Blad 4 Reclamanten Het ontwerp-bestemmingsplan heeft met ingang van 2 oktober 1993 gedurende een maand voor een ieder ter inzage gelegen. Tegen het bestemmingsplan zijn twee bezwaarschriften inge diend, namelijk door de heer G.J. de Vries, Goutumerdyk 20 en de heer F. Boonstra, Goutumerdyk 22. De heer De Vries maakt bezwaar tegen de structuur van de ontsluitingswegen in deelgebied 1 en de geluidwerende maatregelen. De heer Boonstra maakt eveneens bezwaar tegen de aansluitingen op de Goutumerdyk en vooral tegen de aansluiting welke "het huizenstramien tussen perceel Goutumerdyk 20 en 22 zal doorbreken" De ingediende bezwaren en het commentaar Bezwaarschrift van de heer G.J. de Vries. Reclamant maakt bezwaar tegen de aanleg van de ont- sluitingsweg, die geprojecteerd is aan de westzijde van zijn woning Goutumerdyk 20. Deze ontsluitingsweg zal over een lengte van in totaal 40 m grenzen aan zijn relatief smalle tuin. De breedte van die tuin tussen huis en erfaf- scheiding is slechts 6 m, zodat door de aanleg van bedoelde weg zijn privacy onevenredig wordt aangetast. Ook zal hier door het woongenot aanmerkelijk verminderen, en ziet hij zich voor extra kosten geplaatst vanwege het plaatsen (en onderhouden) van een erfafscheiding (met een totale lengte van 40 m) Vanwege deze geprojecteerde weg meent reclamant, dat de kans op baldadigheid zal toenemen, het inbraakrisico zal worden vergroot en een hondentoilet zal ontstaan. Voorts meent hij dat één ontsluiting voor deelgebied 1 voldoende is. Aanhaken op de Goutumerdyk zal de verkeersintensiteit doen toenemen en de verkeersveiligheid in gevaar brengen. Naar zijn mening zal hier met name voor fietsers een gevaarlijke situatie ontstaan. Het gaat hem hierbij in het bijzonder om groepen scholieren, die - doordat er op den duur van een zekere gewenning sprake zal zijn - bij het passeren van de Goutumerdyk niet meer zullen afremmen om de verkeerssituatie in ogenschouw te nemen, maar zonder vol doende op te letten, zullen oversteken. Met betrekking tot deze bezwaren merken wij het volgende op. Hiervoor is reeds opgemerkt, dat het stedebouwkundig nood zakelijk is dit gebied op een behoorlijke wijze te ontslui ten Blad 5 Afgezien van de hoofdontsluiting van dit gebied op de Wer- geasterdyk, wordt een volwaardige aansluiting op de Goutu merdyk noodzakelijk geacht, ondermeer voor de bereikbaar heid van het aan de Brédyk gelegen bedrijventerrein, maar ook omdat er een verbinding noodzakelijk is met het woonge bied ten zuiden van de Goutumerdyk; dit gebied vormt met deelgebied 1 een afgerond woongebied. De ontsluiting waar reclamant op doelt is een pad voor langzaam verkeer. Dit pad zal het autoverkeer op de Goutu merdyk dan ook niet doen toenemen zoals reclamant vreest. Wel maakt dit pad het mogelijk dat bewoners uit dit deelge bied zonder een omweg te hoeven maken andere delen van het dorp kunnen bereiken. Zoals ook reeds in de toelichting bij het plan is aangege ven, is het voorts nog maar de vraag of dit een voor schoolkinderen belangrijke fietsroute zal worden. Langs de Wergeasterdyk wordt namelijk een fietspad/parallelweg aan gelegd, waarlangs men zonder door een woonbuurt te fietsen, naar Leeuwarden kan gaan. Van een verkeersonveiligie situatie, die veroorzaakt wordt doordat fietsverkeer (schoolkinderen van en naar school in Leeuwarden) langs deze ontsluiting zal gaan en de Goutumer dyk kruist, is overigens geen sprake. Ter plaatse is vol doende zicht naar links en rechts, om de Goutumerdyk (op een veilige manier) te kruisen. Wordt doorgereden zonder op te letten, dan moet dat bestempeld worden als onverantwoord weggedrag. Een bestemmingsplan of inrichtingsplan biedt hiervoor geen oplossing. Zoals het pad nu is geprojecteerd (hiervoor verwijzen wij u naar het verkavelingsplan)komt het direct ten westen van het perceel Goutumerdyk 20 van de heer De Vries te liggen. De afstand tussen het pad en de woning van reclamant bedraagt circa 10 m. Van een onevenredige aantasting van de privacy is o.i. dan ook geen sprake. Wij betwijfelen voorts of de aanleg van het bewuste pad zal leiden tot overlast in de vorm van baldadigheid, hondentoi let, toename van inbraakrisico e.d. Overigens biedt het bestemmingsplan hiervoor geen uitkomst. Voorts maakt reclamant bezwaar tegen het treffen van geluidwerende maatregelen ten oosten van de Brédyk. Hij wijst erop, dat in de Dorpennota is vastgelegd dat de grond gelegen naast de Brédyk "groen" zou blijven over een totale breedte van ruim 100 m.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 25