een taakstelling van f 15 miljoen. Deze operatie was
enerzijds gericht op een sluitende meerjaren begroting en anderzijds op de vorming van
een financiële buffer voor toekomstige tegenvallers alsmede ruimte voor nieuw beleid.
Een operatie die gepaard ging met pijnlijke keuzen die tot gevolg hebben dat gemeente
lijke taken zijn afgestoten en dat bepaalde activiteiten niet meer plaats vinden.
3