Blad 4 3.3. Hoorzitting en raadsadviescommissie Van de hoorzitting op 9 maart 1994 is een verslag gemaakt. Dit verslag is ter inzage gelegd en ter beschikking gesteld aan de leden van de raadsadviescommissie voor Economische en Sociale Zaken. Daarop heeft besluitvorming op 17 maart de vergadering van de commissie Economische en Sociale Zaken plaatsgevonden. De reacties uit de hoorzitting en uit de vergadering van de raadsadviescommissie kunnen worden samengevat in de volgen de hoofdthemas: Vervoer Er is bezwaar gemaakt tegen de voorstellen om een col lectief vervoerssysteem in te voeren. De kern van de problematiek is dat een aantal WVG gerechtigden nu een financiële vergoeding ontvangt. Deze vergoedingen wor den gebruikt om (gedeeltelijk) een eigen auto te finan cieren of om via derden vervoer te regelen. Zo biedt de vergoeding veelal de ruimte om flexibel en ook over grotere afstanden te reizen. Voor deze groep betekent de invoering van het collectieve vervoerssys teem een aantasting van de individuele vrijheid. Gezocht moet worden naar een constructie, waarin de individuele vrijheid van WVG-gerechtigden om te reizen zoveel mogelijk in stand blijft; Uitvoeringsorganisatie In veel reacties is aangegeven, dat men geen vertrouwen heeft in de voorstellen om de uitvoering van de WVG in handen te geven van de organisaties Kruiswerk en Thuis zorg. Hierbij werd vooral aangegeven dat de deskundig heid, die nu beschikbaar is bij de GAK/GMD-organisatie (en nog niet bij Kruiswerk en Thuiszorg) ook in de toe komst beschikbaar moet blijven voor de uitvoering van de WVG. Leveranciers rolstoelen: In beide bijeenkomsten is een sterke voorkeur uitge sproken voor een situatie waarin de WVG-gerechtigden in de toekomst gebruik kunnen blijven maken van de huidige leveranciers van rolstoelen. Een eventuele keuze voor één leverancier zou dit niet langer mogelijk maken. In de raadsadviescommissie is hierbij expliciet geadvi seerd om het concept van de "thuiszorgwinkel" (als po tentiële leverancier) in de contracten buiten beschou wing te laten. Eigen bnijdrageregeling In de bijeenkomsten is gevraagd om een herziening van de voorgestelde eigen bijdrageregeling. In dit verband zijn drie discussiepunten aan de orde geweest de koppeling van de eigen bijdragen aan de hoogte van het inkomen; Blad 5 de vraag of de uitvoeringskosten (inning eigen bij drage) de inkomsten niet overstijgen; de effecten van de regeling voor de mensen met een hoger inkomen. Naar aanleiding van de reacties tijdens de hoorzitting en de commissievergadering hebben wij geconcludeerd dat de voorstellen aangepast moeten worden. Om de invoering van de WVG per 1 april te kunnen realiseren worden de wijzigingen in deze raadsbrief beschreven. Zo kan de behandeling in de raadsvergadering van 28 maart 1994 nog plaatsvinden. 4. Aanpassingen van het voorgestelde beleid 4.1. Collectief vervoerssysteem door de FRAM Met de FRAM is overeenstemming bereikt over het volgende compromis Collectief vervoerssyssteem start per 1 april 1994 voor de nieuwe WVG-gerechtigden. De groep AAW-gerechtigden en de groep uit de Bijz. Bij stand, totaal 918, krijgt voor de overgangsjaren 1994 en 1995 de mogelijkheid tot kiezen voor het collectieve systeem of voor behoud van de individuele vervoersver- goeding Wie van de groep AAW-gerechtigden en Bijz. Bijstands cliënten kiest voor het collectieve systeem krijgt van de gemeente voor (2e helft van) 1994 (de helft van f 500,=) f 250,- eenmalig en voor 1995 f 500,- eenma lig. Deze bedragen zijn gebaseerd op het verschil tus sen de kosten van het collectief systeem zijnde f 1.100,- per persoon en de individuele vervoersvergoe- ding van f 1600,- per persoon. Dit bedrag kan gebruikt worden voor "«rvoer buiten de provinciegrenzen. Indien de groep AAW-gerechtigden en de groep Bijz. Bijstands cliënten, de vrije keuze hebben, kiest voor de indivi duele vervoersvergoedingwordt deze verlaagd met f 100,- voor 1994 en f 200,- voor 1995. De hoogte van de individuele vervoersvergoeding wordt daarmee bepaald op respectievelijk (de helft van) f 1.500,- voor 1994 en op f 1.400,- voor 1995. Argument: de gemeente vol doet met het collectief systeem aan haar zorgplicht en dus kan het alternatief lager zijn dan het zorgplicht bedrag van f 1.600,-. Met de FRAM is overeenstemming bereikt dat het vaste bedrag dat Leeuwarden per jaar voor het FRAM-systeem moet betalen bij deze regeling gehandhaafd blijft. Voor de periode na 1-1-1996 legt de gemeente zich nog niet vast.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 171