Blad 6
a. wanneer Burgemeester en Wethouders hebben be
paald, dat een zaak in een besloten vergadering
dient te worden behandeld op grond van de overwe
ging, dat stukken aan de orde komen, waaromtrent
met toepassing van artikel 25 en 93 van de Ge
meentewet voorlopige geheimhouding is opgelegd,
zolang de oplegging van die geheimhouding niet is
vervallen
b. wanneer de voorzitter het nodig acht of twee der
overige leden dat verlangen. In dat geval besluit
de commissie vervolgens met inachtneming van het
bepaalde in het sub a of met gesloten deuren zal
worden vergaderd.
2. Op voorstel van respectievelijk Burgemeester en
Wethouders, de voorzitter danwel de twee overige
leden als bedoeld in het eerste lid sub b, be
sluit de commissie met inachtneming van het ge
stelde in het eerste lid sub a, of omtrent het in
de besloten vergadering behandelde geheimhouding
dient te worden opgelegd.
3. De in het eerste lid en tweede lid bedoelde ge
heimhouding wordt opgeheven naast de gevallen
bedoeld in artikel 25 van de Gemeentewet door een
besluit van Burgemeester en Wethouders, door toe
zending van de stukken aan de Gemeenteraad ten
behoeve van een openbare vergadering of door een
openbaarmaking anderszins door Burgemeester en
Wethouders. Indien de geheimhouding is opgelegd
door de voorzitter of de commissie, is het be
paalde in artikel 25 van de Gemeentewet van over
eenkomstige toepassing.
4. De stukken waaromtrent door de commissie geheim
houding is opgelegd liggen voor de leden van de
Raad ter inzage bij de secretaris van de betref
fende commissie.
Hoofdstuk 2
Overdracht van bevoegdheden aan commissie
Stadsontwikkeling.
Artikel 9
De Commissie voor Stadsontwikkeling, als bedoeld in artikel
1, sub d, fungeert tevens als commissie waaraan de aan de
Raad toekomende bevoegdheid is toegekend om te besluiten
tot het verhuren, verpachten of op enige andere wijze in
gebruik geven van in het gemeentelijk grondbedrijf onderge
brachte gemeente-eigendommen, die worden of zullen worden
gebruikt voor agrarische doeleinden.
Blad 7
Artikel 10
De Commissie voor Stadsontwikkeling is voor het
door haar gevoerde beheer verantwoording ver
schuldigd aan de Raad.
De commissie is verplicht aan de Raad alle ge
wenste inlichtingen omtrent de uitoefening van de
aan haar toegekende bevoegdheid te verschaffen en
alle ter zake verlangde stukken over te leggen.
Burgemeester en Wethouders houden toezicht op de
uitoefening door de commissie van de haar toege
kende bevoegdheden.
De commissie doet eenmaal per kwartaal aan de
Raad mededeling van het gebruik, dat zij heeft
gemaakt van de in artikel 9 genoemde bevoegdheid.
Hoofdstuk 3
Commissies van advies en bijstand aan Burgemeester en
Wethouders
Artikel 11
Er bestaan de volgende commissies van advies en bijstand
aan Burgemeester en Wethouders:
a. Commissie Princessehof
b. Commissie voor het Centrum voor Beroepsoriëntatie
en Beroepsoefening Friesland;
c. Commissie voor het Gemeentelijk Muziekinstituut.
Artikel 12
1. Een commissie van advies en bijstand bestaat uit:
a. een door het college van Burgemeester en Wethou
ders uit zijn midden aangewezen voorzitter en
b. het door de Raad voor de desbetreffende commissie
bij het besluit tot instelling daarvan te bepalen
aantal leden.
2. Zowel raadsleden als niet-raadsleden kunnen tot
lid van een commissie worden benoemd, met dien
verstande dat ten minste de helft van het aantal
leden raadslid moet zijn, tenzij de instellings
verordening van de betreffende commissie anders
bepaalt