hebben onvoldoende (tevredenstellende) contacten; tobben over hun gezondheid; hebben een lage waardering voor hun sociaal leefklimaat; nemen minder deel aan de maatschappij; voelen zich eerder maatschappelijk achtergesteld, gediscrimineerd; hebben vaker een lager inkomen; verkeren eerder in een maatschappelijk isolement; zijn in meer gevallen werkloos; maken meer gebruik van verplichtende en verzorgende arrangementen (uitkeringen, thuiszorg, maatschappelijk werk). SOCIALE ISOLEMENTEEN TAAK VAN DE OVERHEID? Een consequentie van onze sterk geïndivualiseerde samenleving is dat steeds meer mensen de vanzelfsprekendheid van een steunende sociale omgeving ontberen. Hierdoor zijn mensen onder de huidige maatschappelijke omstandigheden steeds meer op zichzelf aangewezen.Als burgers hierdoor in een sociaal isolement (dreigen te) raken,dan drijven zij naar de rand van de samenleving. Zij worden hierdoor gemargi naliseerd. Marginalisering is uit oogpunt van sociale rechtvaardigheid absoluut onrechtvaardig. Als gevolg van marginalisering blijven ook potentiële kwaliteiten van mensen onbenut.Deze mensen zullen niet of in mindere mate een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de samenleving. Tenslotte leidt marginalisering als het om grote groepen burgers gaat, tot ontwrichting en tast het de kwaliteit van de samen leving aan. Het is zondermeer een taak van de overheid om iedereen die ernstig in de problemen zit een minimum niveau van zorg en bestaanszekerheid te garanderen. Wij realiseren ons dat de door ons gekozen doelstelling vooraf en ook achteraf niet in meetbare eenheden is weer te geven. Samen met ondermeer het maatschappelijk middenveld moeten wij in staat zijn via concrete activiteiten en projecten te werken aan de bestrijding van sociaal isolement. Wat wel bekend is zijn de factoren die sociaal isolement bepalen en factoren die ertoe bijdragen sociaal isolement op te lossen. Als onze inspanningen zich richten op verbetering van deze factoren, dan kunnen wij met enig gezag stellen dat wij aan het voorkomen en/of bestrijden van sociaal isolement hebben gewerkt. 6 HOODFLUNEN VAN HET BELEID. Als wij sociaal isolement als uitgangspunt nemen dan zien de hoofdlijnen van ons beleid er als volgt uit. Overigens zij nadrukkelijk vermeld dat hiermee geen priori teitsvolgorde voor het beleid wordt aangegeven. Hiermee wordt zowel de fysieke- als de sociale leefbaarheid bedoeld. Voor de categorie veiligheid geldt dat hieronder ook wordt begrepen de sociale veiligheid. Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven van mogelijke uitwerkingen. - verbeteren van de sociale structuur in de wijk; - activeren van burgers; - zorg-,buurt-,onderwijs- en welzijnsinstellingen dienen een "signaleringsfunc tie" te vervullen t.b.v. het identificeren van mensen in een sociaal isolement. Het afstemmen van voorzieningen aanbod in buurten op problemen in de buurten; - buurtbeleid; stimuleren van de betrokkenheid van de bewoners, ruimte voor initiatieven van bewoners; - aandacht voor sociale onveiligheid in buurten en wijken; - aanpak overlast jeugd; - projecten gericht op de fysieke woonomgeving; - aandacht voor gezondheids- en voedingsprojecten, kleinschalig, liefst in de buurt, in samenwerking met de scholen en specifieke aandacht voor alloch tonen; - aandacht voor preventie; - aandacht voor met name vrouwen in de bijstand; - creëren van extra banenpoolplaatsen voor specifieke groepen (allochtonen en -inkomen zelfredzaamheid •leefbaarheid/veiligheid gezondheid ^zelfrespect

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 281