Bijlage bij concept-raadsbesluit WVG
Wijzigingen in concept verordening Wet Voorzieningen Gehan
dicapten en Besluit financiële tegemoetkomingen voorzienin
gen gehandicapten.
I. Wijziging art 3.3 Overgangsregeling per datum inwer
kingtreding van de verordening voor degenen die al
een vervoersvoorziening hadden.
Tekst art. 3.3. wordt als volgt gewijzigd:
1. De gehandicapte aan wie over de periode onmid
dellijk voorafgaande aan de datum van inwerking
treding van de Wet, krachtens artikel 57, tweede
lid van de Algemene Arbeidsongeschiktheids Wet,
of krachtens artikel 8, tweede lid van de Spoor
wegpensioenwet, dan wel krachtens artikel X5
eerste en tweede lid van de Algemene Militaire
Pensioenwet een tegemoetkoming is verleend in de
kosten van het gebruik van een vervoermiddel kan
desgevraagd voor voortzetting van dezelfde voor
ziening in aanmerking worden gebracht tot 1 juli
1994 waarbij de hoogte van de financiële tege
moetkoming wordt vastgesteld op het bedrag, be
rekend op kwartaalbasis, waarop de aanvrager
recht had onmiddellijk voorafgaande aan de in
werkingtreding van de wet, verminderd met
1432
Voor de gehandicapte aan wie op grond van de
bijzondere bijstand een tegemoetkoming is ver
leend in de kosten van het gebruik van een ver
voermiddel is het gestelde in de vorige zin van
overeenkomstige toepassing, met dien verstande
dat de korting achterwege blijft en met als
maximum een vergoeding van f 487,50.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 3 heeft de on
der lid 1 bedoelde gehandicapte voor wie de on
der artikel 3.1 sub a vermelde vervoersvoorzie
ning van toepassing is na 1 juli 1994 de keuze
tussen gebruikmaking van de vervoersvoorziening
als bedoeld in artikel 3.1 sub a vermeerderd met
een forfaitaire bijdrage van f 250,-- voor de
periode tot 1 januari 1995 en f 500,-- voor het
jaar 1995, dan wel gebruikmaking van de ver
voersvoorziening als bedoeld in art 3.1 sub c
met een gemaximeerde vergoeding van f 750,--
voor de periode tot 1 januari 1995 en f 1.400,--
voor het jaar 1995.
Indien het bepaalde in artikel 3.2 lid 2 onder a
van toepassing is zijn vanaf 1 juli 1994 de be
palingen van deze verordening van toepassing.
3. De onder 1 bedoelde gehandicapte die vanaf 1
juli 1994 op grond van de in artikel 5.5 van
deze verordening vermelde inkomensgrens niet
meer voor een dergelijke vergoeding in aanmer
king komt, kan op zijn verzoek voor de periode