Blad 2
Hierbij dient te worden opgemerkt dat niet alle verordeningen
die betrekking hebben op commissies in deze verordening zijn
opgenomen. De bestuurscommissie inzake de Scholengemeenschappen
openbaar voortgezet onderwijs Leeuwarden en de commissies op
grond van specifieke wetten of bijzondere voorschriften zijn,
gelet op het specifieke karakter van de soort commissies, bui
ten beschouwing gelaten.
Aangezien in de vergadering van 21 februari is besloten de for
mele uitwerking van de evaluatie van het commissiestelsel niet
meer te behandelen in de Commissie voor Algemene Zaken stellen
wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-be-
sluit
Leeuwarden, 17 maart 1994.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
drsH.H. Apotheker Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.
Nummer 3979
ST/MZ
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
17 maart 1994 (bijlage nr. 60
gelet op het besluit van 21 februari 1994, nr. 1876 tot
vaststelling van het rapport "Evaluatie van het commissie
stelsel 1990 - 1994" als uitgangspunt voor de nadere uit
werking van het functioneren en structureren van het nieuwe
commissiestelsel
gelet op de terzake geldende bepalingen van de Gemeentewet
en de Algemene Wet Bestuursrecht;
BESLUIT:
I. de volgende verordeningen in te trekken:
1. Verordening, regelende de samenstelling, de taak
en de werkwijze van de Commissies van advies voor
de Gemeenteraad (Rb. 27-1-1970);
2. Verordening beheersbevoegdheden Commissie voor
Stadsontwikkeling (Rb. 10-3-1986);
3. Verordening, regelende de samenstelling en de
werkwijze van de commissies van advies en bij
stand aan Burgemeester en Wethouders (Rb. 27-1-
1970)
4. Commissie voor het Gemeentelijk Muziekinstituut
(Rb. 8-6-1982);
5. Commissie voor het Centrum voor Beroepsoriëntatie
en Beroepsoefening Friesland (Rb. 23-4-1990);
6. Commissie Princessehof (Rb. 8-6-1982);
7. Verordening, regelende de samenstelling, de taak
en de werkwijze van de commissie voor het Prin
cessehof, voorzover het betreft de uitvoering van
beheersbevoegdheden (Rb. 16-8-1971).
II
III
de verordening "Commissie voor het Woningbedrijf
(Rb. 8-6-1982)" in te trekken;
de verordening "Commissie voor Onderwijsbegelei
ding (Rb. 1-12-1986)" in te trekken;