Blad 8
De leden van een commissie worden door de Raad
benoemd, de niet-raadsleden tenzij de instel
lingsverordening van de betreffende commissie
anders bepaalt op voordracht van Burgemeester en
Wethouders
3. Burgemeester en Wethouders kunnen te allen tijde
de aanwijzing van de voorzitter herzien.
4. Bij verhindering van de voorzitter om als zodanig
op te treden wordt deze vervangen door een door
Burgemeester en Wethouders aan te wijzen ander
lid van hun college danwel lid van de commissie.
5. De leden treden af:
a. voorzover zij lid van de Raad zijn, op het tijd
stip, dat zij aftreden als raadslid; en
b. voorzover zij geen lid van de Raad zijn, op het
tijdstip, waarop de periodieke aftreding van de
leden van de Gemeenteraad plaats heeft.
6. Van het lidmaatschap van een commissie zijn uit
gesloten de ambtenaren of arbeidscontractanten,
in dienst van de gemeente Leeuwarden, wier werk
zaamheden in directe relatie staan tot de aan de
commissie gegeven taakstelling.
Artikel 13
Hetgeen bepaald is in artikel 4, artikel 5, tweede, derde
en vierde lid, artikel 6, tweede, derde en vierde lid en
artikel 8 is van overeenkomstige toepassing op de commis
sies van advies en bijstand aan Burgemeester en Wethouders.
Artikel 14
1. Een commissie dient desgevraagd Burgemeester en
Wethouders schriftelijk van advies omtrent en
staat desgevraagd dat college bij ten aanzien van
tot haar - bij het besluit tot instelling van de
desbetreffende commissie omschreven - werkkring
behorende aangelegenheden.
2. Zij is bevoegd te allen tijde uit eigen beweging
mededelingen, adviezen en voorstellen, betreffen
de aangelegenheden, tot haar - bij het besluit
tot instelling van de desbetreffende commissie
omschreven - werkkring behorende, tot Burgemees
ter en Wethouders te richten.
3. Een commissie neemt geen besluiten wanneer, be
halve de voorzitter niet tenminste van de helft
van de in de raad zitting hebbende partijen leden
ter vergadering aanwezig zijn.