Blad 2
71 IRJ
Op het punt van de gemeentelijke vergoeding voor de
behandeling door de GKB-F van schuldregelingsverzoeken komen
wij in het vervolg van dit voorstel terug. Vooralsnog blijven
wij uitgaan van de in de Gemeentebegroting genoemde verlaging
van deze vergoeding.
De begroting, alsmede de analyse van de verschillende posten
die voor u tevens ter inzage is gelegd, geeft ons voor het
overige geen aanleiding tot het maken van nadere opmerkingen.
Wij stellen u derhalve voor de begroting 1994 van de GKB-F
goed te keuren.
3. VERZOEK AANTREKKEN MEER FINANCIERINGSMIDDELEN
31 Achtergrond
Om de sociale kredietverlening op termijn zelfstandig te
kunnen bekostigen uit de opbrengsten van consumptieve
kredietverlening heeft de GKB-F in haar beleidsplan voor de
periode 1994-1996 een aantal voorstellen uitgewerkt die moeten
leiden tot het bereiken van deze situatie.
Een van de voorstellen uit het beleidsplan van de GKB-F is
haar imago te verbeteren door middel van het voeren van een
publiciteitscampagne. Daarnaast heeft de bank de volgende
produkten in voorbereiding: sparen, woningverbeterings
kredieten, hypotheekverstrekking aan particulieren en
verzekeringen. De produkten persoonlijke lening en doorlopend
krediet worden reeds aan de cliënten aangeboden.
3.2. Kredietbehoefte
Om het beleid onder 3.1 te kunnen realiseren heeft het bestuur
van de GKB-F ons verzocht om het kredietplafond met
f 10 miljoen gulden te verhogen. Wij merken hierover het
volgende op.
De GKB-F heeft op dit moment de mogelijkheid om over
financiële middelen tot een bedrag van in totaal bijna
f 14,5 miljoen gulden te beschikken.
Voor 1994, 1995, 1996 en 1997 wordt op grond van de begroting
1994 en de Meerjarenraming van de GKB-F de kredietbehoefte
geraamd op respectievelijk f 16 miljoen gulden, f 17 miljoen
gulden, f 18 miljoen gulden en
f 19 miljoen gulden.
De GKB-F heeft ten opzichte van de reeds verstrekte kredieten
en het werkkapitaal van in totaal f 14,5 miljoen gulden, tot
en met 1997 behoefte aan een extra krediet van ongeveer
f 5 miljoen gulden.
Blad 3
71 IRJ
De reden dat de GKB-F vraagt om een verhoging van het krediet
plafond van f 10 miljoen gulden in plaats van de geraamde
behoefte van f 5 miljoen gulden is gelegen in het feit dat de
geraamde kredietbehoefte de minimale variant is.
Mocht de kredietbehoefte namelijk sneller gaan stijgen door
het ingezette beleid dan kan met de gevraagde verhoging van
f 10 miljoen gulden hier adequaat op worden ingespeeld.
3.3. Beoordeling verzoek
3.3.1. Beleid schuldhulpverlening
De GKB-F verleent op basis van haar doelstellingen onder
andere sociale kredieten aan particulieren in de provincie
Friesland.
Met alle Friese gemeenten is een overeenkomst gesloten waarin
de bank zich verplicht het volkskrediet te verzorgen.
Naast kredietverlening verzorgt de GKB-F, op basis van een
kostenvergoedingsregeling, voor nagenoeg alle aangesloten
gemeenten schuldregelende werkzaamheden.
De GKB-F ontvangt hiervoor per schuldregelingsaanvraag een
vergoeding van f 350,
In het kader van de gemeentelijke Herwaardering 1991-1995
hebben wij u voorgesteld de vergoeding van f 350,terug te
brengen tot f 170,per aanvraag, ervan uitgaande dat deze
vermindering van de subsidie gecompenseerd zou kunnen worden
door hogere opbrengsten uit de normale kredietverlening.
In verband hiermee heeft de GKB-F de inspanningsverplichting
op zich genomen om ten aanzien van de kosten van de
schuldhulpverleningsverzoeken te komen tot een situatie van
volledige zelfbekostiging
De voorstellen van de GKB-F passen in het beleid, zoals dat
door u in het kader van eerder genoemde Herwaardering 1991-
1995 en bij de goeaxeuring van de begrotingen 1992 en 1993 van
de GKB-F is vastgesteld.
Voorwaarde hierbij is dat de GKB-F haar primaire taak als
sociale kredietverlenende instantie blijft uitvoeren en zich
daarnaast uitsluitend met particuliere kredietverlening
bezighoudt
3.3.2. Rol van de gemeente Leeuwarden
Gelet op het feit dat de GKB-F op provinciaal niveau werkzaam
is, is de vraag gerechtvaardigd of de gemeente Leeuwarden als
grootste kredietverstrekker moet blijven optreden.
Een aantal redenen pleit ervoor deze vraag positief te
beantwoorden