Blad 7
Z. Artikel 57 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het opschrift boven het artikel komt te luiden:
Nabestaandenuitkering
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een
gepensioneerde wethouder wordt aan diens nabe
staande, van wie hij niet duurzaam gescheiden
leefde, een uitkering toegekend ten bedrage van
zijn pensioen over een tijdvak van twee maanden
(nabestaandenuitkering). Bij ontstentenis van een
nabestaande van wie de overledene niet duurzaam
gescheiden leefde, geschiedt de uitkering ten
behoeve van minderjarige wettige of natuurlijke
kinderen van de overledene of minderjarige kin
deren, waarover de overledene de pleegouderlijke
zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt ver
staan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding
van het kind als was het een eigen kind, onafhan
kelijk van enige verplichting daartoe of van het
genieten van een vergoeding daarvoor.
AA Artikel 67 wordt gewijzigd als volgt:
Het woord "weduwen" wordt vervangen door het woord
"nabestaanden"
BB Artikel III, A, wordt gewijzigd als volgt:
In lid twee, onder b, wordt het woord "weduwe" vervangen
door het woord "nabestaande"
CC Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:
In het vijfde lid onder b wordt na het woord "eerste"
het woord "dag" ingevoegd.
DD Artikel 21 wordt gewijzigd
In het vierde lid wordt de
vervangen door de zinsnede
EE Artikel 39 wordt gewijzigd
Onder c. wordt de zinsnede
de zinsnede "artikel 20".
als volgt:
zinsnede "artikel 145 lid 2"
"artikel 145 lid 4".
als volgt:
"artikel 19" vervangen door
Blad 8
Artikel II.
Vast te stellen de volgende overgangsbepalingen:
Artikel V Overgangsbepalingen (RB
A. Overgangsbepaling ten aanzien van artikel 17.
Alle pensioenen toegekend krachtens artikel 17 van deze
verordening, zoals dit luidde voor het tijdstip van in
werkingtreding van dit besluit worden, voorzover zij op
dat tijdstip worden genoten, met ingang van dat tijdstip
geacht te zijn toegekend krachtens artikel 16.
B. Overgangsbepaling met betrekking tot het recht op nabe
staandenpensioen.
1. Er ontstaat geen recht op pensioen ingevolge dit be
sluit indien op de datum van overlijden van de vrou
welijke wethouder, gewezen of gepensioneerde wethou
der in een overeenkomstig geval geen recht op wedu-
wenpensioen of bijzonder weduwenpensioen zou zijn
ontstaan ingevolge het overlijden van een mannelijke
wethouder, gewezen of gepensioneerde wethouder.
2 Het pensioen waarop ingevolge dit besluit recht ont
staat in verband met een overlijden voor de datum van
inwerkingtreding van dit besluit wordt berekend als
ware het recht ontstaan op de datum van overlijden.
C. Overgangsbepaling ten aanzien van artikel 29.
Ten aanzien van de aanspraken op nabestaandenpensioen,
die ingevolge dit besluit worden verkregen vangt de ter
mijn van vijf achtereenvolgende jaren, zoals bedoeld in
artikel 29 niet eerder aan dan op de datum van inwer
kingtreding van deze wijziging.
D. Herberekening wezenpensioen.
1. Indien ingevolge dit besluit een nabestaandenpensioen
of een bijzonder nabestaandenpensioen wordt toege
kend, terwijl aan hetzelfde overlijden recht op we
zenpensioen is ontleend, wordt het wezenpensioen her
berekend
2. Indien het nabestaandenpensioen of het bijzonder na
bestaandenpensioen met terugwerkende kracht wordt
toegekend en het wezenpensioen wordt herberekend,
wordt het teveel betaalde wezenpensioen over de peri
ode, waarop de terugwerkende kracht betrekking heeft,
niet teruggevorderd.