van 1 juli 1994 tot 1 januari 1995 nog voor
voortzetting van de op grond van het bepaalde in
het eerste lid toegekende voorziening in aanmer
king worden gebracht, met dien verstande dat het
bedrag met ingang van 1 juli 1994 met 16,6532
wordt verlaagd.
4. Op de gehandicapte aan wie over de periode on
middellijk voorafgaande aan de datum van inwer
kingtreding van de Wet, krachtens artikel 57,
tweede lid van de Algemene Arbeidsongeschikt
heids Wet, of krachtens artikel 8, tweede lid
van de Spoorwegpensioenwet, dan wel krachtens
artikel X5 eerste en tweede lid van de Algemene
Militaire Pensioenwet een tegemoetkoming is ver
leend in de kosten van het gebruik van een ver
voermiddel en die op grond van de Regeling afba
kening WVG/AWBZ geen aanspraak meer kan maken op
deze vergoeding zijn, gedurende de jaren 1994 en
1995 de bepalingen van deze verordening van toe
passing
toelichting bij artikel 3.3 wordt als volgt gewijzigd:
De Wet voorzieningen gehandicapten bepaalt in artikel
24 dat wie voor de invoering van de wet een tegemoet
koming in de kosten van het gebruik van een vervoer
middel ontvangt, desgevraagd van het gemeentebestuur
ook voor de jaren 1994 en 1995 een vervoerskostenver
goeding kan ontvangen, tenzij de verordening anders
bepaalt
Aangezien de gemeente een collectief vervoersysteem
realiseert is voor de groep gehandicapten die reeds
een voorziening heeft een overgangsregeling getrof
fen, inhoudende dat de uitkering vooreerst tot 1 juli
wordt voortgezet op het niveau van 602 van het bedrag
zoals dat gold voor 1 oktober 1992. Om dit te reali
seren moet een korting van 14,3 2 worden toegepast
op het bij de invoering van de WVG- bestaande 702
niveau. Na deze periode houdt de gehandicapte voor
wie het collectief vervoersysteem geïndiceerd is nog
de keuze tussen gebruikmak-""'- van het collectief ver
voersysteem met een toeslag van f 250,-- voor 1994 en
f 500,-- voor 1995 dan wel voortzetting van de indi
viduele vervoersvoorziening met een gemaximeerde ver
goeding van f 750,-- in 1994 en f 1400,-- in 1995.
Voor personen die een vervoersvoorziening ontvangen
op grond van de bijzondere bijstand is een vergelijk
bare regeling getroffen. In het derde lid is een
overgangsregeling getroffen tot 1 januari 1995 voor
de groep die voor de invoering van de WVG een ver
voersvoorziening had en die een inkomen heeft boven
de gedifferentieerde inkomensgrenzen van 1,5 maal het
norminkomen
Na 1 juli kan de voorziening nog worden voortgezet,
waarbij het niveau gesteld wordt op 502 van het ni
veau zoals dat gold voor 1 oktober 1992. Om dat te
realiseren dient de tegemoetkoming met 16,6532 te
worden verlaagd. Voor personen verblijvend in een
gezinsvervangend tehuis of een regionale instelling
voor beschermd wonen heeft de gemeente de zorgplicht
voor vervoersvoorziening en de rolstoelverstrekking.
Voor personen verblijvend in andere AWBZ-instellingen
houdt de gemeente de zorgplicht voor vervoers-voor-
zieningen tot 1 januari 1996. In het vierde lid is
bepaald dat ten aanzien van deze laatste groep de
bepalingen van de verordening gelden tot 1 januari
1996.
II. a. Toevoeging nieuw artikel 5.3
Artikel 5.3 Maximum eigen bijdrage en eigen aandeel
in kosten van een voorziening waarvoor een financiële
tegemoetkoming wordt verleend.
De som van de met inachtneming van het bepaalde in
artikel 5.1 vastgestelde eigen bijdragen en de met
inachtneming van het bepaalde in artikel 5.2 vastge
stelde eigen aandeel in de kosten van een voorziening
waarvoor een financiële tegemoetkoming wordt verleend
mag in een kalenderjaar het bedrag van f 10.000,--
niet te boven gaan.
b. De artikel 5.3, 5.4 en 5.5. dienen vernummerd te
worden in resp. 5.4, 5.5. en 5.6
III. Wijziging formulering artikel 1 onder e en artikel 4
tweede lid van het Besluit financiële tegemoetkomin
gen voorzieningen gehandicapten.
Artikel 1 e:
Stijging van woonlasten van huurders: de stijging van
de huur die optreedt tengevolge van het doorberekenen
in de huur van het niet voor subsidie in aanmerking
komende deel de aanpassingskosten overeenkomstig
artikel 10 van de Huurprijzenwet woonruimte minus de
toename van de individuele huursubsidie ten gevolge
van deze huurstijging
artikel 4 tweede lid:
Indien de stijging van de woonlasten als gevolg van
hetgeen in het eerste lid is bepaald de WVG-draag-
kracht van de gehandicapte te boven gaat wordt het
percentage genoemd in het eerste lid door Burgemees
ter en Wethouders zodanig verhoogd dat de WVG-draag-
kracht niet wordt overschreden.