Blad 2
Zoals hiervoor reeds is vermeld, is het voegen als beledigde
partij in een strafzaak op grond van de nieuwe Gemeentewet een
bevoegdheid van ons college en behoeft dus niet meer te worden
overgedragen.
Het kenmerk van de mandaatvorm is dat de verantwoordelijkheid
voor het besluit niet wordt overgedragen. Mede daarom hebben
wij voor de mandaatbesluiten, waarbij bevoegdheden aan ambtena
ren zijn overgedragen een mandaatstatuut vastgesteld, waarin is
geregeld hoe met de mandaten moet worden omgegaan. Een onder
deel daarvan is het eenmaal in de vier maanden rapporteren aan
de mandataris. Wij hebben overwogen u voor te stellen dit sta
tuut ook vast te stellen voor het onderhavige mandaatbesluit,
maar achten dit statuut voor dit enkele besluit een te gede
tailleerde regeling. Daarom stellen wij u voor de bevoegdheid
tot het voeren van rechtsgedingen aan ons te mandateren onder
de voorwaarde, dat wij binnen een maand na elk kalenderjaar
over het voorgaande jaar rapporteren aan de Commissie voor Al
gemene Zaken en de rapportage vervolgens voor de raadsleden ter
inzage wordt gelegd.
De Commissie voor Algemene Zaken is in haar vergadering van
6 december akkoord gegaan met het voorstel tot mandatering. Wel
werd er gevraagd naar een rapportage. Aan deze vraag is hier
voor al aandacht besteed.
Wij stellen u voor het delegatiebesluit van 13 oktober 1980 in
te trekken en de bevoegdheid tot het voeren van rechtsgedingen
te mandateren aan ons college, onder de voorwaarde dat wij u
via de Commissie voor Algemene Zaken binnen een maand na een
kalenderjaar over de genomen besluiten rapporteren.
Leeuwarden, 6 januari 1994.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
drs. H.H. Apotheker Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans
Secretaris.
Nummer 22304
WV/BSK
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
6 januari 1994 (bijlage nr. 5
BESLUIT:
1. het delegatiebesluit van 13 oktober 1980, nr. 14186, in
te trekken;
2. de bevoegdheid tot het voeren van rechtsgedingen te
mandateren aan Burgemeester en Wethouders;
3. te bepalen dat Burgemeester en Wethouders binnen een
maand na afloop van een kalenderjaar aan de Commissie
voor Algemene Zaken rapporteert over de genomen beslui
ten in het voorgaande kalenderjaar.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris