Hoofdlijnen 1995-1998
Het ingrijpende karakter van deze operatie, die zich binnen alle diensten voltrekt, deed
de noodzaak gevoelen van een herbezinning op het functioneren van de afgeslankte
organisatie met name op de verhoudingen tussen de onderdelen waaruit zij is opge
bouwd. Hiervoor is het verbeteringstraject Leeuwarden in Stelling in gang gezet dat
niet alleen is gericht op de herziening van de organisatiestructuur maar ook op een her
ziening van werkwijzen en de implementatie van een nieuw sturingsinstrumentarium.
Hierbij is de prioriteit gegeven aan de verbetering van het financieel management en
beheer.
Ondanks de verbeteringsmaatregelen die ingang zijn gezet om te komen tot een finan
cieel gezonde gemeente hebben wij in de Perspectiefnota 1995 moeten constateren dat
onze gemeente opnieuw wordt geconfronteerd met een aanzienlijke financiële tegenval
ler. Naast structurele tegenvallers tot een bedrag van f 5 miljoen moet rekening worden
gehouden met aanzienlijke incidentele tegenvallers.
De structurele tegenvallers kunnen worden gedekt uit de stelpost toekomstige tegenval
lers in de meerjarenramingen. De incidentele tegenvallers kunnen worden opgevangen
uit de egalisatievoorziening winstuitkering Frigem.
Hoewel op deze wijze de budgettaire problemen in eerste instantie zijn opgelost, is door
deze maatregelen ook het financiële weerstandsvermogen voor een belangrijk deel afge
nomen. Er resteert geen ruimte om nieuwe financiële tegenvallers op te vangen terwijl
de gemeente geconfronteerd
wordt met vele risico's en ook de voorzieningen die als extra buffer kunnen dienen voor
incidentele tegenvallers verder teruggelopen zijn.
Om de financiële positie weer te versterken hebben wij u bij de Perspectiefnota 1995
voorgesteld een nieuwe bezuinigingsoperatie in gang te zetten waarvan wij de omvang
vooralsnog hebben vastgesteld op 6 miljoen.
Daarnaast zijn wij een intern onderzoek gestart naar de aanwezige stille reserves in de
vermogensbestanddelen van de gemeente en de mogelijkheid deze stille reserves te ver
zilveren. Met dit laatste beogen wij in de eerste plaats het weerstandsvermogen te ver
sterken en vervolgens extra middelen vrij te maken voor de realisering van onze hoofd
prioriteiten van beleid.
De resultaten van een nadere analyse van de mee- en tegenvallers en financiële risico's
voor de toekomst alsmede de resultaten van de werkconferentie met uw raad over de
politieke prioriteiten en de daarmee samenhangende gemeentelijke taken en produkten
geven de richting aan waarbinnen deze nieuwe bezuinigingsoperatie gestalte zal krijgen.
1.1.2 Planning
Aangezien de realisering van de bezuinigingsvoorstellen in het kader van de begroting
1994-1997 en de maatregelen die samenhangen met het verbeteringstraject Leeuwarden
in Stelling een zware claim leggen op de ambtelijke organisatie, zijn wij van mening dat
in 1995 wel een begin kan worden gemaakt met de invulling van de taakstelling, maar
dat de bezuinigingen eerst in 1996 hun beslag zullen krijgen. Dit betekent niet dat voor
stellen die al in 1995 tot een financieel resultaat kunnen leiden op voorhand worden uit
gesloten.
De bezuinigingsvoorstellen zullen wij bij de Perspectiefnota 1996 ter vaststelling aan u
voorleggen; zij vormen het kader voor het opstellen van de meerjarenbegroting 1996-
1999.
4
Hoofdlijnen 1995-1998
1.1.3 Nieuw beleid
Vooralsnog zijn er binnen de begroting en meeijarenraming de eerste jaren geen midde
len voor nieuw beleid beschikbaar om uitvoering te kunnen geven aan de voornemens in
het collegeprogramma. De middelen voor nieuw beleid in de begroting 1994 en de
meeijarenraming 1995-1997 zijn aangewend voor de uitvoering van het verbeteringstra
ject Leeuwarden in stelling en het verbeteringsplan voor de Dienst Sociale
Werkvoorziening. Deze middelen komen door het wegvallen van de kapitaalslasten in
latere jaren weer beschikbaar, f 180.000,- in 1997 en f 875.000,- in 1998.
Voornemens in het collegeprogramma moeten derhalve vooralsnog worden gerealiseerd
binnen de huidige budgetten. Dit betekent voor de uitvoering van het bestaande beleid
een voortdurende kritische toetsing van de noodzakelijkheid van de daaruit voortvloei
ende uitgaven.
In de Perspectiefnota 1996 zullen wij u tevens voorstellen doen voor de wijze waarop
uitvoering zal worden gegeven aan de voornemens in ons collegeprogramma.
1.2 Hoofdprioriteiten van beleid
In dit deel van de Hoofdlijnen 1995-1998 gaan wij in op de hoofdprioriteiten van het
gemeentelijk beleid. In het Collegeprogramma 1994-1998 hebben wij onze drie hoofd
prioriteiten gerangschikt naar werkgelegenheid, milieu en leefbaarheid. Aan deze drie
zaken zal worden gewerkt binnen de twee randvoorwaarden:
een gezonde financiële huishouding en een goede bedrijfsvoering
een bestuurlijk vernieuwende werkwijze
1.2.1 Werkgelegenheid
De ontwikkeling van de werkgelegenheid in onze gemeente blijft een punt van grote
zorg. Het werkloosheidspercentage ligt al jaren rond de 22% en daarmee op een onaan
vaardbaar hoog niveau. Mede omdat een relatief groot deel van de Friese werkgelegen
heid binnen de grenzen van Leeuwarden wordt gevonden, ligt er een bijzonder accent
op de verantwoordelijkheid van onze gemeente er alles aan te doen de werkgelegen
heidssituatie te verbeteren. Het is om die reden dat de werkgelegenheidsontwikkeling
door ons in het collegeprogramma tot een hoofdprioriteit voor het beleid in de komende
jaren is gemaakt.
De eerste aandacht zal daarbij uitgaan naar het bevorderen van de reguliere werkgele
genheid. Reguliere banen zullen vooral in de marktsector gecreëerd moeten worden. De
gemeente vervult daarbij een stimulerende en voorwaardenscheppende rol. Deze kan
inhoud krijgen via het scheppen en onderhouden van een goed ondernemersklimaat en
het aantrekkelijk maken van Leeuwarden als stad van (nieuwe) vestiging van bedrijven.
Wij zullen ons daarvoor inspannen en willen daartoe met name de aanjaag- en acquisi
tie-functie verder uitbouwen.
De aanjaagfunctie richt zich op initiatieven in het kader van de Westergo-zone. Als
voorbeeld noemen wij de ontwikkelingen rond het Frieslandhalcomplex, het Milieu
technisch centrum en de haak om Leeuwarden. Voor de financiering van deze initiatie
ven wordt ingespeeld op de mogelijkheden die bijvoorbeeld worden geboden in het
kader de EU-doelstelling 5B, ISP, Bedrijfsomgevingsbeleid.
Voor de eerste twee projecten is ingespeeld de geboden mogelijkheden die de de
Investeringsimpuls biedt. Vanuit de Investeringsimpuls zijn er ook middelen beschik
baar voor het Stadhuizenproject Leeuwarden en de Harlinger Industriehaven. De midde-
5