Blad 3 K. Artikel 21a wordt gewijzigd als volgt: 1. Het opschrift komt te luiden: Berekening nabestaan denpensioen na 31 december 1985. 2. Het tweede lid komt te luiden: 2. De nabestaande die de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt en geen recht heeft op pensi oen of tijdelijke uitkering ingevolge de Algemene Weduwen- en Wezenwet, heeft tot de eerste dag van de maand waarin hij die leeftijd bereikt, recht op een toeslag op zijn volgens artikel 21 bere kende pensioen. Deze toeslag bedraagt jaarlijks voor elk voor de berekening van het nabestaanden- pensioentellend jaar twee en een half procent van het tot een jaarbedrag herleide bedrag genoemd in artikel 19, elfde lid, onder a, vermeerderd met het bedrag van de vakantieuitkering genoemd in artikel 37b, zesde lid onder a, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet. 3. In het derde lid wordt het woord "zij" vervangen door het woord "hij 4. In het vierde lid wordt de zinsnede "het bedrag ge noemd in artikel 19, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 37b, eerste lid" vervangen door de zinsnede "het bedrag genoemd in artikel 19, elfde lid, onder a. onderscheidenlijk artikel 37b, zesde lid onder a" L. Artikel 22 wordt gewijzigd als volgt: 1. Het opschrift komt te luiden: Bijzonder nabe staandenpensioen. 2. Het woord "weduwenpensioen" wordt in ieder lid ver vangen door het woord "nabestaandenpensioen" 3. In het derde lid wordt het woord "weduwenpensioenen" vervangen door "nabestaandenpensioenen". M. Artikel 23 wordt gewijzigd als volgt: 1. Het opschrift komt te luiden: Nabestaandenpensioen bij hertrouwen. 2. De eerste volzin komt te luiden: Indien een nabe staande hertrouwt wordt zijn pensioen opnieuw vastge steld met ingang van de maand volgend op die waarin hij hertrouwt. N. Artikel 24 komt te luiden: Artikel 24 Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen bedraagt: a. voor elk kind, wier ouder aan het overlijden van de wethouder, gewezen of gepensioneerde wethouder recht op pensioen ontleent, een zevende gedeelte; b. voor elk ander kind, twee zevende gedeelte van het pensioen van de overledene, berekend overeen komstig artikel 21. Blad 4 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder ou der mede begrepen de echtgenoot van de wethouder, gewezen of gepensioneerde wethouder, die op het tijd stip van zijn overlijden de pleegouderlijke zorg had voor het kind, bedoeld in artikel 19. 0. Artikel 24a wordt gewijzigd als volgt: 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. De wees die geen recht heeft op wezenpensioen ingevolge de Algemene Weduwen- en Wezenwet heeft recht op een toeslag op zijn volgens artikel 24 berekende pensioen, tenzij zijn ouder recht heeft op het pensioen genoemd in artikel 19, elfde lid onder b van die wet. Deze toeslag bedraagt jaar lijks voor elk voor de berekening van het wezen pensioen tellend jaar: a. voor de wees bedoeld in artikel 24, eerste lid, onder a, 0,375 procent van het tot een jaarbedrag herleide bedrag van het in de eer ste volzin bedoelde pensioen, vermeerderd met het bedrag van de vakantieuitkering genoemd in artikel 37b, zesde lid onder b van de Al gemene Weduwen- en Wezenwet; b. voor de wees bedoeld in artikel 24 eerste lid onder b, 0,75 procent van het tot een jaarbe drag herleide bedrag van het in de eerste volzin bedoelde pensioen, vermeerderd met het bedrag van de vakantieuitkering genoemd in artikel 37b, zesde lid onder b, van de Alge mene Weduwen- en Wezenwet. 2. In het vierde lid wordt de zinsnede "het bedrag ge noemd in artikel 19, tweede lid onderscheidenlijk artikel 37b tweede lid" vervangen door de woorden "het bedrag genoemd in artikel 19, elfde lid, onder b onderscheidenlijk artikel 37b, zesde lid onder b" P. Artikel 25 komt te luiden als volgt: Artikel 25 Herberekening wezenpensioen 1. Het wezenpensioen wordt herberekend overeenkomstig de artikelen 24 en 24a, wanneer het nabestaandenpensioen of het bijzonder nabestaandenpensioen van de ouder wegens diens overlijden is geëindigd. 2. Wanneer het nabestaandenpensioen van de ouder krach tens artikel 23 wegens hertrouwen opnieuw wordt vast gesteld, wordt het wezenpensioen bedoeld in artikel 24, eerste lid onder a, verhoogd met een bedrag dat zich verhoudt tot het bedrag van dat wezenpensioen, zoals het verschil tussen het nabestaandenpensioen bedoeld in artikel 21 voor en na de toepassing van artikel 23 zich verhoudt tot dat nabestaandenpensioen voor die toepassing.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 107