Blad 4 Artikel 8. Ten aanzien van de werknemer, bedoeld in artikel 2, onder deel a, d of e, is: a. ingeval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst an ders dan op grond van een dringende reden in de zin van artikel 1639p van het Burgerlijk Wetboek, de Uitke ringsverordening en b. ingeval van ziekte hoofdstuk E van het Algemeen Ambte narenreglement van overeenkomstige toepassing. Artikel 9. 1. Deze verordening, welke kan worden aangehaald als "Ar beidsovereenkomstenverordening 1994", treedt in werking met ingang van de datum waarop de Wet financiële voor zieningen privatisering ABP in werking treedt. 2. Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum ver valt de voor deze datum geldende Arbeidsovereenkomsten verordening met de krachtens die verordening vastge stelde voorschriften. 3. Ten aanzien van de arbeidsovereenkomsten die zijn afge sloten op basis van de Arbeidsovereenkomstenverordening zoals deze luidde tot de datum waarop de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP (Wet FVP) in werking treedt, geldt dat aanspraken op grond van het gestelde in artikel 8 van deze verordening ontstaan ingeval de gene die op arbeidsovereenkomst werkzaam is, de status van ambtenaar in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet (Stb. 1966, 6) verwerft: a. wegens het vervallen van het grensbedrag als be doeld in het Koninklijk Besluit van 12 januari 1966 (Stb. 8), artikel 1, onderdeel s, per de datum dat de Wet FVP in werking treedt Blad 5 b. wegens het vervallen van het gestelde in artikel la, eerste lid, van het Koninklijk Besluit van 12 januari 1966, per de datum dat de Wet FVP in wer king treedt, doch niet eerder dan 1 augustus 1994. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 295