Blad 4 Momenteel bedragen de presentiegelden voor commissieleden f 75,-- per vergadering. Artikel 96 van de nieuwe Gemeentewet bepaalt dat de leden van een commissie een door de Raad bepaalde vergoeding ont vangen voor: a. het bijwonen van de vergaderingen van de commissie en b. reis- en verblijfkosten. Voor de vergoeding onder a zijn bij algemene maatregel van bestuur nadere regels gesteld. (Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.) Ingevolge het genoemde rechtspositiebesluit zou de vergoe ding f 137.-- per vergadering moeten zijn. Het Rechtspostiebesluit geeft echter de mogelijkheid dat de raad bij verordening kan afwijken van de maximumvergoeding ten aanzien a. van een lid van de commissie die op grond van zijn bij zondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelnemening aan haar werkzaamhe den is aangetrokken en b. een lid van een commissie ten aanzien waarvan de ver goeding niet geacht kan worden in een redelijke verhou ding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid. Aan de afwijking van de maximum-vergoeding is geen grens gesteld. De raad is daar dus vrij in. Wij zijn van mening dat de vergoeding van f 137,-- niet in een redelijke verhouding staat tot de zwaarte en omvang van de taak van de voorzitters en de leden van de commissie, die juist om hun deskundigheid zijn aangetrokken. Daarom stellen wij u voor van deze vergoeding af te wijken en het presentiegeld vast te stellen op f 300,-- per vergadering. Voor de duidelijkheid vermelden wij hierbij dat in één ver gadering of hoorzitting meerder zaken aan de orde kunnen komen Over de bepaling van een redelijke vergoeding hebben wij overleg gevoerd met de VNG. De VNG is van mening dat een bedrag van f 300,--, gelet op de grootte van de gemeente, een redelijk bedrag is. Indien besloten wordt conform ons voorstel zal de verorde ning geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden (raadsbesluit 25 april 1977) dienen te worden aangepast. Een voorstel tot wijziging van de genoemde verordening wordt u seperaat voorgelegd. Blad 5 Het vorenstaande betekent dat de financiële gevolgen van het aantrekken van externe leden van de commissie in ieder geval bestaan uit een bedrag van ongeveer f 40.000.-- aan presentiegelden per jaar. De begrotingspost "overige commissies" (subfunctie 001.2), waaruit momenteel de presentiegelden worden betaald, is hiervoor niet toereikend. Bij begrotingswijziging zal u voorgesteld worden deze post te verhogen met een bedrag van f 40.000,-- ten laste van de post "reservering correcties wegens taxatiefouten-concern". Gelet op het dienstoverstij- gende karakter van de commissie betreft dit een concern- post. Er wordt naar gestreefd de hoorzittingen zoveel mogelijk in de late middaguren of op avonden te doen plaatsvinden. Dit is zowel voor de belanghebbenden als de leden van de com missie een veel toegankelijker tijdstip. Dat betekent echter zowel voor de secretaris als de verte genwoordiger van het bestuursorgaan dat er "overuren" wor den gemaakt. Door aan te sluiten bij bestaande "vergader avonden" zijn er geen noemenswaardige meerkosten voor het facilitair bedrijf. Indien vergaderingen niet kunnen worden gecombineerd, zijn er wel meerkosten. Deze worden in het slechtste geval ge raamd op f 2500,-- per jaar. Onder de mededeling dat de raadsadviescommissie voor Alge mene Zaken in haar vergadering van 14 februari 1994 posi tief heeft geadviseerd, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Leeuwarden, 15 februari 1994. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, drs. H.H. Apotheker Burgemeester. mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 152