-;v yy*
Blad 2
Het voornemen is niet in strijd met de begin 1993 door de
Gemeenteraad vastgestelde distributie-planologische
beleidslijn. Er is sprake van een solitair bedrijf dat ope
reert op een stedelijk verzorgend niveau. Van een uitbrei
ding van het gebouw is geen sprake. Hooguit zijn bouwkundi
ge aanpassingen noodzakelijk ten behoeve van het goed laten
functioneren van de autoshop.
De winkel en de garage zijn voor automobilisten bereikbaar
via de parallelweg van de Julianalaan en via de Prins Bern-
hardstraat. Een uitgang naar de Julianalaan is er niet. Het
gemotoriseerde verkeer kan via de Prins Bernhardstraat te
rug naar de rondweg. Hoewel sprake is van een verkeersaan-
trekkend bedrijf, blijven de extra verkeersbewegingen die
daardoor ontstaan in met name de Prins Bernhardstraat, naar
onze mening binnen redelijke grenzen. Wij achten de
parkeerfaciliteiten ter plaatse voldoende om op redelijke
wijze in de behoefte te kunnen voorzien. Avéro Pensioen
verzekeringen is eventueel bereid extra overdekte parkeer
gelegenheid ter beschikking te stellen in de bij het com
plex behorende overdekte ruimte met ingang aan de Prins
Bernhardstraat
Wij achten een dergelijke activiteit op deze plaats dan ook
planologisch verantwoord.
milieu-aspecten
Op dit moment is er milieutechnisch niet meer bekend dan
dat er plannen bestaan ter plaatse een autoshop te begin
nen. Daarom wordt hierna slechts in algemene zin ingegaan
op een aantal milieu-aspecten. De precieze consequenties
kunnen eerst worden aangegeven bij een nadere uitwerking
van die plannen.
bodem
Uit een indicatief bodemonderzoek (de dato december 1992
door Ecolyse Nederland bv.) ter plaatse, is gebleken dat er
sprake is van een ernstige grond- en grondwaterverontreini
ging. De verspreiding van de verontreiniging is nog niet in
kaart gebracht.
De locatie is aangemeld bij de Provincie en opgenomen in
het IBS-programmaDe locatie zal nader onderzocht en gesa
neerd moeten worden. Daarbij wordt gestreefd naar uitvoe
ring en financiering door bij voorkeur de veroorzaker of de
rechthebbende op het verontreinigde grondgebied.
Binnen de voorgestelde ontwikkelingen is deze constatering
van belang (1) in het kader van de Wet Milieubeheer en (2)
bij het verkrijgen van een bouwvergunning.